instelling. De waarden die u in printermenu's of
toepassingen kiest en waarmee u de printer bedient en het
uiterlijk van afgedrukte pagina bepaalt.
interface. De verbinding tussen de computer en de
printer.
interne netwerkadapter (INA). Zie interne printerserver.
interne printerserver. Ook wel interne netwerkadapter
(INA) genoemd. Een optionele kaart die u in de printer
kunt installeren om deze aan te sluiten op een lokaal
netwerk (LAN).
interventiebericht. Een bericht op de display van het
bedieningspaneel dat een printerprobleem beschrijft. De
printer kan pas doorgaan met de verwerking van
afdruktaken nadat de gebruiker het probleem heeft
opgelost.
invoerbron. Een printerlade of de universeellader. Een
invoerbron bevat afdrukmateriaal dat kan worden
afgedrukt.
K
karton. Zwaar, enkellaags afdrukmateriaal dat vaak
wordt gebruikt voor rapporten of omslagen van boeken.
KB. Kilobyte: 1024 bytes.
koppeling. De verbinding tussen een computersysteem of
een lokaal netwerk en de printer.
krul. Omgebogen rand van een vel afdrukmateriaal.
L
lade. Zie uitvoerlade.
laden. Informatie, zoals lettertypen, vanaf een diskette of
een apparaat overbrengen naar de computer of printer om
deze tijdelijk of permanent op te slaan.
278
Definities