BELANGRIJK:
meelsoorten en het droge of lange materiaal zoals hooi of stro geladen (zie Aanwijzingen voor een correct gebruik van
de voermengwagen).
gesneden.
N.B.:Wacht alvorens met de werkzaamheden te beginnen tot de hydraulische olie een temperatuur van 30° C heeft
bereikt. Wanneer ook tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden deze temperatuur niet wordt bereikt, vervang de olie
dan door olie met een lagere viscositeit (zoals aangegeven in de tabel op pagina 29).
AANWIJZINGEN VOOR EEN CORRECT GEBRUIK VAN DE VOERMENGWAGEN
Een goede werking is afhankelijk van vele factoren (zoals de kwaliteit van het product, de juiste keuze van het
wagentype, de bekwaamheid van de bediener en de aandacht voor de verschillende bewerkingsfasen). Derhalve is het
onmogelijk om een vaste procedure op te stellen
die steeds geldt en optimale resultaten geeft.
Ook uit verschillende landen afkomstige en op verschillende wijzen bewaarde of vervaardigde grondstoffen kunnen
dusdanig verschillen dat ze op een andere manier moeten worden verwerkt.
Daarom lijkt het ons verstandiger een aantal aanbevelingen te geven met betrekking tot de verschillende
bewerkingsfasen en de invloed van bepaalde producten in de voermengwagen, eerder dan een sequentie van vereiste
handelingen op te sommen.
De verderop gegeven aanwijzingen hebben in het merendeel van de gevallen tot een goed resultaat geleid. Daarom lijkt
het ons verstandig een aantal factoren aan te halen die de kwaliteit van het eindproduct kunnen beïnvloeden:
– slechte grondstofkwaliteit door een verkeerde oogst en/of opslag;
– slechte werking van de wagen door slecht onderhoud;
– weinig aandacht van of weinig kennis bij de gebruiker.
Een voermengwagen is slechts een hulpmiddel. De gebruiker dient dan ook te weten wat het resultaat moet zijn en dit te
controleren, zodat hij de machine afhankelijk van de gebruikte materialen optimaal kan benutten.
Dit betekent dat de volgende aanwijzingen voornamelijk moeten worden gezien als een goed uitgangspunt en een
leidraad die afhankelijk van de omstandigheden kan worden gevolgd of aangepast.
NIET ZELFRIJDENDE VOERMENGWAGENS MET VERTICALE VIJZEL:
De volgorde waarop de onderwerpen worden behandeld stemt normaal gesproken overeen met de bewerkingsvolgorde,
maar is in geen geval bindend.
1) Invoeren van langvezelige materialen.
Hooi, stro en veevoer dat afkomstig is uit balen moeten van bovenaf in de mengbak worden ingevoerd met behulp van
laders of andere systemen.
2) Snijden van het materiaal.
Na het laden moeten de vijzels gedurende een bepaalde tijdsduur draaien, totdat de lengte van de vezelmateriaal bijna
de gewenste eindlengte heeft bereikt.
De draaitijd kan variëren van 2 tot 8 minuten, afhankelijk van het in de wagen ingevoerde materiaal en van de structuur
en omvang van de materialen die volgen. Behalve vanuit een oogpunt van veiligheid dient de bediener ook in deze
fase bij de machine te blijven om de bewerking te controleren. Hij dient daartoe gebruik te maken van de speciale
inspectieladder of -platform.
Normalerwijze worden deze materialen na de snijfase toegevoerd.
Het kan echter ook nuttig zijn deze eerder toe te voegen, bijvoorbeeld wanneer gebruik wordt gemaakt van bijzonder
lichte materialen, los en droog hooi of stro. Zo kan het gewicht worden vergroot en gelijkmatiger worden verdeeld om een
beter snijresultaat en een volumevermindering te verkrijgen.
4) Laden van voorgesneden droge materialen.
Dergelijke materialen, los of verpakt bewaard, mogen worden toegevoegd tijdens deze fase of nadat water werd
bijgevoegd, afhankelijk van hun structuur.
GEBRUIK EN ONDERHOUD
Ed. 10/2011
I
25