instAllAtie
Voorbereidingen
WPE-I 59 H 400 Premium | WPE-I 87 H 400 Premium
≥500
f Houd de minimale afstanden aan om een storingsvrije
f
werking van het toestel te waarborgen en onderhoudswerk-
zaamheden aan het toestel mogelijk te maken.
9.3
Voorbereiden van de montageplaats
f Neem het hoofdstuk "Geluidsemissie" in acht.
f
De ruimte waarin het toestel wordt geïnstalleerd, moet voldoen
aan de volgende voorwaarden:
- Vorstvrij.
- De ruimte mag geen gevaar voor explosies door stof, gassen
of dampen inhouden.
- Bij opstelling van het toestel in een stookruimte samen met
andere verwarmingstoestellen moet verzekerd zijn dat de
werking van de andere verwarmingstoestellen niet beïnvloed
wordt.
- Belastbare vloer (gewicht van het toestel, zie hoofdstuk
"Technische gegevens/Gegevenstabel").
f Plaats het toestel bij voorkeur tegen een buitenwand.
f
f Verifieer of de ondergrond horizontaal, vlak, stevig en be-
f
stendig is.
f Plaats het toestel op een betonnen vloer met een dikte van
f
ten minste 100 mm of op een andere ondergrond met een
overeenkomstige karakteristiek.
f Zorg bij een zwevende dekvloer voor een stille werking van
f
de warmtepomp.
8
| WPE-I H 400 Premium
≥500
f Ontkoppel het opstelvlak rondom de warmtepomp door
f
een uitsparing. Sluit de uitsparing vervolgens af met een
niet-waterdoorlatend en geluidsontkoppeld materiaal,
bijv. silicone.
1
2
3
4
5
1 Betonvloer
2 Geluidsisolatie
3 Zwevende vloer
4 Vloerbekleding
5 Uitsparing
9.4
Wanddoorvoer
9.4.1 Algemeen
f Let er bij de wanddoorvoeren op dat er voldoende ruimte
f
aanwezig is voor de andere toevoerleidingen (zie het hoofd-
stuk "Technische gegevens/Afmetingen en aansluitingen").
f Plaats de brineleidingen in gescheiden wanddoorvoeren.
f
f Voer de isolatie van de brineleidingen uit overeenkomstig het
f
geldende voorschrift.
9.4.2 Bovengrondse wanddoorvoer
f Maak in de wand van het gebouw wanddoorvoeren met een
f
licht verval naar buiten (minimale hellingshoek: 1 cm per
30 cm).
f Breng de wanddoorvoeren aan met een licht verval.
f
f Dicht de tussenruimte tussen de wand en de wanddoorvoer
f
af met mortel.
f Voer de brineleidingen door de wanddoorvoeren.
f
f Dicht de tussenruimte tussen de brineleiding en de wand-
f
doorvoer af met een geschikte dichtingskit (bijv. purschuim).
Let erop dat de brineleidingen gecentreerd in de wanddoor-
voeren liggen.
www.stiebel-eltron.com