Download Print deze pagina

Advertenties

Eerste uitgave (juni 1999)
De volgende alinea is niet van toepassing in enig land waar dergelijke bepalingen strijdig zijn met de plaatselijke wetgeving: LEXMARK
INTERNATIONAL, INC. LEVERT DEZE PUBLICATIE IN DE STAAT WAARIN DEZE VERKEERT, ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, NOCH
IMPLICIET, NOCH EXPLICIET, IMPLICIET MAAR NIET BEPERKT TOT DE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID OF
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. In sommige rechtsgebieden is afwijzing van expliciete of impliciete garanties in bepaalde transacties
niet toegestaan; het is mogelijk dat deze verklaring niet op u van toepassing is.
Deze publicatie kan technische onjuistheden of typografische fouten bevatten. De informatie in deze publicatie wordt regelmatig herzien; wijzigingen
zullen in latere uitgaven worden opgenomen. De producten of programma's die worden beschreven kunnen te allen tijde worden verbeterd of
gewijzigd.
Een formulier voor opmerkingen van de lezer wordt achter in deze handleiding meegeleverd. Indien het formulier is verwijderd, kunnen opmerkingen
worden gestuurd aan Lexmark International, Inc, Department F95/035-3, 740 West New Circle Road, Lexington, Kentucky 40550, Verenigde Staten.
Vanuit het Verenigd Koninkrijk en Ierland stuurt u eventuele opmerkingen naar Lexmark International Ltd., Marketing and Services Department,
Westhorpe House, Westhorpe, Marlow Bucks SL7 3RQ. Lexmark houdt zich het recht voor de door u verstrekte informatie naar eigen goeddunken te
gebruiken en te verspreiden, zonder zich daarvoor op enige wijze aan u te verplichten. Extra exemplaren van aan dit product gerelateerde publicaties
kunnen worden verkregen door vanuit de Verenigde Staten of Canada te bellen naar 1-800-553-9727. Vanuit het Verenigd Koninkrijk en Ierland belt u
0628-481500. Neem in andere landen contact op met de leverancier.
Wanneer in deze publicatie wordt verwezen naar producten, programma's of diensten, impliceert dit niet dat de producent het voornemen heeft deze
beschikbaar te stellen in alle landen waarin de producent actief is. Verwijzingen naar producten. programma's of diensten moeten niet worden opgevat
als een verklaring of suggestie dat alleen deze producten, programma's of diensten mogen worden gebruikt. Het staat u vrij functioneel gelijkwaardige
producten, programma's of diensten te gebruiken, mits deze geen inbreuk maken op enig bestaand intellectueel eigendomsrecht. Het beoordelen en
controleren van de werking in combinatie met andere producten, programma's of diensten, met uitzondering van die producten, programma's of
diensten die uitdrukkelijk door de producent worden genoemd, behoort tot de verantwoordelijkheden van de gebruiker.
© Copyright 1999 Lexmark International, Inc.
Alle rechten voorbehouden.

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Lexmark Optra M410

  • Pagina 1 Vanuit het Verenigd Koninkrijk en Ierland stuurt u eventuele opmerkingen naar Lexmark International Ltd., Marketing and Services Department, Westhorpe House, Westhorpe, Marlow Bucks SL7 3RQ. Lexmark houdt zich het recht voor de door u verstrekte informatie naar eigen goeddunken te gebruiken en te verspreiden, zonder zich daarvoor op enige wijze aan u te verplichten.
  • Pagina 2 Inhoud Inleiding ....... . . ix Over dit boek ..........ix Overige informatie .
  • Pagina 3 MarkVision ......25 Ondersteunde besturingssystemen ......25 MarkVision - inleiding .
  • Pagina 4 PIN-code (Personal Identification Number) invoeren ....117 Opmaakfouten in afdruk-/wachtstandtaken ..... 119 Afdrukmateriaal .
  • Pagina 5 Statusberichten ..........157 Regel 1, berichten .
  • Pagina 6 Geheugen en optionele kaarten ... 211 Toegang tot de systeemkaart van de printer ..... . 211 Optionele geheugenkaarten .
  • Pagina 7 Een lijst met voorbeelden van lettertypen afdrukken ....253 Bijlage B: Voorschriften ....255 Bijlage C: Veiligheidsvoorschriften .
  • Pagina 8 Inleiding Over dit boek Deze gebruikershandleiding bevat informatie over de Lexmark Optra M410 laserprinter. U vindt hier installatie- instructies voor de printer en printeropties, en tevens informatie over het laden van afdrukmateriaal, het wijzigen van printerinstellingen, het vervangen van printeraccessoires en het oplossen van problemen.
  • Pagina 9 Overige informatie Naast deze gebruikershandleiding kunt u de volgende informatiebronnen raadplegen als u meer wilt weten over de printer en overige producten en services van Lexmark. Online documenten De cd met stuurprogramma's, MarkVision en hulpprogramma's die bij de printer wordt geleverd, bevat diverse online documenten.
  • Pagina 10 • Een Card Stock & Label Guide, waarin uitgebreid wordt uitgelegd hoe u het juiste afdrukmateriaal voor de printer kiest. • Een Technical Reference met informatie over printertalen en -opdrachten, interfacespecificaties en geheugenbeheer. Inleiding...
  • Pagina 11 Inleiding...
  • Pagina 12 Lexmark International, Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of andere landen. Optra Forms en PictureGrade zijn handelsmerken van Lexmark International, Inc. Operation ReSource is een onderhoudsmerk van Lexmark International, Inc. ® is een gedeponeerd handelsmerk van Hewlett- Packard Company. PCL 6 is een aanduiding van Hewlett-...
  • Pagina 13 De volgende termen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van deze bedrijven. Albertus The Monotype Corporation plc. Antique Olive Monsieur Marcel OLIVE Arial The Monotype Corporation plc. CG Omega Een product van Bayer Corporation CG Times Gebaseerd op Times New Roman onder licentie van The Monotype Corporation plc, is een product van Bayer Corporation...
  • Pagina 14 De printer installeren Als u de instructies in de volgende gedeelten hebt opgevolgd, is uw Lexmark Optra M410 printer geïnstalleerd. De printer Haal de printer en alle onderdelen uit de doos. uitpakken Bewaar de doos en de verpakking. Het is mogelijk...
  • Pagina 15 Gebruik de volgende gegevens bij het maken van een keuze voor de plaats van de printer. Kenmerk Maat Diepte 435 mm Hoogte 314 mm Breedte 405 mm Gewicht 14,8 kg Oppervlak 1587 vierkante cm. Het gewicht van de printer is inclusief cartridge. Plaats de printer niet: –...
  • Pagina 16 Breng de bovenste voorklep omhoog. De klep blijft op zijn plaats. Pak de cartridge bij de handgreep. Verpakking van de cartridge verwijderen...
  • Pagina 17 Til de cartridge omhoog en trek deze naar buiten. Trek beide uiteinden van het kunststof onderdeel omhoog en verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkingsmateriaal (kunststof onderdeel, piepschuim en het papier dat aan het piepschuim zit) weg. Ga door met “Cartridges installeren” op pagina 4. Cartridges U bereidt de cartridge als volgt voor afdrukken voor: installeren...
  • Pagina 18 U plaatst de cartridge als volgt: Nokje Sleuf Lijn de nokjes aan beide zijden van de cartridge uit met de sleuven aan beide zijden van de cartridgehouder (zie afbeelding). Bepaal de juiste positie met behulp van de gekleurde pijlen aan de binnenzijde van de printer.
  • Pagina 19 Raadpleeg “Universeellader” op pagina 145 voor meer informatie over het laden van enveloppen en andere soorten afdrukmateriaal. U laadt als volgt papier: Trek de invoerlade recht uit de printer. Haal de invoerlade volledig uit de printer. Druk het metalen plaatje omlaag totdat deze is vergrendeld.
  • Pagina 20 Duw het nokje van de lengtegeleider met één Papierformaatindicators hand omlaag en schuif met de andere hand de Lengtegeleider lengtegeleider naar de juiste positie voor het papierformaat dat u gebruikt. Nokje van lengte- Gebruik de papierformaatindicators om de geleider lengtegeleider af te stellen voor een van de volgende vijf papierformaten: A4, B5, LTR (Letter), LGL (Legal) en EXE (Executive).
  • Pagina 21 Druk het nokje van de breedtegeleider omlaag en Nokje van schuif de geleider geheel naar rechts in de breedtegeleider Breedtegeleider invoerlade (zie afbeelding). Buig de vellen enkele malen om de vellen los te maken. Waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet.
  • Pagina 22 Plaats het papier tegen de linkerkant van de invoerlade onder het metalen hoekplaatje. Let er op de aanbevolen afdrukzijde omlaag ligt en dat de voorrand van het papier naar de voorkant van de invoerlade is geplaatst. Raadpleeg “Afdrukken op briefhoofdpapier” op pagina 141 voor meer informatie over het laden van voorbedrukt briefhoofdpapier.
  • Pagina 23 Opmerking: Als u te veel afdrukmateriaal in de invoerlade laadt, kan tot gevolg hebben dat het materiaal vastloopt in de printer. Druk rechts tegen de breedtegeleider om deze Breedtegeleider naar links tegen het papier te plaatsen. Zorg dat de geleider niet te veel tegen het papier drukt. Opmerking: Als de breedtegeleider te strak tegen...
  • Pagina 24 De papierbeugel Met de papierbeugel wordt voorkomen dat de stapel verschuift, doordat het afdrukmateriaal in de installeren standaarduitvoerlade wordt geleid. De papierbeugel bestaat uit twee delen: Een kunststof beugel die al in de printer is geïnstalleerd en een metalen beugel. U installeert de metalen beugel als volgt: Pak de metalen beugel die bij de printer is geleverd.
  • Pagina 25 De parallelle kabel De printer maakt gebruik van een IEEE 1284-compatibele parallelle kabel die bidirectionele communicatie ondersteunt. Geadviseerd worden de Lexmark producten met artikelnummer 1329605 (3 meter) en 1427498 (6 meter). Als u een andere kabel dan een IEEE- compatibele kabel gebruikt, beschikt u mogelijk niet over alle printerfuncties.
  • Pagina 26 Duw de klemmetjes aan beide einden van de connector in de uitsparingen op de stekker (zie afbeelding). De klemmetjes klikken in de uitsparingen. Sluit het andere uiteinde van de parallelle kabel aan op de achterzijde van de computer. Zet de parallelle kabel met de schroefjes vast aan de computer.
  • Pagina 27 De USB-kabel De printer beschikt over één standaard USB-poort die zich op de systeemkaart van de printer bevindt. U sluit de printer als volgt aan met behulp van de USB- kabel. Voor Windows 98-gebruikers: Zorg dat de printer is uitgeschakeld (O) en het netsnoer niet op het stopcontact is aangesloten.
  • Pagina 28 Selecteer Aangepaste installatie en klik op Volgende Standaard is in het volgende scherm Printerstuurprogramma's geselecteerd. Klik op Volgende . Blader door de lijst van printers (links) en klik op het aankruisvakje van de Optra M410 printer. Printer op de computer aansluiten...
  • Pagina 29 Klik op de knop Toevoegen . De naam van de printer wordt in het vak rechts op het scherm weergegeven. Klik op Volgende . Het tabblad Stuurprogramma's wordt weergegeven. Markeer LPT1 in het bovenste deelvenster van het scherm voor de taal PostScript. Blader naar USB001 in het onderste deelvenster van het scherm en selecteer dit.
  • Pagina 30 Klik op Change in het gedeelte voor de selectie van de USB-printer. Het dialoogvenster voor de USB-printer wordt weergegeven. Selecteer Optra M410 en klik op OK . Het vorige scherm wordt weergegeven. Let op het nieuwe printerpictogram. Printer op de computer aansluiten...
  • Pagina 31 Er wordt een venster weergegeven waarin u een printer wordt het pictogram voor naam voor de printer kunt opgeven. de Optra M410 printer weergegeven. Typ de naam voor de printer of accepteer de standaardnaam. Klik op Save .
  • Pagina 32 Netsnoer van Sluit het netsnoer van de printer aan op de printer aansluiten connector (zie afbeelding). Sluit het andere uiteinde van het netsnoer aan op een geaard stopcontact. Netsnoer van printer Ga door met “Printer aan zetten” op pagina 19. Printer aan zetten Zet de printer aan (|).
  • Pagina 33 Pagina met menu- Op de pagina met de menu-instellingen worden de huidige instellingen voor de menu's, een lijst van instellingen geïnstalleerde opties en het beschikbare printergeheugen afdrukken weergegeven. Aan de hand van deze pagina kunt u controleren of alle printeropties correct zijn geïnstalleerd en of de printerinstellingen aan uw wensen voldoen.
  • Pagina 34 De overlay voor Als u de voorkeur geeft aan Engels, gaat u door met “Printerstuur-programma's en hulpprogramma's het bedieningspa- installeren” op pagina 23. neel installeren Als u de voorkeur geeft aan een andere taal, voert u de volgende stappen uit om het bedieningspaneel aan te passen.
  • Pagina 35 Taal op de display Voer de volgende stappen uit om de taal van de menu's en de berichten op de display van het bedieningspaneel te van het wijzigen: bedieningspaneel wijzigen Druk op om de menu's te Menu> <Menu activeren. Druk nog enkele malen op totdat Menu>...
  • Pagina 36 Met het installatieprogramma kunt u “MarkVision - inleiding” op printerstuurprogramma's en hulpprogramma's pagina 26 voor meer informatie. installeren voor het beheer van Lexmark printers die zijn verbonden met een netwerk. Raadpleeg “MarkVision - inleiding” op pagina 26 voor meer informatie.
  • Pagina 37 Hoofdstuk 1: De printer installeren...
  • Pagina 38 Macintosh en OS/2 Warp worden bij de printer geleverd op de cd met stuurprogramma's, MarkVision en hulpprogramma's. Daarnaast kunt u bij Lexmark een versie van MarkVision aanschaffen voor UNIX-netwerken en UNIX-intranetservers en voor Sun Systems en Sun- intranetservers. Vraag om informatie bij uw leverancier of ga naar de Lexmark weblocatie op http://www.lexmark.com.
  • Pagina 39 MarkVision - In de grafische gebruikersinterface van MarkVision wordt continu de status van Lexmark printers weergegeven die inleiding lokaal of rechtstreeks op een netwerk zijn aangesloten. Bovendien kunnen netwerkgebruikers en -beheerders hun productiviteit verhogen met de volgende MarkVision- functies. • Met de centrale installatiefuncties van MarkVision kunt u snel meerdere printers configureren en installeren.
  • Pagina 40 – Met MarkVision kunt u afdruktaken in een netwerk controleren, de afdrukvolgorde van deze taken wijzigen en specifieke taken in de wachtstand plaatsen of verwijderen. – Met de opties voor activabeheer in MarkVision kunt u de printervoorraad beheren, aanduidingen toewijzen, paginatellingen bijhouden en statistische gegevens over afdruktaken verzamelen.
  • Pagina 41 Hoofdstuk 2: MarkVision...
  • Pagina 42 Het bedienings- paneel en de menu's Dit hoofdstuk bevat informatie over het bedieningspaneel, het wijzigen van printerinstellingen en de menu's van het bedieningspaneel. U kunt de meeste printerinstellingen wijzigen in de toepassing waarmee u werkt of in het printerstuurprogramma. Instellingen die u wijzigt in de toepassing of in het stuurprogramma, hebben alleen betrekking op de afdruktaak die u aan het voorbereiden bent.
  • Pagina 43 Op het bedieningspaneel links aan de voorzijde van de printer, bevindt zich een LCD-display (liquid crystal bedieningspaneel display) waarop twee regels tekst van maximaal 16 tekens kunnen worden weergegeven. Daarnaast bevinden zich op het bedieningspaneel zes knoppen en een indicatorlampje. De knop Menu bestaat uit twee gedeelten.
  • Pagina 44 Knoppen op het Met de knoppen op het bedieningspaneel kunt u menu’s openen, door een lijst met waarden schuiven, bedieningspaneel printerinstellingen wijzigen, reageren op printerberichten, tijdelijk alle printeractiviteiten afbreken en een PIN-code intoetsen. In de volgende tabel wordt de functie van elke knop beschreven.
  • Pagina 45 Knoppen op het bedieningspaneel (vervolg) Knop Functie Selecteren Druk op als u het volgende wilt doen: Selecteren • Het menu selecteren dat wordt weergegeven op de tweede regel van de display. Afhankelijk van het type menu heeft deze actie een van de volgende resultaten: - Het menu wordt geopend en het eerste menu-item wordt weergegeven.
  • Pagina 46 Printerberichten Op het bedieningspaneel worden drie soorten berichten weergegeven: Opmerking: • Statusberichten geven informatie over de huidige Raadpleeg status van de printer. “Printerberichten” op pagina 157 voor een volledig overzicht van • Interventieberichten geven aan dat er printerfouten alle printerberichten. zijn opgetreden die door de gebruiker zelf kunnen worden opgelost.
  • Pagina 47 Dit bericht geeft aan dat u de bovenste voorklep van de printer moet openen en vervolgens moet controleren of er 200 Papier vast afdrukmateriaal is vastgelopen. Cartr. verwijd. Onderhoudsberichten Een onderhoudsbericht geeft aan dat er een printerstoring is opgetreden waarvoor u waarschijnlijk een onderhoudsmonteur moet inschakelen.
  • Pagina 48 Pagina met menu- Op de pagina met menu-instellingen worden de huidige instellingen voor de menu’s weergegeven, een lijst met instellingen geïnstalleerde opties en het beschikbare printergeheugen. afdrukken Aan de hand van deze pagina kunt u controleren of alle printeropties correct zijn geïnstalleerd en of de printerinstellingen aan uw wensen voldoen.
  • Pagina 49 Als u opties hebt geïnstalleerd, controleert u op de pagina met menu-instellingen of deze opties worden weergegeven onder “Geïnstall. functies”. Als u een optie hebt geïnstalleerd die niet op de pagina wordt weergegeven, zet u de printer uit (O) en haalt u het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
  • Pagina 50 Sommige menu-items hebben submenu's. Als u bijvoorbeeld selecteert en vervolgens PAPIERMENU het menu-item , moet u eerst een PAPIERSOORT ander menu selecteren (zoals Pap.soort lade 1 voordat de beschikbare waarden worden weergegeven. De volgende waarden zijn mogelijk: – de instelling Aan of Uit; –...
  • Pagina 51 De menu's op het Als u wilt voorkomen dat standaardinstellingen kunnen worden gewijzigd, kunt u de menu's als volgt bedieningspaneel uitschakelen: uitschakelen Zet de printer uit (O). Opmerking: Wanneer de Druk op , houd beide knoppen Selecteren Return menu's van het ingedrukt en zet vervolgens de printer weer aan bedieningspaneel zijn (|).
  • Pagina 52 Overzicht van Menu's of menu-items die cursief worden weergegeven, worden alleen op de display weergegeven als u de corresponderende optie printermenu's hebt geïnstalleerd. Menu-items in hoofdletters (bijvoorbeeld PAPIERFORMAAT) hebben submenu's. Raadpleeg de tabellen op de volgende pagina's voor een lijst met de waarden voor elk menu- item.
  • Pagina 53 Papiermenu In het PAPIERMENU kunt u alle instellingen definiëren die te maken hebben met de invoer en uitvoer van afdrukmateriaal en met het specifieke afdrukmateriaal dat u gebruikt. Papiermenu Menu-item Waarden Papierbron Lade 1* Lade 2* MF-lader Handinvoer Env (hand) De waarde die u selecteert voor het menu-item is de standaardpapierbron.
  • Pagina 54 Papiermenu (vervolg) Menu-item Waarden PAPIERFORMAAT Formaat lade 1 Formaat lade 2 Elk van bovenstaande menu-items ondersteunt de volgende waarden in een tweede menu: A4* (Landspecifiek) JIS B5 Letter* (Landspecifiek) Legal Executive Formaat MF-lader A4* (Landspecifiek) JIS B5 Letter* (Landspecifiek) Legal Executive Universal 7 ¾...
  • Pagina 55 Papiermenu (vervolg) Menu-item Waarden PAPIERFORMAAT Formaat handinv. (vervolg) A4* (Landspecifiek) JIS B5 Letter* (Landspecifiek) Legal Executive Universal Form env (hand) 7 ¾ (env.) 9 (envelop) 10 (envelop)* (Landspecifiek) (DL) envelop* (Landspecifiek) C5 (envelop) B5 (envelop) Andere envelop De waarde die u selecteert voor is het standaardformaat voor elke PAPIERFORMAAT papierbron.
  • Pagina 56 Papiermenu (vervolg) Menu-item Waarden PAPIERSOORT Pap.soort lade 1 Pap.soort lade 2 Pap.soort (hand) Elk van bovenstaande menu-items ondersteunt de volgende waarden in een tweede menu: Standaardpap.* Karton Transparant Etiketten Bankpost Briefhoofd Voorbedrukt Kleurpapier Aangepast 1 Aangepast 2* Aangepast 3 Aangepast 4 Aangepast 5 Aangepast 6 Opmerking:...
  • Pagina 57 Papiermenu (vervolg) Menu-item Waarden PAPIERSOORT Env.srt (hand) (vervolg) Envelop* Aangepast 1 Aangepast 2 Aangepast 3 Aangepast 4 Aangepast 5 Aangepast 6 Met het menu-item PAPIERSOORT geeft u op welke soort afdrukmateriaal u hebt geladen in elke papierbron. Deze instelling wordt door de printer op de volgende manieren gebruikt: •...
  • Pagina 58 Papiermenu (vervolg) Menu-item Waarden SRTN AANGEPAST Aangepast x (waarbij x staat voor een van de zes aangepaste papiersoorten) Papier* Karton Transparant Etiketten Envelop Met de waarden voor het menu-item geeft u op welke soort SRTN AANGEPAST afdrukmateriaal wordt gebruikt voor elk van de aangepaste soorten die beschikbaar zijn in het menu-item PAPIERSOORT .
  • Pagina 59 Papiermenu (vervolg) Menu-item Waarden PAPIERSTRUCTUUR Struct. Stnrdpap Structuur karton Struct. Transpar Struct. Etiket. Struct. Bankpost Struct. Envelop Struct. Brfhoofd Struct. Voorbedr Struct. Kleurpap Struct. Aangep 1 Struct. Aangep 2 Struct. Aangep 3 Struct. Aangep 4 Struct. Aangep 5 Struct. Aangep 6 Elk van bovenstaande menu-items ondersteunt de volgende drie waarden in een tweede menu: •...
  • Pagina 60 Papiermenu (vervolg) Menu-item Waarden PAPIERGEWICHT Gewicht stndrd Gewicht karton Gewicht transp. Gewicht etiket. Gewicht bankpost Gewicht envelop Gewicht brfhfd Gewicht voorbedr Gewicht kleurpap Gewicht aangep 1 Gewicht aangep 2 Gewicht aangep 3 Gewicht aangep 4 Gewicht aangep 5 Gewicht aangep 6 Elk van bovenstaande menu-items ondersteunt de volgende drie waarden in een tweede menu: •...
  • Pagina 61 Papiermenu (vervolg) Menu-item Waarden PAPIERLENGTE Normale lengte Kartonlengte Trnsprntlengte Etiketlengte Bankpostlengte Enveloplengte Briefpap.lengte Lengte bedrukt Kleurlengte Aangep. 1 lengte Aangep. 2 lengte Aangep. 3 lengte Aangep. 4 lengte Aangep. 5 lengte Aangep. 6 lengte Elk van bovenstaande menu-items ondersteunt de volgende waarden in een tweede menu: •...
  • Pagina 62 Menu Afwerking Met het MENU AFWERKING kunt u alle instellingen definiëren die te maken hebben met de printeruitvoer. Menu Afwerking Menu-item Waarden Exemplaren 1*…999 Met de waarden voor het menu-item bepaalt u hoeveel exemplaren van elke Exemplaren pagina u wilt afdrukken. De exemplaren worden niet automatisch door de printer gesorteerd. Als u bijvoorbeeld drie pagina's wilt afdrukken en Exemplaren instelt op...
  • Pagina 63 Menu Afwerking (vervolg) Menu-item Waarden Sorteren Uit* Als u hebt ingesteld op , wordt elke pagina in een afdruktaak zo vaak afgedrukt Sorteren als u hebt opgegeven met de instelling . Als u bijvoorbeeld drie pagina's wilt Exemplaren afdrukken en instelt op , worden de volgende pagina's afgedrukt: pagina 1, Exemplaren...
  • Pagina 64 Menu Afwerking (vervolg) Menu-item Waarden Scheidingspags Geen* Tussen exempl. Tussen taken Tussen pags U kunt lege scheidingspagina's invoegen tussen afdruktaken, tussen meerdere exemplaren van een taak of tussen elke pagina van een taak. Scheidingspagina's worden uitgevoerd vanuit de bron die u hebt opgegeven met het menu-item Bron scheid.pags Selecteer Tussen exempl.
  • Pagina 65 Menu Afwerking (vervolg) Menu-item Waarden N op één vel Uit* 2 op één vel 3 op één vel 4 op één vel 6 op één vel 9 op één vel 12 op één vel 16 op één vel Met het menu-item kunt u meerdere pagina-afbeeldingen op één vel afdrukken.
  • Pagina 66 Menu Afwerking (vervolg) Menu-item Waarden Volgorde meer pg Horizontaal* Verticaal Omgekeerd hor. Omgekeerd ver. Met het menu-item bepaalt u op welke manier meerdere pagina- Volgorde meer pg afbeeldingen op één vel worden afgedrukt als u de optie N op één vel hebt geselecteerd.
  • Pagina 67 Menu Afwerking (vervolg) Menu-item Waarden Afd.vb. mr pags Auto* Lange zijde Korte zijde selecteert u de afdrukstand van de pagina-afbeeldingen op één vel Afd.vb. mr pags waarvoor u de optie hebt ingesteld. N op één vel Selecteer als u wilt dat de printer aan de hand van gegevens de afdrukstand bepaalt. Auto Selecteer om de lange zijde van het afdrukmateriaal als de bovenkant van de...
  • Pagina 68 Menu Extra In het MENU EXTRA kunt u verschillende lijsten afdrukken met informatie over printerbronnen, printerinstellingen en afdruktaken. Daarnaast bevat het MENU EXTRA items waarmee u de printerhardware kunt instellen en printerproblemen kunt oplossen. Menu Extra Menu-item Waarden Print menu's Druk op om de pagina met menu-instellingen af te drukken.
  • Pagina 69 Menu Extra (vervolg) Menu-item Waarden Fabriekswaarde Herstellen Niet herstellen Als u kiest, heeft dat het volgende resultaat: Herstellen • Alle bronnen (lettertypen, macro's, symbolensets) die in het printergeheugen (RAM) zijn geladen, worden verwijderd. (Dit geldt niet voor bronnen in het flash-geheugen of op de optionele vaste schijf.) •...
  • Pagina 70 Menu Extra (vervolg) Menu-item Waarden Flash defrag. Als u het flash-geheugen defragmenteert, worden alle niet-verwijderde bronnen die in het flash-geheugen zijn opgeslagen, overgebracht naar het printergeheugen. Vervolgens wordt het optionele flash-geheugen opnieuw geformatteerd. Als het flash-geheugen is geformatteerd, worden de niet-verwijderde bronnen opnieuw in het flash-geheugen geladen. Het menu-item wordt alleen weergegeven als het geïnstalleerde flash- Flash defrag.
  • Pagina 71 Menu Extra (vervolg) Menu-item Waarden Voortg. afdrukt. Afdrukken Wissen Het menu-item wordt alleen weergegeven als u een optionele vaste schijf in Voortg. afdrukt. de printer hebt geïnstalleerd die niet is beschadigd of beveiligd tegen lezen/schrijven of schrijven. Het menu-item in het moet zijn ingesteld op Taak-boekhouding INSTELLINGMENU...
  • Pagina 72 Job-menu Sommige menu-items in het JOB-MENU zijn beschikbaar als op de display het bericht wordt weergegeven Gereed en de printer niet actief is, omdat geen afdruktaken worden geaccepteerd, opgemaakt of uitgevoerd. Andere menu-items in het JOB-MENU zijn alleen beschikbaar al de printer bezig is een taak te verwerken of uit te voeren, wanneer op de display een ander bericht dan Gereed...
  • Pagina 73 Job-menu Menu-item Waarden Taak annuleren Druk op Selecteren als u de huidige afdruktaak wilt annuleren. Het menu-item wordt alleen weergegeven als de printer bezig is een Taak annuleren afdruktaak te verwerken. OPDR.VERTROUWEL. Typ opdrachtPIN: Als u een juiste PIN-code (Personal Identification Number) hebt ingevoerd, zijn de Dit menu-item wordt volgende waarden beschikbaar in het tweede en derde submenu.
  • Pagina 74 Job-menu (vervolg) Menu-item Waarden OPDR.VERTROUWEL. Als u een geldige PIN hebt ingevoerd, worden op de display van het bedieningspaneel de (vervolg) volgende menu-items weergegeven: OPDR.VERTROUWEL. Alle opdr.afdr. U kunt kiezen uit diverse opties voor afdrukken of verwijderen: • Alle opdr. afdr. •...
  • Pagina 75 Job-menu (vervolg) Menu-item Waarden OPDR.VERTROUWEL. Alle opdr.afdr. (vervolg) Als u op drukt om deze waarde te kiezen, wordt het afdrukken gestart en wordt Selecteren deze bewerking vervolgens afgesloten. Alle vertrouwelijke taken waaraan uw PIN-code is toegewezen, worden afgedrukt. Op de display wordt het bericht Opdrachten in wachtrij weergegeven.
  • Pagina 76 Job-menu (vervolg) Menu-item Waarden OPDR.VERTROUWEL. Alle opdr.verw. (vervolg) Als u op drukt om deze waarde te kiezen, wordt het bericht Selecteren Alle opdr. verw. weergegeven. U krijgt nu nog éénmaal de gelegenheid te voorkomen dat alle Start/Stop? vertrouwelijke taken waaraan uw PIN-code is toegewezen, worden verwijderd. Opmerking: Alle vertrouwelijke taken waaraan uw PIN-code is toegewezen worden verwijderd.
  • Pagina 77 Job-menu (vervolg) Menu-item Waarden Raadpleeg de opmerking op pagina 60 voor informatie over de velden Gebruikersnaam en Opdrachtnaam. Druk op om de taak te selecteren die u wilt verwijderen. Als de gewenste Menu> <Menu taak wordt weergegeven op de tweede regel van de display, drukt u op Selecteren deze taak te markeren.
  • Pagina 78 Job-menu (vervolg) Menu-item Waarden OPDR. Aantal afdrukken VERTROUWEL. Als u op drukt om deze waarde te kiezen, wordt een lijst weergegeven met Selecteren (vervolg) taken die in het printergeheugen worden bewaard. De eerste taak wordt op de tweede regel weergegeven. Aantal afdrukken <Opdracht #1 Gebruikersnaam>...
  • Pagina 79 Job-menu (vervolg) Menu-item Waarden BEWAARDE OPDR. Alle opdr.afdr. Opdr.afdrukken Dit menu-item wordt niet weergegeven in het <Opdracht #1 Gebruikersnaam> <Opdracht #1 Opdrachtnaam> voordat de JOB-MENU <Opdracht #2 Gebruikersnaam> <Opdracht #2 Opdrachtnaam> printer ten minste één <Opdracht #3 Gebruikersnaam> <Opdracht #3 Opdrachtnaam> herhaalde, <Opdracht #n Gebruikersnaam>...
  • Pagina 80 Job-menu (vervolg) Menu-item Waarden BEWAARDE OPDR. Als u een gecontroleerde afdruktaak maakt, wordt deze taak opgemaakt en wordt vervolgens één exemplaar afgedrukt. Als er nog meer exemplaren zijn opgegeven, (vervolg) worden deze in het printergeheugen bewaard. U geeft het gewenste aantal exemplaren op als u de taak met het printerstuurprogramma verzendt.
  • Pagina 81 Job-menu (vervolg) Menu-item Waarden BEWAARDE OPDR. Alle opdr.afdr. (vervolg) Als u op drukt om deze waarde te kiezen, wordt het afdrukken gestart en wordt Selecteren deze bewerking vervolgens afgesloten. Alle herhaalde, gereserveerde en gecontroleerde afdruktaken worden uitgevoerd. Op de display wordt het bericht Opdrachten in wachtrij weergegeven.
  • Pagina 82 Job-menu (vervolg) Menu-item Waarden BEWAARDE OPDR. Alle opdr.verw. (vervolg) Als u op drukt om deze waarde te kiezen, wordt het bericht Selecteren Alle opdr.verw. . U krijgt nu nog éénmaal de gelegenheid te voorkomen dat alle afdruktaken Start/Stop? die u hebt verzonden, worden verwijderd. Opmerking: Alle herhaalde, gereserveerde en gecontroleerde afdruktaken worden verwijderd.
  • Pagina 83 Job-menu (vervolg) Menu-item Waarden BEWAARDE OPDR. Aantal afdrukken (vervolg) Als u op drukt om deze waarde te kiezen, wordt een lijst weergegeven met Selecteren taken die in het printergeheugen worden bewaard. De eerste taak wordt op de tweede regel weergegeven.. Aantal afdrukken <Opdracht #1 Gebruikersnaam>...
  • Pagina 84 Job-menu (vervolg) Menu-item Waarden Reset printer Druk op als u een printerreset wilt uitvoeren. Selecteren Opmerking: Voordat u selecteert, moet u de actieve toepassing afsluiten. Reset printer Als u Reset printer selecteert, worden voor elk menu-item de standaardinstellingen van de gebruiker hersteld. Alle bronnen (lettertypen, macro's, symbolensets) die in het printergeheugen (RAM) zijn geladen, worden verwijderd.
  • Pagina 85 Kwaliteitmenu Met het KWALITEITMENU wijzigt u instellingen die van invloed zijn op de kwaliteit van de afgedrukte tekens en afbeeldingen. Kwaliteitmenu Menu-item Waarden Resolutie 300 dpi 600 dpi* Beeldkw. 1200 Met de instelling Resolutie kunt u opgeven hoeveel dots per inch (dpi) worden afgedrukt. Hoe hoger deze instelling, des te scherper worden tekens en afbeeldingen afgedrukt.
  • Pagina 86 Kwaliteitmenu (vervolg) Menu-item Waarden Tonerzwarting Als u het menu-item selecteert, wordt het volgende bericht op de display van Tonerzwarting (vervolg) het bedieningspaneel weergegeven: Tonerzwarting =8 -..v..+* Op de tweede regel van de display ziet u een aantal punten ( ). Elke punt staat voor een van de getallen 1 tot en met 10 (van links naar rechts).
  • Pagina 87 Instellingmenu Met het INSTELLINGMENU kunt u een groot aantal printerfuncties configureren. Instellingmenu Menu-item Waarden Printertaal PCL-emulatie* PS Emulatie De printertaal bepaalt hoe de computer communiceert met de printer. De computer gebruikt printertalen, zoals PCL-emulatie en PostScript 3-emulatie, om gegevens naar de printer te sturen.
  • Pagina 88 Instellingmenu (vervolg) Menu-item Waarden Laden naar RAM* Flash Schijf Met het menu-item geeft u de locatie op waar geladen bronnen, zoals lettertypen Laden naar en macro's, worden opgeslagen. In het flash-geheugen of op de vaste schijf worden geladen bronnen permanent opgeslagen. In het RAM-geheugen.
  • Pagina 89 Instellingmenu (vervolg) Menu-item Waarden Timeout wachten Uitgeschakeld 15…65535 (40*) Met het menu-item bepaalt u hoeveel seconden de printer wacht totdat er Timeout wachten meer gegevens van de computer zijn ontvangen. Als deze timeout is verstreken, wordt de afdruktaak geannuleerd. Selecteer als u de optie wilt uitschakelen.
  • Pagina 90 Instellingmenu (vervolg) Menu-item Waarden Autom. doorgaan Uitgeschakeld* 5…255 Stel in op een waarde tussen 5 en 255 seconden als u wilt dat de printer Autom. doorgaan doorgaat met afdrukken nadat een van de volgende fouten is gedetecteerd: 34 Papier te kort 35 Bronnen opslaan uit.
  • Pagina 91 Instellingmenu (vervolg) Menu-item Waarden Cor. pap.storing Auto* is ingesteld op , wordt een pagina die is vastgelopen niet opnieuw Cor. pap.storing afgedrukt. is ingesteld op , blijft het beeld van een afgedrukte pagina in het Cor. pap.storing printergeheugen bewaard totdat de printer het signaal geeft dat de pagina in de uitvoerlade is beland.
  • Pagina 92 Instellingmenu (vervolg) Menu-item Waarden Beeldschermtaal English* Français Deutsch Italiano Español Dansk Norsk Nederlands Svenska Português Suomi De volgende talen worden op sommige bedieningspanelen als menu-item weergegeven: Japanese Russian Polski Magyar Türkçe Czech Met de instelling Beeldschermtaal geeft u aan in welke taal u de tekst op de display van het bedieningspaneel wilt weergegeven.
  • Pagina 93 Instellingmenu (vervolg) Menu-item Waarden Bffrgrootte taak Uitgeschakeld* 10…100% Als u in de printer een vaste schijf hebt geïnstalleerd, kunt u een gedeelte van de beschikbare ruimte op deze vaste schijf reserveren voor de verwerking van afdruktaken. De afdruktaak wordt tijdelijk opgeslagen op de vaste schijf voordat deze wordt uitgevoerd. Doorgaans wordt hierdoor geheugen vrijgemaakt op de hostcomputer.
  • Pagina 94 Instellingmenu (vervolg) Menu-item Waarden Taak-boekhouding Uit* is ingesteld op , worden statistische gegevens over de meest Taak-boekhouding recente afdruktaken opgeslagen op de vaste schijf. U krijgt bijvoorbeeld informatie over de uitvoering van de afdruktaak en eventuele fouten tijdens de uitvoering, hoeveel tijd de taak heeft gekost, de omvang (in bytes) van de afdruktaak, het geselecteerde papierformaat en de geselecteerde papiersoort, het totale aantal afgedrukte pagina's en het geselecteerde aantal exemplaren.
  • Pagina 95 PCL Emul-menu In het PCL EMUL-MENU wijzigt u printerinstellingen die alleen van invloed zijn op afdruktaken waarvoor PCL- emulatie als printertaal is gebruikt. PCL Emul-menu Menu-item Waarden Lettertypebron Intern* Laadbaar Flash Schijf Alle Met het menu-item bepaalt u welke lettertypen worden weergegeven in het Lettertypebron menu Lettertypenaam...
  • Pagina 96 PCL Emul-menu (vervolg) Menu-item Waarden Pitch 0,08…100 (in veelvouden van 0,01) (wordt alleen (10*) weergegeven voor niet-proportionele Pitch heeft betrekking op het aantal niet-proportionele tekens per inch (in horizontale lettertypen) richting). Als u een schaalbaar, niet-proportioneel lettertype hebt gekozen, kunt u een pitch voor dit lettertype selecteren.
  • Pagina 97 PCL Emul-menu (vervolg) Menu-item Waarden Regels/pagina 1…255 60* (Landspecifiek) 64* (Landspecifiek) Met het menu-item wijzigt u het aantal regels dat op elke pagina wordt Regels/pagina afgedrukt. U kunt voor een waarde selecteren tussen 1 en 255 regels per pagina. De Regels/pagina hoeveelheid ruimte tussen de regels (de regelafstand) wordt door de printer bepaald op basis van de instellingen voor...
  • Pagina 98 PCL Emul-menu (vervolg) Menu-item Waarden NIEUW NR. LADE MF-invoer toew. Lade 1 toewijzen Lade 2 toewijzen Handinvoer toew. Hand. env. toew. Elk van bovenstaande menu-items ondersteunt de volgende drie waarden: Uit* 0 ... 199 Geen STANDAARD TONEN Stand. instellen Opmerking: Het menu-item wordt alleen weergegeven als u de optionele Lade 2 toewijzen papierlade voor 500 vel hebt geïnstalleerd.
  • Pagina 99 PCL Emul-menu (vervolg) Menu-item Waarden Autom. CR bij LF Uit* Met het menu-item bepaalt u of de printer automatisch een harde return Autom. CR bij LF uitvoert na een stuuropdracht voor een nieuwe regel. Autom. LF bij CR Uit* Met het menu-item bepaalt u of de printer automatisch een nieuwe regel Autom.
  • Pagina 100 PostScriptmenu In het POSTSCRIPTMENU wijzigt u printerinstellingen die alleen van invloed zijn op afdruktaken waarvoor PostScript 3-emulatie als printertaal wordt gebruikt. PostScriptmenu Menu-item Waarden PictureGrade Aan* Met het menu-item PictureGrade ™ verbetert u de kwaliteit van afdrukken in grijstinten met een resolutie van 300 dpi of 600 dpi in PostScript 3-emulatie.
  • Pagina 101 Parallelmenu Met het PARALLELMENU wijzigt u instellingen die van invloed zijn op afdruktaken die naar de printer worden verzonden via de parallelle interface. Dit wordt op een van de volgende wijzen weergegeven: • STD PARALLEL • PARALLEL OPT 1 PARALLEL OPT 1 wordt alleen weergegeven als er een parallelle interfacekaart of USB-interface is geïnstalleerd.
  • Pagina 102 Parallelmenu (vervolg) Menu-item Waarden Werkstand NPA Auto* NPA is een werkstand voor bidirectionele communicatie op basis van conventies die zijn gedefinieerd in het Network Printing Alliance Protocol, een specificatie voor de communicatie tussen printer en host die is ontwikkeld door de NPA. In de werkstand NPA moeten afdrukgegevens op een speciale manier worden verwerkt.
  • Pagina 103 Parallelmenu (vervolg) Menu-item Waarden Taakbuffer Uit* Met een taakbuffer kunt u de verwerking van een afdruktaak uitstellen. De afdruktaak wordt tijdelijk opgeslagen op een optionele vaste schijf voordat deze wordt uitgevoerd. Doorgaans wordt hierdoor geheugen vrijgemaakt op de hostcomputer. Het menu-item wordt alleen weergegeven als de geïnstalleerde optionele vaste Taakbuffer schijf is geformatteerd en als deze niet is beschadigd of beveiligd tegen lezen/schrijven of...
  • Pagina 104 Parallelmenu (vervolg) Menu-item Waarden Werkst. paral. 1 Aan* Met het menu-item bedient u de afstopweerstanden voor de signalen van de Werkst. paral. 1 parallelle poort. Dit is nuttig voor computers met open collector-output voor de signalen van de parallelle poort. Stel in op als u de weerstanden wilt uitschakelen en op...
  • Pagina 105 Serieelmenu Met het SERIEELMENU wijzigt u instellingen die van invloed zijn op afdruktaken die naar de printer worden verzonden via de seriële interface. Het SERIEELMENU wordt als optie weergegeven, met de naam SERIEEL OPT. 1. SERIEEL OPT. 1 is alleen beschikbaar als u een Tri-port-interfacekaart hebt geïnstalleerd en het menu-item is ingesteld op...
  • Pagina 106 Serieelmenu (vervolg) Menu-item Waarden Werkstand NPA Auto* NPA is een werkstand voor bidirectionele communicatie op basis van conventies die zijn gedefinieerd in het Network Printing Alliance Protocol, een specificatie voor de communicatie tussen printer en host die is ontwikkeld door de NPA. In de werkstand NPA moeten afdrukgegevens op een speciale manier worden verwerkt.
  • Pagina 107 Serieelmenu (vervolg) Menu-item Waarden Polarit. RS-422 Normaal* Omgekeerd Stel de polariteit in op Normaal Omgekeerd Deze instelling is alleen beschikbaar als de configuratie voor seriële communicatie is ingesteld op . Selecteer RS-422 SERIEELMENU SERIEEL OPT. 1 RS-232/RS-422 RS-422 Serieel protocol DTR* (hardware-handshaking) DTR/DSR (hardware-handshaking) XON/XOFF (software-handshaking)
  • Pagina 108 Serieelmenu (vervolg) Menu-item Waarden Pariteit Even Oneven Geen* Negeren Met dit menu-item selecteert u de pariteit voor gegevensframes voor seriële invoer en uitvoer. De poort verwacht gegevensframes te ontvangen met een even aantal Even logische enen per byte. De poort verzendt XOFF en XON met een even pariteit.
  • Pagina 109 Netwerkmenu Met het NETWERKMENU wijzigt u instellingen die van invloed zijn op afdruktaken die naar de printer worden verzonden via de netwerkpoort. Het NETWERKMENU wordt als optie weergegeven, met de naam NETWERKOPT. 1. NETWERKOPT. 1 is alleen beschikbaar als u een optionele printerserver in de printer hebt geïnstalleerd.
  • Pagina 110 Netwerkmenu (vervolg) Menu-item Waarden Werkstand NPA Auto* NPA is een werkstand voor bidirectionele communicatie op basis van conventies die zijn gedefinieerd in het Network Printing Alliance Protocol, een specificatie voor de communicatie tussen printer en host die is ontwikkeld door de NPA. In de werkstand NPA moeten afdrukgegevens op een speciale manier worden verwerkt.
  • Pagina 111 Infraroodmenu Met het INFRAROODMENU wijzigt u instellingen die van invloed zijn op afdruktaken die naar de printer worden verzonden via de infraroodinterface. Als het menu-item is ingesteld op Infraroodpoort , zijn de overige menu-items in het Uitgeschakeld INFRAROODMENU niet beschikbaar. Dit menu wordt alleen weergegeven als u een Tri-port- interfacekaart hebt geïnstalleerd.
  • Pagina 112 Infraroodmenu (vervolg) Menu-item Waarden Werkstand NPA Auto* NPA is een werkstand voor bidirectionele communicatie op basis van conventies die zijn gedefinieerd in het Network Printing Alliance Protocol, een specificatie voor de communicatie tussen printer en host die is ontwikkeld door de NPA. In de werkstand NPA moeten afdrukgegevens op een speciale manier worden verwerkt.
  • Pagina 113 Infraroodmenu (vervolg) Menu-item Waarden Venstergrootte Auto* Met het menu-item geeft u het maximum aantal infraroodframes op dat de Venstergrootte printer kan ontvangen voordat een bevestiging naar de hostcomputer moet worden verzonden. Als u selecteert, stelt de printer de venstergrootte automatisch in tijdens het opstarten, Auto om de verbinding optimaal te laten functioneren.
  • Pagina 114 LocalTalk-menu Met het LOCALTALK-MENU wijzigt u instellingen die van invloed zijn op afdruktaken die naar de printer worden verzonden via de LocalTalk-poort. Als het menu-item is ingesteld op LocalTalk-poort , zijn de overige menu-items in het Uitgeschakeld LOCALTALK-MENU niet beschikbaar. Dit menu wordt alleen weergegeven als u een Tri-port- interfacekaart hebt geïnstalleerd.
  • Pagina 115 LocalTalk-menu (vervolg) Menu-item Waarden Werkstand NPA Auto* NPA is een werkstand voor bidirectionele communicatie op basis van conventies die zijn gedefinieerd in het Network Printing Alliance Protocol, een specificatie voor de communicatie tussen printer en host die is ontwikkeld door de NPA. In de werkstand NPA moeten afdrukgegevens op een speciale manier worden verwerkt.
  • Pagina 116 LocalTalk-menu (vervolg) Menu-item Waarden LocalTalk-naam Lexmark Optra M410 Dit is de naam van het printermodel dat is opgeslagen in het printergeheugen. Deze waarde kan niet worden gewijzigd met het bedieningspaneel. LocalTalk-adres (Het nummer van het LocalTalk-knooppunt) Dit is het nummer van het LocalTalk-knooppunt dat is toegewezen aan de printer. Deze waarde kan niet worden gewijzigd met het bedieningspaneel.
  • Pagina 117 USB-menu Met het USB-MENU wijzigt u instellingen die van invloed zijn op de USB-poort (Universal Serial Bus). Het USB- MENU kan worden weergegeven als standaardfunctie of als optie en heeft in elk van beide gevallen een andere naam: • STANDAARD-USB •...
  • Pagina 118 USB-menu (vervolg) Menu-item Waarden Werkstand NPA Auto* NPA is een werkstand voor bidirectionele communicatie op basis van conventies die zijn gedefinieerd in het Network Printing Alliance Protocol, een specificatie voor de communicatie tussen printer en host die is ontwikkeld door de NPA. In de werkstand NPA moeten afdrukgegevens op een speciale manier worden verwerkt.
  • Pagina 119 USB-menu (vervolg) Menu-item Waarden Taakbuffer Uit* Dit menu-item wordt alleen weergegeven als u standaard-USB gebruikt en een optionele vaste schijf hebt geïnstalleerd. Met een taakbuffer kunt u de verwerking van een afdruktaak uitstellen. De afdruktaak wordt tijdelijk opgeslagen op een optionele vaste schijf voordat deze wordt uitgevoerd. Meestal komt hierdoor geheugen vrij op de hostcomputer.
  • Pagina 120 Faxmenu Met het FAXMENU wijzigt u instellingen die van invloed zijn op faxgegevens die de printer ontvangt via de seriële interface op de optionele Tri-port-interfacekaart. Als u de optionele Tri-port-interfacekaart hebt geïnstalleerd, kan de printer faxgegevens ontvangen en afdrukken. Als u hebt ingesteld op , zijn de Faxpoort...
  • Pagina 121 Faxmenu (vervolg) Menu-item Waarden Pariteit fax Even Oneven Geen* Negeren Met het menu-item selecteert u de pariteit voor fax-gegevensframes. Pariteit fax De poort verwacht gegevensframes te ontvangen met een even aantal logische Even enen per byte. De poort verzendt XOFF en XON met een even pariteit. Als de poort een pariteitsfout ontdekt, wordt een omgekeerd vraagteken door de poort naar de printer verzonden in plaats van het teken dat door het hostsysteem is verzonden.
  • Pagina 122 Faxmenu (vervolg) Menu-item Waarden Faxpapierformaat A4* (Landspecifiek) JIS B5 Letter* (Landspecifiek) Legal Executive Universal Met het menu-item geeft u het formaat op van het afdrukmateriaal waarop Faxpapierformaat faxgegevens worden afgedrukt. De opmaak van inkomende faxen wordt automatisch aangepast aan het papierformaat dat is ingesteld met het menu-item Faxpapierformaat De printer gebruikt automatisch de papierbron die het juiste papierformaat en de juiste papiersoort bevat die u hebt opgegeven met...
  • Pagina 123 Faxmenu (vervolg) Menu-item Waarden Fax papiersoort Standaardpapier* Karton Transparant Etiketten Bankpost Briefhoofd Voorbedrukt Kleurpapier Aangepast 1 Aangepast 2 Aangepast 3 Aangepast 4 Aangepast 5 Aangepast 6 Met het menu-item Fax papiersoort geeft u de soort afdrukmateriaal op waarop faxgegevens worden afgedrukt. De printer gebruikt automatisch de papierbron die het juiste papierformaat en de juiste papiersoort bevat, zoals opgegeven met de menu-items Faxpapierformaat...
  • Pagina 124 Config menu Het CONFIG MENU is alleen toegankelijk als u de volgende stappen uitvoert: Schakel de printer uit (O). Druk op , houd beide knoppen Selecteren Return ingedrukt en zet vervolgens de printer aan (|). Laat de knoppen los zodra op de display het bericht wordt weergegeven.
  • Pagina 125 Config menu (vervolg) Menu-item Waarden Fabriekswaarden Alles herstellen Als u kiest, heeft dat het volgende resultaat: Alles herstellen • Alle bronnen (lettertypen, macro's, symbolensets) die in het printergeheugen (RAM) zijn geladen, worden verwijderd. (Dit geldt niet voor bronnen in het flash-geheugen of op de optionele vaste schijf.) •...
  • Pagina 126 Afdruk-/ Met de functie Afdruk-/wachtstandtaken kunt u de uitvoering van een afdruktaak uitstellen, de taak later wachtstandtaken uitvoeren en om extra exemplaren vragen. Opmerking: Er zijn vier soorten taken in afdruk-/wachtstandtaken: Voor de functie Afdruk-/wachtstandtaken moet • Vertrouwelijke afdruktaak minimaal 8 MB printergeheugen •...
  • Pagina 127 • Als u extra exemplaren van een vertrouwelijke taak wilt afdrukken, raadpleegt u Aantal afdrukken pagina 65. • Als u alle vertrouwelijke taken wilt verwijderen, raadpleegt u op pagina 63. Alle opdr.verw. • Als u een specifieke vertrouwelijke taak wilt verwijderen, raadpleegt u Opdracht verw.
  • Pagina 128 Gecontroleerde afdruktaak Als u een gecontroleerde afdruktaak maakt, wordt deze taak opgemaakt. Vervolgens wordt één exemplaar afgedrukt. Als er nog meer exemplaren zijn opgegeven, worden deze in het printergeheugen bewaard. U geeft het gewenste aantal exemplaren op als u de taak via het printerstuurprogramma verzendt.
  • Pagina 129 U drukt als volgt het aantal exemplaren af dat in het stuurprogramma is ingesteld: Selecteer Opdr.afdrukken Selecteer de afdruktaak. De overige exemplaren worden afgedrukt. Zodra alle exemplaren zijn afgedrukt, wordt de taak uit het printergeheugen verwijderd. Raadpleeg op pagina 68 voor meer informatie. Opdr.afdrukken Bewaarde Als u een herhaalde, gereserveerde of gecontroleerde...
  • Pagina 130 PIN-code Als u een vertrouwelijke taak verzendt vanuit een toepassing of printerstuurprogramma, wordt deze (Personal verwerkt en in het printergeheugen bewaard. Daarbij Identification wordt aan de taak in het printergeheugen een PIN-code Number) invoeren (Personal Identification Number) toegewezen. U kunt een vertrouwelijke taak alleen verwijderen of afdrukken nadat u met het bedieningspaneel de bijbehorende PIN-code hebt ingevoerd.
  • Pagina 131 Als u een fout maakt, bijvoorbeeld door een verkeerd cijfer in te voeren, gaat u door met het intoetsen van willekeurige knoppen, totdat het bericht wordt weergegeven. Geen opdr Opnieuw? Druk op om de display te wissen en de Start prompt opnieuw weer te geven.
  • Pagina 132 Opmaakfouten in Als u op de display van het bedieningspaneel een bliksemflits ziet, betekent dit dat in ten minste één afdruk-/ opdracht van de afdruk-/wachtstandtaken een wachtstandtaken opmaakfout is opgetreden. Dit symbool ziet er als volgt uit: Opmerking: Als een dergelijke fout zich voordoet, kan een deel van de Waar in de verwerkte afdruktaak waarschijnlijk nog wel worden documentatie wordt gesproken...
  • Pagina 133 Als u een van de waarden Opdr.afdrukken Opdracht verw. selecteert voor het menu-item Aantal afdrukken of het menu-item OPDR.VERTROUWEL. BEWAARDE OPDR. wordt een bliksemflits bij deze waarde weergegeven als een opmaakfout is opgetreden in de opdracht die op dat moment wordt weergegeven. Stel dat u bijvoorbeeld drie afdruktaken naar de printer hebt verzonden en er in de tweede opdracht een opmaakfout is opgetreden.
  • Pagina 134 Afdrukmateriaal In dit hoofdstuk worden de specificaties en richtlijnen voor de verschillende typen afdrukmateriaal die u kunt gebruiken behandeld. Bovendien kunt u hier belangrijke Universeellader informatie lezen over de papierbronnen en uitvoerladen. De printer beschikt over twee standaard papierbronnen, namelijk de invoerlade voor 250 vel en de universeellader, en over twee uitvoerladen.
  • Pagina 135 Papierbronnen en - In de volgende tabel staan de typen en hoeveelheden vermeld die u voor de papierbronnen kunt gebruiken. formaten Raadpleeg “Richtlijnen voor afdrukmateriaal” op pagina 124 voor meer informatie over de keuze van het afdrukmateriaal dat u kunt gebruiken in de printer. Raadpleeg “Papier- en envelopafmetingen”...
  • Pagina 136 In de volgende tabel staan de papier- en envelopformaten vermeld die u met de printer kunt gebruiken. Papier- en envelopafmetingen Papier Afmetingen Envelop Afmetingen 210 x 297 mm 7 3/4 Envelop 98,4 x 190,5 mm (Monarch) 148 x 210 mm 9 Envelop 98,4 x 225,4 mm (Alleen universeellader)
  • Pagina 137 Richtlijnen voor Als u het juiste afdrukmateriaal (papier, enveloppen, etiketten, transparanten, karton) selecteert, kunt u afdrukmateriaal problemen met de printer voorkomen. Opmerking: In de hiernavolgende paragrafen ziet u richtlijnen voor de Raadpleeg keuze van het juiste afdrukmateriaal voor de printer. Card Stock &...
  • Pagina 138 Briefhoofd Voorbedrukt papier, zoals briefhoofdpapier, moet bestand zijn tegen temperaturen tot 200° C zonder te smelten of gevaarlijke stoffen af te geven. Gebruik inkt die niet wordt aangetast door de hars in de toner of de siliconen in het verhittingsstation. Oxidatievaste inktsoorten en inktsoorten op basis van olie zouden aan deze vereisten moeten voldoen.
  • Pagina 139 U drukt als volgt af op enveloppen: Opmerking: Let bij het afdrukken op enveloppen op dat • Gebruik enveloppen van 75 tot 105 g/m u de hebt PAPIERBRON bankpostpapier. Voor de beste prestaties en ingesteld op MF-lader papierstoringen zoveel mogelijk te voorkomen hebt (hand) PAPIERSOORT...
  • Pagina 140 Maak altijd eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden etiketten aanschaft. Raadpleeg Card Stock & Label Guide op de cd die bij de printer wordt geleverd, voor uitgebreide informatie over het afdrukken op etiketten, de eigenschappen en het ontwerp. Opmerking: U drukt als volgt af op etiketten: Stel bij het afdrukken op etiketten...
  • Pagina 141 • Gebruik geen etiketten waarvan de lijm aan de oppervlakte ligt. • Etiketten van vinyl kunt u invoeren vanuit de invoerlade voor 250 vel of de universeellader. Nadat ongeveer 10.000 vellen met etiketten zijn afgedrukt (of elke keer dat u de cartridge vervangt), moet u de volgende stappen uitvoeren om ervoor te zorgen dat de invoer van vellen goed blijft verlopen: Druk 5 vellen papier af.
  • Pagina 142 Nadat ongeveer 10.000 pagina's karton zijn afgedrukt (of elke keer dat u de cartridge vervangt), moet u de volgende stappen uitvoeren om ervoor te zorgen dat de invoer van de vellen goed blijft verlopen: Druk 5 vellen papier af. Wacht ongeveer 5 seconden. Druk nogmaals 5 vellen papier af.
  • Pagina 143 Een invoerlade laden De printer beschikt over één standaardinvoerlade voor 250 vel die geschikt is voor vijf papierformaten: A4, B5, LTR (Letter), LGL (Legal), en EXE (Executive). De invoerlade voor 250 vel kan ook worden gebruikt voor etiketten en transparanten U kunt ook de optionele lade voor 500 vel aanschaffen als papierbron.
  • Pagina 144 Schuif de lengtegeleider naar de juiste positie Papierformaatindicators Lengtegeleider voor het formaat van het afdrukmateriaal dat u wilt laden. – Als u gebruikmaakt van de invoerlade voor Nokje van lengte- 250 vel, drukt u het nokje van de lengtegeleider geleider met één hand omlaag en schuift u met de andere hand de lengtegeleider naar de juiste positie voor het papierformaat dat u gebruikt.
  • Pagina 145 Opmerking: In deze voorbeelden ziet u hoe u de afstellingen voor het papierformaat Letter (LTR) aanbrengt. De papierformaatindicators zijn afkortingen voor papierformaten die worden gebruikt voor het plaatsen van de lengtegeleider. Druk het nokje van de breedtegeleider omlaag en Nokje van breedtegeleider schuif de geleider geheel naar rechts in de invoerlade (zie afbeelding).
  • Pagina 146 Plaats het afdrukmateriaal tegen de linkerzijde van de invoerlade onder het metalen hoekplaatje. Let er op de aanbevolen afdrukzijde omlaag ligt en dat de voorrand van het materiaal naar de voorkant van de invoerlade is geplaatst. Raadpleeg “Afdrukken op briefhoofdpapier” op pagina 141 voor meer informatie over het laden van voorbedrukt briefhoofdpapier.
  • Pagina 147 Druk rechts tegen de breedtegeleider om deze naar links tegen het papier te plaatsen. Zorg dat de geleider niet te strak tegen het papier drukt. Breedtegeleider Opmerking: Als de breedtegeleider te strak tegen het afdrukmateriaal zit, kunnen de vellen verkeerd worden ingevoerd.
  • Pagina 148 De universeellader De printer beschikt over één standaard universeellader die geschikt is voor verschillende formaten en soorten laden afdrukmateriaal, zoals papier, karton, transparanten, briefkaarten, memokaarten en enveloppen. U kunt ongeveer 100 vel papier van 75 g/m per keer laden. U kunt ook per keer ongeveer 10 enveloppen of 20 transparanten laden.
  • Pagina 149 Buig de vellen enkele malen om deze los te maken. Waaier de vellen vervolgens uit. Vouw of kreuk het afdrukmateriaal niet. Maak op een platte ondergrond een rechte stapel. Opmerking: Laad geen verschillende formaten of soorten afdrukmateriaal tegelijk in de universeellader. Hierdoor kan het materiaal vastlopen.
  • Pagina 150 Opmerking: Maak de stapel niet hoger dan de maximumstapelhoogte die wordt aangegeven aan de linkerkant van de universeellader. Schuif het afdrukmateriaal zo ver mogelijk in de universeellader. Oefen hierbij geen kracht uit. Hierdoor kunnen papierstoringen optreden. Schuif de breedtegeleider naar links tot deze licht Breedtegeleider tegen het afdrukmateriaal drukt.
  • Pagina 151 Papieruitvoerladen De printer heeft twee standaarduitvoerladen. In de volgende paragrafen wordt beschreven hoe u de gebruiken uitvoerladen van de printer gebruikt. In de standaarduitvoerlade kunt u 250 vel papier laden. Deze uitvoerlade bevindt zich boven op de printer. standaarduitvoerlade Afdruktaken worden automatisch naar de standaarduitvoerlade gestuurd.
  • Pagina 152 De achterste Voor afdrukken op andere formaten en typen afdrukmateriaal, zoals papier, karton, transparanten, uitvoerlade briefkaarten en enveloppen, kunt u de achterste uitvoerlade gebruiken. In de achterste uitvoerlade kunt u 20 vel papier laden. Deze uitvoerlade bevindt zich aan de achterzijde van de printer.
  • Pagina 153 Trek aan de handgreep om de achterste uitvoerlade te openen. Achterste uitvoerlade Breng de metalen balk omhoog om de achterste uitvoerlade te verlengen. Metalen balk Hoofdstuk 4: Afdrukmateriaal...
  • Pagina 154 Sluit de klep van de achterste uitvoerlade als u klaar bent met afdrukken. Breng de metalen balk omhoog om de achterste uitvoerlade in te klappen. Zorg dat de metalen balk op zijn plaats klikt. Sluit de klep van de achterste uitvoerlade. Afdrukken op Informeer bij de fabrikant of leverancier of het voorbedrukte briefhoofdpapier geschikt is voor gebruik in...
  • Pagina 155 Laden koppelen Als u hetzelfde formaat en dezelfde soort afdrukmateriaal gebruikt in alle papierbronnen (invoerladen en universeellader) en de instellingen in het PAPIERMENU voor alle bronnen gelijk zijn, wordt de functie voor automatisch koppelen van laden geactiveerd. Als u bijvoorbeeld hetzelfde formaat en dezelfde soort afdrukmateriaal hebt geladen in de lade voor 250 vel en de optionele lade voor 500 vel, zal de printer afdrukmateriaal selecteren uit de andere laden als de ene...
  • Pagina 156 Dubbelzijdig Als u afdrukt op voorbedrukt briefhoofdpapier vanuit de universeellader, laadt u dit papier met de voorbedrukte afdrukken vanuit de zijde omhoog, zodat de bovenrand van het vel met het universeellader briefhoofd eerst in de printer wordt ingevoerd. Als u op de andere zijde afdrukt, laadt u het papier met de voorbedrukte zijde omlaag en de bovenrand van het vel in de richting van de printer.
  • Pagina 157 • Buig het afdrukmateriaal, waaier het uit en maak er een rechte stapel van voordat u het in de printer laadt. Als zich papierstoringen voordoen, probeer dan het afdrukmateriaal handmatig met één vel tegelijk te laden. • Laad niet te veel afdrukmateriaal in de papierbronnen.
  • Pagina 158 Universeellader De universeellader bevindt zich aan de voorzijde van de printer. U kunt de universeellader sluiten als u deze niet gebruikt, zodat de printer minder ruimte inneemt. De universeellader is geschikt voor afdrukken op andere formaten en soorten afdrukmateriaal, zoals papier, karton, transparanten, briefkaarten, memokaarten en enveloppen.
  • Pagina 159 Let er bij het afdrukken vanuit de universeellader op dat u hebt ingesteld voor de PAPIERFORMAAT PAPIERSOORT Selecteer ook in de toepassing het universeellader. papierformaat en de papiersoort voor het geladen afdrukmateriaal. Raadpleeg PAPIERFORMAAT pagina 41 en op pagina 43 voor meer PAPIERSOORT informatie.
  • Pagina 160 De universeellader U opent de klep van de universeellader als volgt: openen Druk de onderste ontgrendelingshendel linksvoor in om de klep van de universeellader te ontgrendelen. De klep van de universeellader is dezelfde als de onderste voorklep. De klep van de universeellader valt open en blijft op zijn plaats.
  • Pagina 161 Kijk waar zich de metalen balk in de uitsparing op de universeellader bevindt. Trek de metalen balk recht naar buiten om de universeellader te verlengen. Opmerking: Verleng de metalen balk tot de maximumlengte zodat u ook langer papier kunt invoeren. Hoofdstuk 5: Universeellader...
  • Pagina 162 De universeellader Als u het afdrukmateriaal op de juiste wijze laadt, is er minder kans dat het vastloopt en kunt u zonder laden problemen afdrukken. In de volgende paragrafen ziet u uitgebreide instructies voor het laden van afdrukmateriaal. Opmerking: Let op de aanbevolen afdrukzijde van het afdrukmateriaal (aangegeven op de verpakking) en laad het...
  • Pagina 163 Schuif de papiergeleider helemaal naar de Breedtegeleider rechterkant van de universeellader. voor papier Bereid het afdrukmateriaal voor: – Buig de vellen papier enkele malen om deze los te maken. Waaier de vellen vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een platte ondergrond een rechte stapel van de vellen.
  • Pagina 164 Opmerking: Raak de afdrukzijde van transparanten niet aan met uw handen. Maak ook geen krassen op de afdrukzijde. – Waaier enveloppen enkele malen om deze los te maken. Vouw of kreuk de enveloppen niet. Maak op een platte ondergrond een rechte stapel. Kijk waar de stapelhoogtebegrenzing zich aan de linkerkant van de universeellader bevindt.
  • Pagina 165 U laadt het afdrukmateriaal als volgt: – Laad papier met de aanbevolen afdrukzijde naar boven en zo dat de bovenrand het eerst wordt ingevoerd (zie afbeelding). Opmerking: De stapel mag niet hoger zijn dan de maximumstapelhoogte die wordt aangegeven aan de linkerkant van de universeellader.
  • Pagina 166 – Laad transparanten met de aanbevolen afdrukzijde naar boven en zo dat de bovenrand het eerst wordt ingevoerd (zie afbeelding). – Laad enveloppen met de klepzijde omlaag en zo dat de ruimte voor de postzegel het laatst wordt ingevoerd. Laad nooit enveloppen met postzegels. De postzegel is alleen ter verduidelijking in de afbeelding weergegeven.
  • Pagina 167 Waarschuwing! Gebruik geen enveloppen met klemmetjes, drukkers, vensters, bedrukte binnenzijde of zelfklevende sluitingen. Het gebruik van deze enveloppen kan de printer ernstig beschadigen. Schuif het afdrukmateriaal zo ver mogelijk in de universeellader. Oefen hierbij geen kracht uit. Dit kan namelijk leiden tot papierstoringen. Opmerking: Als enveloppen vastlopen tijdens het afdrukken,...
  • Pagina 168 De universeellader Nadat u het afdrukmateriaal in de universeellader hebt geladen, selecteert u de papierbron vanuit de toepassing. Vervolgens selecteert u het papierformaat en de papiersoort zowel in de toepassing als op het bedieningspaneel. U stelt het bedieningspaneel als volgt in: Opmerking: De instellingen in de software kunnen de...
  • Pagina 169 De universeellader Ga als volgt te werk als het afdrukken vanuit de universeellader is voltooid: sluiten Verwijder het afdrukmateriaal. Duw de metalen balk recht naar binnen om de universeellader in te klappen tot de kortste stand. Sluit de klep van de universeellader. Sluit de achterste uitvoerlade als u hebt afgedrukt op materiaal met een lengte van 152,4 mm of minder.
  • Pagina 170 Printerberichten In dit gedeelte worden de verschillende berichten beschreven die op het bedieningspaneel kunnen worden weergegeven. Statusberichten geven informatie over de huidige status van de printer. Interventieberichten geven aan dat er printerfouten zijn opgetreden die u moet oplossen. Onderhoudsberichten geven aan dat er storingen zijn opgetreden waarvoor u waarschijnlijk een onderhoudsmonteur moet inschakelen.
  • Pagina 171 Regel 1, berichten Statusbericht Betekenis en toegestane actie Menuwijzigingen activeren De printer is opnieuw gestart om een gewijzigde printerinstelling te activeren. Tijdens de weergave van dit bericht kunnen de knoppen niet worden gebruikt. Bezig De printer is bezig met het ontvangen, verwerken of afdrukken van gegevens. Het <waarschuwing>...
  • Pagina 172 Statusbericht Betekenis en toegestane actie Taak wordt geannuleerd De printer verwerkt een verzoek tot het annuleren van de huidige afdruktaak. Taak wissen De printer verwijdert alle taakgegevens die zijn opgeslagen op de schijf. Boekh status Tijdens de weergave van dit bericht kunnen de knoppen niet worden gebruikt. De printer defragmenteert het optionele flash-geheugen om ruimte vrij te maken die Bezig met defragmenteren NIET UITZETTEN...
  • Pagina 173 Statusbericht Betekenis en toegestane actie Ongeldige Dit bericht wordt weergegeven als de code in de interne printerserver (ook wel interne netwerk 1-code netwerkadapter of INA genoemd) niet is geprogrammeerd of als de code ongeldig is. Als dit bericht wordt weergegeven, kunt u de netwerkcode laden. Als dit bericht wordt weergegeven, worden de berichten Gereed Bezig...
  • Pagina 174 Statusbericht Betekenis en toegestane actie Directory De printer is bezig met het verwerken of afdrukken van een lijst van alle bestanden in wordt afgedrukt het flash-geheugen of op de vaste schijf. Lettertypelijst De printer is bezig met het verwerken of afdrukken van een lijst van alle beschikbare wordt afgedrukt lettertypen voor de geselecteerde printertaal.
  • Pagina 175 Statusbericht Betekenis en toegestane actie Opdrachten in wachtrij De printer geeft een of meer afdruk- en wachtstandtaken in de wachtrij door om te worden afgedrukt. Dit bericht wordt weergegeven als u Opdr.afdrukken Alle hebt geselecteerd en u geen taken hebt geselecteerd opdr.afdr.
  • Pagina 176 Statusbericht Betekenis en toegestane actie Gereed De printer is gereed en de werkstand Hex Trace is actief. Met Hex Trace kan de <waarschuwing> oorzaak van een probleem met een afdruktaak worden opgespoord. Als Hex Trace geselecteerd, worden alle gegevens die naar de printer worden gestuurd, afgedrukt in de vorm van hexadecimale waarden en tekens.
  • Pagina 177 Statusbericht Betekenis en toegestane actie Fabrieksinstell. De fabriekswaarden van de printer worden hersteld. De fabriekswaarden worden worden hersteld hersteld door Fabriekswaarden te selecteren in het MENU EXTRA of door te selecteren in het Fabriekswaarden CONFIG MENU Raadpleeg pagina 56 of pagina 112 voor meer informatie over de printerinstellingen die hierdoor worden beïnvloed.
  • Pagina 178 Waarschuwings- Waarschuwingsberichten geven aanvullende informatie over de printerstatus. Hier volgt een voorbeeld van een berichten waarschuwingsbericht dat wordt weergegeven op het bedieningspaneel als de printer in de toestand Gereed staat: Gereed Lade 1 afwezig In dit voorbeeld is Lade 1 afwezig waarschuwingsbericht.
  • Pagina 179 Interventieberichten Interventieberichten geven aan dat er printerfouten zijn opgetreden die door u moeten worden opgelost voordat u door kunt gaan met afdrukken. De berichten worden weergegeven op numerieke en vervolgens op alfabetische volgorde. Opmerking: In het geval van papierstoringen moet u alle afdrukmateriaal uit de papierbaan verwijderen.
  • Pagina 180 Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie 37 Onvoldoende Het printergeheugen dat wordt gebruikt voor het opslaan van pagina's met gegevens geh. voor sort. is te vol om de rest van de afdruktaak te kunnen sorteren. • Druk op Start om het bericht te wissen, het gedeelte van de afdruktaak dat zich al in het geheugen bevindt af te drukken en de rest van de taak te sorteren.
  • Pagina 181 Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie 38 Geheugen vol De printer verwerkt gegevens, maar het geheugen dat wordt gebruikt voor het opslaan van pagina's is vol. • Druk op Start om het bericht te wissen en door te gaan met het afdrukken van de huidige taak.
  • Pagina 182 Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie 52 Flash vol Er is onvoldoende ruimte in het flash-geheugen voor de opslag van verzonden gegevens. • Druk op Start om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Geladen lettertypen en macro's die niet eerder zijn opgeslagen in het flash-geheugen, worden verwijderd.
  • Pagina 183 Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie 54 Serieel Er is een interfacefout (framing of pariteit) waargenomen op de seriële poort. Deze opt. 1-fout fout duidt er in de meeste gevallen op dat de seriële verbinding onjuist is ingesteld. Als de seriële fout wordt weergegeven, worden alle andere seriële fouten onderdrukt tot de interfaceparameters zijn gewijzigd of de printer opnieuw is ingesteld.
  • Pagina 184 Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie 55 Onvoldoende De koppelingsbuffer van de printer die wordt gebruikt voor het verwerken van buffer fax gegevens, is te vol om een binnenkomende fax te ontvangen. Dit bericht wordt meestal weergegeven als de printer bezig is met het ontvangen, verwerken of afdrukken van gegevens vanaf een host-interfaceverbinding terwijl er faxgegevens worden ontvangen via een seriële interfacepoort die is geconfigureerd voor de verwerking van faxen.
  • Pagina 185 Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie 56 Strd par. prt Er zijn gegevens doorgegeven aan de printer via de parallelle poort, maar de parallelle uitgeschakeldf poort is uitgeschakeld. Als dit foutbericht wordt weergegeven, worden alle andere 56 Parall. poort 1 foutberichten onderdrukt totdat de menu's zijn geactiveerd of u de printer opnieuw uitgeschakeld hebt ingesteld.
  • Pagina 186 Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie 63 Schijf niet De printer heeft waargenomen dat de schijf niet is geformatteerd. Dit bericht wordt geformatteerd weergegeven als u de printer aan (|) zet. U moet de optionele schijf formatteren voordat u bewerkingen kunt uitvoeren waarvoor een vaste schijf is vereist.
  • Pagina 187 Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie 203 Papier vast De printer heeft een papierstoring achter de achterklep van de uitvoerlade Papier te kort waargenomen. Open de achterklep van de uitvoerlade en verwijder voorzichtig het vastgelopen afdrukmateriaal. Laat de achterklep van de uitvoerlade open. Stel in op via het bedieningspaneel.
  • Pagina 188 Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie Inv.bron<wijzigen> Op regel 2 wordt het volgende weergegeven: <Naam Aangepast> • Een door de gebruiker gedefinieerde naam voor Aangepast 1 <Naam Aangepast> <formaat> tot en met 6. De naam is ingekort zodat deze op de display past. Namen voor <type><formaat>...
  • Pagina 189 Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie Verb. lade 2 De communicatie tussen de printer en de optionele lade voor 500 vel is verbroken. controleren De communicatie kan zijn verbroken doordat de optionele lade voor 500 vel uit de printer is verwijderd, bijvoorbeeld voor het verwijderen van vastgelopen papier. Het is mogelijk dat de optionele lade voor 500 vel nog aan de printer is gekoppeld, maar niet volledig is aangesloten of een hardwarestoring bevat.
  • Pagina 190 Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie Lade 1 plaatsen Dit bericht wordt weergegeven als de printer afdrukmateriaal uit Lade 1 (invoerlade voor 250 vel) nodig heeft. De printer vraagt u de invoerlade voor 250 vel te plaatsen zodat de afdruktaak kan worden uitgevoerd. Dit bericht wordt bijvoorbeeld weergegeven als u de lade voor 250 vel tijdens het afdrukken van een taak hebt verwijderd om afdrukmateriaal bij te vullen.
  • Pagina 191 Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie Laden <invoerbron> De printer probeert afdrukmateriaal te laden uit een invoerbron die leeg is. <Naam Aangepast> Op regel 1 wordt de invoerbron weergegeven ( ). Hierbij komen de <invoerbron> <formaat> volgende mogelijkheden voor: <type><formaat> •...
  • Pagina 192 Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie Handmatig laden De printer verzoekt u handmatig afdrukmateriaal vanuit de universeellader te laden. <Naam Aangepast> Op regel 2 wordt het volgende weergegeven: <formaat> • Een door de gebruiker gedefinieerde naam voor Aangepast 1 <type><formaat> <Naam Aangepast>...
  • Pagina 193 Interventiebericht Betekenis en te ondernemen actie Open achterklep Het afdrukmateriaal in de universeellader is 152,4 mm of korter en de achterklep van de uitvoerlade is niet geopend. Als dit bericht wordt weergegeven, hebt u de volgende mogelijkheden: • Open de achterklep van de uitvoerlade zodat het afdrukmateriaal eruit kan. •...
  • Pagina 194 Printerproblemen oplossen Sommige printerproblemen zijn zeer gemakkelijk op te lossen. Controleer eerst de volgende zaken wanneer zich een probleem voordoet: • Het netsnoer is aangesloten op de printer en op een Opmerking: Raadpleeg geaard stopcontact. “Printerberichten” op pagina 157 als een foutbericht wordt •...
  • Pagina 195 In de tabellen in dit hoofdstuk worden printerproblemen en mogelijke oplossingen beschreven. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger als de voorgestelde oplossing het probleem niet verhelpt. Ga naar de betreffende pagina voor aanwijzingen voor uw printerprobleem: Probleem met... Zie pagina... Display Afdrukkwaliteit Afdrukken...
  • Pagina 196 Wanneer de test is voltooid, wordt Gereed weergegeven. Zet de printer uit (O) en neem contact op met Technische ondersteuning van Lexmark als de berichten niet worden weergegeven. Menu-instellingen die worden Instellingen in de toepassing, het printerstuurprogramma of de gewijzigd met behulp van het...
  • Pagina 197 1284-compatibele parallelle kabel te gebruiken, zoals Lexmark artikelnummer 1329605 (3 m) of 1427498 (6 m). Als u de USB-poort gebruikt, wordt u geadviseerd de kabel met Lexmark artikelnummer 12A2405 (2M) te gebruiken. • Probeer een rechtstreeks verbinding als de printer is verbonden via een schakelapparaat.
  • Pagina 198 Probleem (vervolg) Actie (vervolg) Het afdrukmateriaal wordt • Controleer of het afdrukmateriaal dat u gebruikt, voldoet aan de specificaties verkeerd ingevoerd of er worden voor de printer. Raadpleeg “Richtlijnen voor afdrukmateriaal” op pagina 124 meerdere vellen ingevoerd. voor meer informatie. •...
  • Pagina 199 47 voor meer informatie. • Controleer of het afdrukmateriaal voldoet aan de printerspecificaties. Raadpleeg “Afdrukmateriaal” op pagina 121 voor meer informatie. • Neem contact op met Technische ondersteuning van Lexmark als het probleem aanhoudt. Er komt toner op de achterzijde Er zit toner op de overdrachtrol.
  • Pagina 200 Probleem (vervolg) Actie (vervolg) Er verschijnen verticale strepen op • De toner is mogelijk bijna op. Verwijder de cartridge. Schud de cartridge de pagina. zachtjes heen en weer om de resterende toner te kunnen gebruiken. Plaats de cartridge terug. Raadpleeg “Cartridges installeren” op pagina 4 voor aanwijzingen.
  • Pagina 201 Probleem (vervolg) Actie (vervolg) De pagina of een gedeelte van de • Controleer of de cartridge goed is geïnstalleerd. Raadpleeg “Cartridges pagina is zwart. installeren” op pagina 4 voor meer informatie. • Als de laadrol is vervangen, controleer dan of die op de juiste wijze is geïnstalleerd.
  • Pagina 202 Probleem (vervolg) Actie (vervolg) De optie functioneert niet goed Optionele lade: Controleer of de verbinding tussen de optionele lade voor 500 nadat die is geïnstalleerd. vel en de printer in orde is. Raadpleeg “Optionele lade voor 500 vel” op pagina 233 voor meer informatie. Controleer of het afdrukmateriaal op de juiste wijze is geladen.
  • Pagina 203 Probleem Actie Taak is niet afgedrukt of de Als u een Lexmark interne printerserver of externe printerserver gebruikt, verkeerde tekens zijn afgedrukt. controleer dan of die goed is ingesteld en of de netwerkkabel is aangesloten. Opmerking: Raadpleeg de documentatie bij de printerserver voor meer informatie.
  • Pagina 204 Overige problemen en vragen Probleem Actie Hoe kom ik aan actuele Raadpleeg “MarkVision - inleiding” op pagina 26 voor meer informatie. printerstuurprogramma's of hulpprogramma's? Hoe sluit ik een seriële kabel aan Voor een seriële verbinding is een optionele adapter nodig. De optionele Tri- op de printer? port-interfacekaart ondersteunt het seriële protocol RS-232C/RS-422A.
  • Pagina 205 Hoofdstuk 7: Printerproblemen oplossen...
  • Pagina 206 Vastgelopen papier verwijderen De meeste papierstoringen kunt u vermijden door zorgvuldig het materiaal waarop u afdrukt te kiezen en dit materiaal op de juiste wijze te laden. Als er toch papier vastloopt, voert u de stappen uit die in dit hoofdstuk worden beschreven.
  • Pagina 207 Plaatsen waar In de volgende afbeelding ziet u hoe het afdrukmateriaal door de printer heen wordt gevoerd. De loop van de papier kan papierbaan hangt af van de geselecteerde invoerbron en vastlopen uitvoerlade. De plaatsen waar papier kan vastlopen, zijn ook aangegeven.
  • Pagina 208 Let op! Achterin de printer kan het heet zijn. Het is mogelijk dat u de uiteinden van het afdrukmateriaal niet kunt zien. Trek voorzichtig aan de rechterzijde van het afdrukmateriaal totdat de rechterbovenhoek los is. Trek het afdrukmateriaal met beide handen in opwaartse richting naar rechts en vervolgens naar buiten.
  • Pagina 209 Opmerking: Als het afdrukmateriaal niet meteen meegeeft als u eraan trekt, moet u niet blijven trekken. Verwijder het afdrukmateriaal dan via de achterklep van de uitvoerlade. Raadpleeg “202 Papier vast - Open achterklep” op pagina 196 voor meer informatie. 202 Papier vast - Papierstoringen in de volgende gebieden leiden tot een 202-bericht.
  • Pagina 210 Kijk waar de handgreep aan de achterklep van de uitvoerlade zich bevindt en trek deze naar u toe. De achterklep van de uitvoerlade gaat open en klapt naar u toe. Raadpleeg “De achterste uitvoerlade” op pagina 139 voor meer informatie. Bekijk welk deel van het papier zichtbaar is en kijk hoe u het vastgelopen afdrukmateriaal het beste kunt verwijderen.
  • Pagina 211 – Als een van de uiteinden van het vel afdrukmateriaal zichtbaar is, trekt u het vel recht naar u toe uit de printer. Opmerking: Trek het vel Sluit de achterklep van de uitvoerlade. langzaam en voorzichtig naar buiten, om te voorkomen dat het scheurt.
  • Pagina 212 Opmerking: Afdrukmateriaal bevindt zich gedeeltelijk in Interventieberich- ten in verband met standaarduitvoerlade papierstoringen worden pas Het afdrukmateriaal loopt vast voordat het volledig is gewist nadat u al het uitgevoerd in de standaarduitvoerlade. vastgelopen afdrukmateriaal geheel uit de papierbaan hebt verwijderd. Trek het afdrukmateriaal recht naar buiten.
  • Pagina 213 203 Papier vast - Het interventiebericht 203 wordt weergegeven als u probeert afdrukmateriaal met een lengte van minder dan Papier te kort 152,4 mm naar de standaarduitvoerlade uit te voeren. Open dan de achterklep van de uitvoerlade. Opmerking: Interventieberich- ten in verband met papierstoringen worden pas gewist nadat u al het vastgelopen afdrukmateriaal...
  • Pagina 214 Verwijder het afdrukmateriaal. Als het afdrukmateriaal niet meteen meegeeft als u eraan trekt, moet u niet blijven trekken. Verwijder de cartridge en probeer vervolgens opnieuw om het afdrukmateriaal aan de achterkant uit de printer te verwijderen. Opmerking: Als u het Laat de achterklep van de uitvoerlade open, zodat vastgelopen afdrukmateriaal niet de afdruktaak kan worden voltooid.
  • Pagina 215 250 Papier vast - MF- Het afdrukmateriaal loopt vast als het in de printer wordt ingevoerd via de universeellader. lade control. Trek het vastgelopen afdrukmateriaal recht uit de universeellader naar u toe. Trek het vel langzaam en voorzichtig naar buiten, om te voorkomen dat het scheurt.
  • Pagina 216 Als meerdere mensen gebruikmaken van de printer, kunt geautoriseerde dealers van u een van de gebruikers de verantwoordelijk stellen voor Lexmark accessoires in uw installatie en onderhoud. Ander gebruikers kunnen dan omgeving. In andere landen bij deze persoon terecht voor afdrukproblemen en neemt u contact op met de onderhoudstaken.
  • Pagina 217 Tonercartridges Bewaar de tonercartridge in de originele verpakking totdat u de cartridge installeert. bewaren Bewaar de tonercartridge niet op de volgende plaatsen: • Een omgeving met een temperatuur die hoger is dan 40 graden Celsius. • Een omgeving met sterk wisselende vochtigheidsgraad en temperatuur.
  • Pagina 218 U behaalt de beste resultaten als u gebruikmaakt van Lexmark accessoires voor de printer. De lens van de Voer de volgende stappen uit om de lens van de printkop te reinigen: printkop reinigen Schakel de printer uit (O). Open de bovenste en onderste voorklep.
  • Pagina 219 In de VS of Canada belt u 1-800-438-2468 voor informatie over geautoriseerde dealers van Lexmark accessoires in uw omgeving. In andere landen neemt u contact op met de winkel waar u de printer hebt gekocht.
  • Pagina 220 De faxpoort Als in de printer een optionele kaart voor een Tri-port- interface is geïnstalleerd en de seriële poort niet wordt gebruikt, kunt u met de printer faxgegevens ontvangen en afdrukken. De seriële poort is alleen beschikbaar als een optionele Tri- port-interfacekaart in de printer is geïnstalleerd.
  • Pagina 221 Een faxpoort Als u faxgegevens wilt verwerken via de seriële printerpoort, gaat u als volgt te werk: installeren Zet de printer uit (O) en haal het netsnoer uit het stopcontact. Zet de modem uit (O) en haal het netsnoer uit het stopcontact.
  • Pagina 222 Druk op Selecteren Op de tweede regel van de display wordt weergegeven. Faxpoort Druk op te kiezen. Selecteren Faxpoort Opmerking: Raadpleeg Druk op totdat op de tweede regel van Menu> “Printerberichten” op pagina 157 de display wordt weergegeven. Ser. optie 1 als er een foutbericht wordt Druk op te kiezen.
  • Pagina 223 Een faxpoort Als u de faxpoort wilt uitschakelen en de instellingen voor de seriële printerpoort wilt herstellen, gaat u als volgt te uitschakelen werk: Als het bericht wordt weergegeven op regel Gereed 1 van de display, drukt u op Menu> <Menu toegang te krijgen tot de menu's.
  • Pagina 224 Geheugen en optionele kaarten Opmerking: U kunt de geheugencapaciteit en aansluitmogelijkheden Voor de van de printer aanpassen. In dit hoofdstuk vindt u installatie van enkele opties instructies voor het installeren en verwijderen van de hebt u een kleine verschillende opties. Als u een optie wilt installeren, moet kruiskopschroevendraaier nodig.
  • Pagina 225 Duw tegen de bovenste ontgrendelingshendel om de bovenste voorklep te ontgrendelen. Duw tegen de onderste ontgrendelingshendel om de onderste voorklep te ontgrendelen. Druk op de vergrendelingen aan de voorzijde in de printer om de zijklep te ontgrendelen. Hoofdstuk 11: Geheugen en optionele kaarten...
  • Pagina 226 Verwijder de zijklep. Draai de zes schroeven op de beschermkap los. Schroeven Verwijder de schroeven niet. Schroeven Toegang tot de systeemkaart van de printer...
  • Pagina 227 Schuif de beschermkap met behulp van de nokjes aan de zijkant omhoog, totdat de drie bovenste Opening schroeven in de openingen in de beschermkap vallen. Houd de beschermkap bij de nokjes vast en haal de kap van de printer af. Nokjes Kijk welke connector bestemd is voor de optie die Connector 1 voor...
  • Pagina 228 Opmerking: U kunt zowel op Raadpleeg de installatie-instructies in deze geheugenconnector 1 als op handleiding voor de optie die u wilt toevoegen. geheugenconnector 2 een – Voor een optionele printergeheugenkaart of optionele printergeheugenkaart flash-geheugenkaart raadpleegt u “Optionele of een optionele flash- geheugenkaarten installeren”...
  • Pagina 229 Optionele Omdat optionele printergeheugenkaarten en optionele flash-geheugenkaarten op dezelfde wijze worden geheugenkaarten geïnstalleerd, worden de installatie-instructies slechts één keer beschreven. U krijgt eerst nadere informatie over de beide optionele kaarten. Printergeheugen Met de optionele printergeheugenkaart breidt u het SDRAM (Sync Dynamic Random Access Memory) van de printer uit.
  • Pagina 230 Optionele In dit gedeelte vindt u instructies voor het installeren van een optionele printergeheugenkaart of een optionele flash- geheugenkaarten geheugenkaart. U kunt een van de volgende installeren geheugenconfiguraties op de systeemkaart van de printer installeren: • Eén optionele printergeheugenkaart • Eén optionele flash-geheugenkaart •...
  • Pagina 231 Haal de nieuwe optionele kaart uit de verpakking. Aansluitpunten Raak de aansluitpunten aan de rand van de kaart niet aan. Bewaar de verpakking. Waarschuwing! Printergeheu- gen- en flash-geheugenkaarten kunnen gemakkelijk beschadigd raken door statische elektrici- teit. Raak eerst een metalen voorwerp aan voordat u een geheugenkaart aanraakt.
  • Pagina 232 Schuif de kaart recht in de connector, zoals op de afbeelding. De randen van de kaart moeten precies passen in de sleuven van de beide connectorvergrendelingen. Duw aan één kant tegen de kaart en druk de Vergrendeling vergrendeling aan deze kant tegen de kaart aan totdat deze vastklikt.
  • Pagina 233 Optionele Voordat u een optionele geheugenkaart verwijdert, voert u de stappen uit die worden beschreven onder “Toegang tot geheugenkaarten de systeemkaart van de printer” op pagina 211. verwijderen U verwijdert een optionele printergeheugen- of flash- Waarschuwing! Printergeheu- geheugenkaart als volgt: gen- en flash-geheugenkaarten kunnen gemakkelijk beschadigd Kijk welke optionele kaart u wilt verwijderen.
  • Pagina 234 Optionele kaarten Er zijn vier soorten optionele kaarten beschikbaar voor uw printer: • Optionele kaart voor een interne printerserver • Optionele kaart voor een Tri-port-interface • Optionele vaste schijf • Optionele kaart voor een parallelle interface en USB-interface Raadpleeg de documentatie bij elk van de optionele Opmerking: U kunt slechts kaarten voor gedetailleerde informatie.
  • Pagina 235 Optionele kaart voor Met een optionele Tri-port-interfacekaart kunt u de printer aansluiten op de: een Tri-port-interface • LocalTalk-netwerk • Seriële interface (RS-232C of Serial RS-422A) • infraroodadapter Voor informatie over LocalTalk-netwerken raadpleegt u “LocalTalk-menu” op pagina 101. LocalTalk- poort Voor informatie over seriële interfaces raadpleegt u “Serieelmenu”...
  • Pagina 236 U kunt kiezen uit de volgende mogelijkheden: • Een vaste schijf die al op een adapterkaart is geïnstalleerd. • Een vaste schijf die Optra Forms ondersteunt en die al op een adapterkaart is geïnstalleerd. Raadpleeg Optra Forms voor meer informatie. •...
  • Pagina 237 U bevestigt de vaste schijf als volgt op de adapterkaart: Adapterkaart Houd de connectorpinnen aan het uiteinde van de vaste schijf in het verlengde van de connector aan Vaste schijf de achterzijde van de adapterkaart. Duw de vaste schijf stevig in de connector. Hoofdstuk 11: Geheugen en optionele kaarten...
  • Pagina 238 Draai de adapterkaart om en plaats de vier schroeven in de gaatjes. Draai de schroeven stevig vast. De optionele vaste-schijfkaart installeren Raadpleeg voor de installatie van deze kaart de volgende twee gedeelten, in de aangegeven volgorde: • “Toegang tot de systeemkaart van de printer” op pagina 211 •...
  • Pagina 239 Een optionele Voer eerst de stappen uit die worden beschreven onder “Toegang tot de systeemkaart van de printer” op kaart installeren pagina 211 voordat u een optionele kaart installeert. Waarschuwing! U installeert als volgt een optionele vaste-schijfkaart, Een kaart interne printerserver, Tri-port-interfacekaart of kaart voor kan gemakkelijk beschadigd de parallelle interface en USB-interface: raken door statische elektriciteit.
  • Pagina 240 Verwijder het metalen plaatje dat de connectorsleuf bedekt. Zoek de twee schroeven aan de achterzijde van de printer waarmee het metalen plaatje aan de sleuf is bevestigd. Verwijder de twee schroeven en bewaar ze. Verwijder het metalen plaatje en gooi dit weg. Haal de optionele kaart uit de verpakking.
  • Pagina 241 Plaats de twee schroeven uit het metalen plaatje die u hebt bewaard (of de extra schroeven die zijn meegeleverd met de kaart) in de gaten aan beide uiteinden van de connectorsleuf. Draai de schroeven voorzichtig vast om de optionele kaart op de systeemkaart te bevestigen. Ga verder met “De systeemkaart van de printer afsluiten”...
  • Pagina 242 Een optionele Voer eerst de stappen uit die worden beschreven onder “Toegang tot de systeemkaart van de printer” op kaart verwijderen pagina 211 voordat u een optionele kaart verwijdert. Waarschuwing! U verwijdert als volgt een optionele kaart: Een kaart kan gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit.
  • Pagina 243 De systeemkaart Nadat u alle gewenste uitbreidingsopties op de systeemkaart van de printer hebt geïnstalleerd, bevestigt u van de printer de beschermkap opnieuw en sluit u de zijklep. Dit doet u afsluiten als volgt: Pak de beschermkap bij de nokjes vast en zorg ervoor dat de drie gaatjes in de beschermkap zich in het verlengde bevinden van de drie bovenste schroeven aan de zijkant van de printer.
  • Pagina 244 Sluit de zijklep door op de vergrendelingen te drukken totdat de klep vastklikt. Sluit de bovenste en onderste voorklep. Sluit alle kabels weer aan op de printer. Sluit het netsnoer weer aan op de printer en op een geaard stopcontact. Zet de printer aan (|).
  • Pagina 245 Hoofdstuk 11: Geheugen en optionele kaarten...
  • Pagina 246 Optionele lade voor 500 vel Bepaal de plaats waar u het ladehuis wilt neerzetten. U moet de printer er later bovenop plaatsen. Zorg er daarom voor dat u voldoende ruimte hebt om gemakkelijk bij het papier te kunnen. De locatie moet stabiel zijn en groot genoeg voor zowel de printer als de optionele lade voor 500 vel.
  • Pagina 247 Trek de invoerlade uit het ladehuis. Verwijder alle verpakkingsmateriaal en tape van de invoerlade. Pak het ladehuis aan beide zijden vast bij twee tegenover elkaar liggende hoeken en zet het neer op de gewenste locatie. Kijk waar de volgende onderdelen zich bevinden Vierkante openingen aan de bovenkant van het ladehuis: het nokje, de Nokje...
  • Pagina 248 Let op! Pas op dat uw vingers zich niet onder de printer bevinden wanneer u deze neerzet. Plaats de printer bovenop het ladehuis. Controleer of de randen van de printer en het ladehuis juist zijn uitgelijnd. Laad het afdrukmateriaal in de invoerlade. Raadpleeg “Afdrukmateriaal laden”...
  • Pagina 249 Hoofdstuk 12: Optionele lade voor 500 vel...
  • Pagina 250 Infrarood- adapter Met een infraroodadapter kunt u op afstand afdruktaken uitvoeren op een IrDA-compatibele computer die beschikt over een infraroodpoort. De optionele Tri-port-interfacekaart bevat een infraroodpoort waarmee u een infraroodadapter kunt aansluiten op de printer. Raadpleeg “Optionele kaart voor een Tri-port-interface” op pagina 222 voor meer informatie.
  • Pagina 251 Sluit de adapterkabel aan op de infraroodpoort. Sluit het netsnoer van de printer weer aan op een geaard stopcontact. Als op de infraroodadapter een lampje gaat branden wanneer u de stekker in het stopcontact steekt, is de adapter goed aangesloten op de poort. Richt de infraroodpoort van de computer op de infraroodpoort aan de voorzijde van de optionele Tri-port-interfacekaart.
  • Pagina 252 De installatie van opties controleren U kunt controleren of de printeropties juist zijn geïnstalleerd door een pagina met menu-instellingen af te drukken. Een pagina met menu-instellingen: • Alle printerinstellingen in de menu's van het bedieningspaneel en de standaardinstellingen. • Alle geïnstalleerde uitbreidingen en opties, zoals de optionele lade voor 500 vel, interne printerserver (ook wel interne netwerkadapter of INA genoemd), optioneel flash-geheugen, optioneel...
  • Pagina 253 U drukt als volgt een pagina met menu-instellingen af: Zorg dat de printer aan (|) staat en dat het statusbericht wordt weergegeven op de Gereed display. Raadpleeg “Het bedieningspaneel” op pagina 30 als u hulp nodig hebt bij het gebruik van de display en de knoppen op het bedieningspaneel.
  • Pagina 254 Lettertypen Deze appendix bevat basisinformatie over lettertypen, hun kenmerken, en de specifieke lettertypen die beschikbaar zijn in PCL 6- en PostScript 3-emulatie. Letterbeelden en Een lettertype (font) is een verzameling tekens en lettertypen symbolen met een gemeenschappelijk ontwerp. Het specifieke ontwerp wordt een letterbeeld genoemd. De letterbeelden die u kiest, voegen iets persoonlijks toe aan een document.
  • Pagina 255 Stijl heeft betrekking op andere aanpassingen van het letterbeeld, zoals een schuine hoek of de tekenbreedte. Cursief en hellend zijn stijlen waarbij de tekens onder een schuine hoek staan. Smal, gecondenseerd en verbreed zijn stijlen die betrekking hebben op de breedte van tekens. Bij bepaalde lettertypen zijn verschillende aanpassingen van het gewicht en de stijl toegepast, zoals Helvetica Narrow Bold Italic.
  • Pagina 256 In vaste lettertypen heeft elk teken dezelfde breedte. Pitch wordt gebruikt om de grootte van vaste lettertypen aan te duiden. De pitch geeft het aantal tekens aan dat op één horizontale inch wordt afgedrukt. Bijvoorbeeld, bij een lettertype met pitch 10 worden 10 tekens per inch (characters per inch, of cpi) afgedrukt en bij een lettertype met pitch 12 is dat 12 cpi: Courier...
  • Pagina 257 Het puntformaat van een lettertype is gedefinieerd als de afstand tussen de bovenkant van het hoogste teken in het lettertype tot de onderkant van het laagste teken in het lettertype. Vanwege de definitie van puntformaat kunnen verschillende lettertypen die worden afgedrukt met hetzelfde puntformaat, er zeer verschillend uitzien.
  • Pagina 258 Bitmap-lettertypen De printer gebruikt zowel bitmap-lettertypen als schaalbare lettertypen. en schaalbare lettertypen Bitmap-lettertypen zijn in het printergeheugen opgeslagen als vooraf gedefinieerde patronen van bits die een letterbeeld met een bepaald formaat, bepaalde stijl en bepaalde resolutie voorstellen. Links wordt een voorbeeld weergegeven van een bitmap-lettertype.
  • Pagina 259 Als u van plan bent veel laadbare bitmap-lettertypen of schaalbare lettertypen te gebruiken of als u van plan bent verschillende grootten van schaalbare lettertypen te gebruiken, moet u mogelijk extra printergeheugen aanschaffen. Raadpleeg pagina 216 voor meer informatie. Interne lettertypen De printer is uitgerust met interne lettertypen die permanent zijn opgeslagen in het printergeheugen.
  • Pagina 260 Interne schaalbare lettertypen (vervolg) PCL 6-emulatie PostScript 3-emulatie ITC Avant Garde Demi AvantGarde-Demi ITC Avant Garde Demi Oblique AvantGarde-DemiOblique ITC Bookman Light Bookman-Light ITC Bookman Light Italic Bookman-LightItalic ITC Bookman Demi Bookman-Demi ITC Bookman Demi Italic Bookman-DemiItalic Clarendon Condensed Bold Coronet Coronet-Regular CourierPS...
  • Pagina 261 Interne schaalbare lettertypen (vervolg) PCL 6-emulatie PostScript 3-emulatie Helvetica Narrow Italic Helvetica-Narrow-Oblique Helvetica Narrow Bold Helvetica-Narrow-Bold Helvetica Narrow Bold Italic Helvetica-Narrow-BoldOblique CG Times Intl-CG-Times CG Times Italic Intl-CG-Times-Italic CG Times Bold Intl-CG-Times-Bold CG Times Bold Italic Intl-CG-Times-BoldItalic Univers Medium Intl-Univers-Medium Univers Medium Italic Intl-Univers-MediumItalic Univers Bold...
  • Pagina 262 Interne schaalbare lettertypen (vervolg) PCL 6-emulatie PostScript 3-emulatie Palatino Italic Palatino-Italic Palatino Bold Palatino-Bold Palatino Bold Italic Palatino-BoldItalic SymbolPS Symbol Symbol Times Roman Times-Roman Times Italic Times-Italic Times Bold Times-Bold Times Bold Italic Times-BoldItalic Times New Roman TimesNewRomanPSMT Times New Roman Italic TimesNewRomanPS-ItalicMT Times New Roman Bold TimesNewRomanPS-BoldMT...
  • Pagina 263 Symbolensets Een symbolenset is de verzameling alfanumerieke tekens, interpunctie en speciale tekens die beschikbaar zijn in het geselecteerde lettertype. Symbolensets ondersteunen de eisen voor verschillende talen of bepaalde toepassingen, zoals wiskundige symbolen voor wetenschappelijke tekst. In PCL 6-emulatie wordt met een symbolenset bovendien gedefinieerd welk teken wordt afgedrukt voor elke toets op het toetsenbord (of meer bepaald, voor elke toetscode).
  • Pagina 264 ISO 60: Norwegian version 1 ISO 61: Norwegian version 2 ISO 69: French ISO 84: Portuguese ISO 85: Spanish ISO 8859-1 Latin 1 (ECMA-94) ISO 8859-2 Latin 2 ISO 8859-5 Latin/Cyrillic ISO 8859-7 Latin/Greek ISO 8859-9 Latin 5 ISO 8859-10 Latin 6 ISO 8859-15 Latin 9 PC-8 Bulgarian PC-8 Danish/Norwegian (437N)
  • Pagina 265 Laadbare In PostScript 3-emulatie kunt u schaalbare lettertypen en in PCL 6-emulatie schaalbare lettertypen of bitmap- lettertypen lettertypen laden. Lettertypen kunnen worden geladen in het printergeheugen of naar het optionele flash-geheugen of de optionele schijf. Lettertypen die zijn geladen naar het flash-geheugen of de schijf blijven daar aanwezig, zelfs nadat de printertaal wordt gewijzigd, de printer opnieuw wordt ingesteld of de printer wordt uitgeschakeld.
  • Pagina 266 Een lijst met U kunt als volgt voorbeelden afdrukken van alle lettertypen die op dit moment beschikbaar zijn voor de voorbeelden van printer: lettertypen afdrukken Zorg dat de printer aan (|) staat en dat het statusbericht wordt weergegeven op de Gereed display.
  • Pagina 267 Bijlage A: Lettertypen...
  • Pagina 268 De Director of Manufacturing and Technical Support, Lexmark International, S.A. in Boigny, Frankrijk, heeft een verklaring ondertekend waarin staat dat het product voldoet aan de veiligheidseisen van de EG-richtlijnen.
  • Pagina 269 Hierdoor wordt het energieverbruik van de apparatuur met maximaal 50 procent teruggebracht. Lexmark is een enthousiast deelnemer aan dit programma. Lexmark International, Inc. heeft als Energy Star Partner vastgesteld dat dit product voldoet aan de Energy Star-richtlijnen voor efficiënt energiegebruik.
  • Pagina 270 Verklaring laser klasse 1 CLASS 1 LASER PRODUCT LASER KLASSE 1 LUOKAN 1 LASERLAITE APPAREIL À LASER DE CLASSE 1 TO IEC 825 Laserinformatie De printer voldoet aan de eisen die gesteld worden aan een laserprodukt van klasse I. Voor de Verenigde Staten zijn deze eisen vastgelegd in DHHS 21 CFR Subchapter J, voor andere landen in IEC 60825-1.
  • Pagina 271 Laser Der Drucker erfüllt gemäß amtlicher Bestätigung der USA die Anforderungen der Bestimmung DHHS (Department of Health and Human Services) 21 CFR Teil J für Laserprodukte der Klasse I (1). In anderen Ländern gilt der Drucker als Laserprodukt der Klasse I, der die Anforderungen der IEC (International Electrotechnical Commission) 60825-1 gemäß...
  • Pagina 272 Declaração sobre laser A impressora está certificada nos E.U.A. em conformidade com os requisitos da regulamentação DHHS 21 CFR Subcapítulo J para a Classe I (1) de produtos laser. Em outros locais, está certificada como um produto laser da Classe I, em conformidade com os requisitos da norma IEC 60825-1.
  • Pagina 273 Laser-melding Skriveren er godkjent i USA etter kravene i DHHS 21 CFR, underkapittel J, for klasse I (1) laserprodukter, og er i andre land godkjent som et Klasse I-laserprodukt i samsvar med kravene i IEC 60825-1. Klasse I-laserprodukter er ikke å betrakte som farlige. Skriveren har en innebygd laser i klasse IIIb (3b) som nominelt er en 5 milliwatts galliumaluminiumarsenidlaser som opererer med bølgelengder i området 770-795 nanometer.
  • Pagina 274 • Dit product is ontworpen, getest en goedgekeurd om te voldoen aan strenge internationale veiligheidsvoorschriften. De veiligheidsvoorzieningen van bepaalde onderdelen zullen niet altijd duidelijk zichtbaar zijn. Lexmark is niet verantwoordelijk voor het gebruik van andere vervangende onderdelen. • Uw product maakt gebruik van een laser, wees...
  • Pagina 275 This product is designed, tested and approved to meet strict global safety standards with the use of specific Lexmark components. The safety features of some parts may not always be obvious. Lexmark is not responsible for the use of other replacement parts.
  • Pagina 276 • Il prodotto è stato progettato, testato e approvato in conformità a severi standard di sicurezza e per l’utilizzo con componenti Lexmark specifici. Le caratteristiche di sicurezza di alcune parti non sempre sono di immediata comprensione. Lexmark non è responsabile per l’utilizzo di parti di ricambio di altri produttori.
  • Pagina 277 Este producto se ha diseñado, verificado y aprobado para cumplir los más estrictos estándares de seguridad global usando los componentes específicos de Lexmark. Puede que las características de seguridad de algunas piezas no sean siempre evidentes. Lexmark no se hace responsable del uso de otras piezas de recambio.
  • Pagina 278 Denna produkt är utformad, testad och godkänd för att uppfylla internationella säkerhetsbestämmelser när den används tillsammans med andra Lexmark-produkter. Säkerhetsegenskaperna för vissa delar är inte helt uppenbara. Lexmark frånsäger sig ansvaret om delar av ett annat fabrikat används. Var försiktig - maskinen använder laser.
  • Pagina 279 Aquest producte està dissenyat, comprovat i aprovat per tal d'acomplir les estrictes normes de seguretat globals amb la utililització de components específics de Lexmark. Les característiques de seguretat d'algunes peces pot ser que no sempre siguin òbvies. Lexmark no es responsabilitza de l'us d'altres peces de recanvi. •...
  • Pagina 280 Este produto foi concebido, testado e aprovado para satisfazer os padrões globais de segurança na utilização de componentes específicos da Lexmark. As funções de segurança de alguns dos componentes podem não ser sempre óbvias. A Lexmark não é responsável pela utilização de outros componentes de substituição. •...
  • Pagina 281 Bijlage C: Veiligheidsvoorschriften...
  • Pagina 282 Bijlage C: Veiligheidsvoorschriften...
  • Pagina 283 Bijlage C: Veiligheidsvoorschriften...
  • Pagina 284 Definities Getallen 10 Envelop. Zie Com-10. 7 3/4 Envelop. Zie Monarch. 9 Envelop. Een envelop van het formaat 98,4 x 225,4 mm. A4. Afdrukmateriaal van het formaat 210 x 297 mm. A5. Afdrukmateriaal van het formaat 148 x 210 mm. afbeeldingen.
  • Pagina 285 afdrukstand. Een paginabeschrijving die aangeeft of de afgedrukte tekst evenwijdig aan de korte zijde van de pagina (staand) of evenwijdig aan de lange zijde van de pagina (liggend) wordt afgedrukt. all points addressable (APA). De mogelijkheid om elk beeldelement (of pel) van een grafische computerafbeelding te adresseren en weer te geven of te verbergen op een beeldscherm.
  • Pagina 286 besturingssysteem. De software waarmee de basisfuncties van de computer, zoals opstarten, worden uitgevoerd. Bezig. De status van de printer tijdens het verwerken van gegevens of het afdrukken van pagina's. bidirectionele communicatie. Communicatie in twee richtingen tussen de printer en een computer, waarbij de NPAP 1.0-standaard (Network Printing Alliance Protocol) wordt gebruikt.
  • Pagina 287 Com-10. Ook wel 10 Envelop genoemd. Een envelop van het formaat 104,8 x 241,3 mm. configuratie. (1) De instelling van een computersysteem, printer of netwerk. (2) De apparatuur en programma's waaruit een systeem, een subsysteem of een netwerk is samengesteld. coronadraad.
  • Pagina 288 emulatie. Imitatie van een taal voor afdrukverwerking. De PCL 6-emulatie bootst bijvoorbeeld de printertaal na die wordt gebruikt voor Hewlett-Packard LaserJet- printers. ENA. Externe netwerkadapter. Zie externe printerserver enkelzijdig. Zie enkelzijdig afdrukken. enkelzijdig afdrukken. Afdrukken op slechts één zijde van een vel afdrukmateriaal. Ethernet.
  • Pagina 289 Zie interventiebericht. g/m². Gram per vierkante meter. Een maat voor het gewicht van afdrukmateriaal. geautomatiseerd fax-systeem. Een informatiesysteem van Lexmark waar klanten terecht kunnen voor technische tips en informatie over producten en printerstuurprogramma's. gegevensstroom. Een ononderbroken stroom afdrukgegevens en printerbesturingsgegevens die van de hostcomputer naar de printer wordt verzonden.
  • Pagina 290 handmatige invoer. Een werkwijze waarbij afdrukmateriaal (papier, enveloppen, etiketten, transparanten, karton) met telkens één vel tegelijk in de universeellader van de printer wordt ingevoerd. handshaking. De uitwisseling van vooraf gedefinieerde signalen wanneer een verbinding tot stand is gebracht. Hex Trace. Een diagnostische printermodus waarmee u de onvertaalde gegevensstroom naar een printer kunt afdrukken, zodat u zowel een tekenweergave als een hexadecimale weergave van een afdruktaak kunt...
  • Pagina 291 instelling. De waarden die u in printermenu's of toepassingen kiest en waarmee u de printer bedient en het uiterlijk van afgedrukte pagina bepaalt. interface. De verbinding tussen de computer en de printer. interne netwerkadapter (INA). Zie interne printerserver. interne printerserver. Ook wel interne netwerkadapter (INA) genoemd.
  • Pagina 292 (bijvoorbeeld LPT1) van een computer. macro. Een aantal opdrachten die worden gegroepeerd en tijdelijk of permanent worden opgeslagen in het printergeheugen. MarkNet S. Een serie interne printerservers van Lexmark die meerdere protocollen ondersteunen. Er zijn versies beschikbaar voor Ethernet en Token-Ring. Definities...
  • Pagina 293 MarkNet XLe. Een serie externe printerservers van Lexmark die meerdere protocollen ondersteunen. Er zijn versies beschikbaar voor Ethernet, Token-Ring en LocalTalk. MarkVision. Een printerhulpprogramma dat voortdurend informatie geeft over de printerstatus en waarmee u meerdere printers kunt configureren door middel van één installatiebestand.
  • Pagina 294 Een bericht op de display van het bedieningspaneel dat aangeeft dat de printer toe is aan een onderhoudsbeurt. Operation ReSource. Een project dat door Lexmark is gestart ter bevordering van het hergebruik van tonercartridges en afdrukeenheden. optionele kaart voor parallelle interface en USB- interface.
  • Pagina 295 pagina's per minuut (ppm). Het aantal standaardpagina's met tekst dat per minuut kan worden afgedrukt. papier. Zie afdrukmateriaal. papiergeleiders. De lengte- en breedtegeleiders in een invoerlade waarmee u bepaalt hoe het afdrukmateriaal door de lade wordt gevoerd. Als deze geleiders niet goed worden ingesteld, kan het papier vastlopen.
  • Pagina 296 printerserver. Een apparaat waarmee u de printer kunt aansluiten op een lokaal netwerk (LAN). printerstuurprogramma. Een programma waarmee de taal van een toepassing wordt vertaald in de printertaal, zodat gegevens kunnen worden uitgewisseld. printertaal. Een verzameling gedefinieerde opdrachten (bijvoorbeeld PCL of PostScript) waarop de printer reageert.
  • Pagina 297 schermlettertype. Een laadbaar lettertype dat er op een computerscherm hetzelfde uitziet als op een afdruk. schijf. Zie optionele vaste schijf seriële interface. Een manier van communiceren tussen de computer en de printer, waarbij gegevens bit voor bit worden overgebracht. server. Een apparaat dat gemeenschappelijk gebruik van bronnen, zoals printers, in een netwerk mogelijk maakt.
  • Pagina 298 symbolenset. Een unieke set alfanumerieke tekens en symbolen waarvan de printer gebruikmaakt om een bepaald lettertype af te drukken. Er zijn verschillende symbolensets, met alle lettertekens die vereist zijn voor verschillende talen of toepassingen waarin veel symbolen worden gebruikt. systeemkaart. Het moederbord van de printer. taak-boekhouding.
  • Pagina 299 tonercartridge. Het printeronderdeel dat de fotoconductor en de tonervoorraad bevat. U kunt dit onderdeel vervangen. TrueType-lettertypen. Lettertypen die zowel op het scherm als op de afgedrukte pagina dezelfde vorm en grootte hebben. U kunt TrueType-lettertypen in Windows-toepassingen gebruiken en het formaat instellen op elke gewenste hoogte.
  • Pagina 300 verhittingsstation. Het onderdeel van de printer dat door middel van verhitting en druk ervoor zorgt dat de toner zich aan het afdrukmateriaal hecht. vezelrichting. De richting van de vezels in een vel afdrukmateriaal. De vezels kunnen bijvoorbeeld in de lengterichting of in de breedterichting van de pagina lopen.
  • Pagina 301 Definities...
  • Pagina 302 Index Getallen geheugenvereisten 113 OPDR.VERTROUWEL. (Job-menu) 60 opmaakfouten 119 900-999 onderhoudsberichten 174 Vertrouwelijke taak 113 afdrukgebied 78 Afdrukgebied (Instellingmenu) 78 afdrukken briefhoofd 141 A4 breedte (PCL Emul-menu) 84 handmatig dubbelzijdig afdrukken 142 accessoires vanuit de universeellader 143 cartridge vanuit laden 143 bestellen 203 inhoud bewaren 204...
  • Pagina 303 lade 1 5, 130 lade 2 130 papier 150, 152 Baud (Serieelmenu) 94 transparanten 150, 153 Baudsnelh. fax (Faxmenu) 107 universeellader 135, 149 bedieningspaneel ondersteunde formaten beeldschermtaal wijzigen 79 enveloppen 123 berichten papier 123 interventie 33 richtlijnen onderhoud 34 briefhoofd 125 status 33 afdrukken 141 cijfers 32...
  • Pagina 304 bewaren online documentatie x cartridge 204 cijfers, bedieningspaneel 32 Bezig, werkst.printer 158 Config menu Bffrgrootte taak (Instellingmenu) 80 Afdr.kwal.pags 111 bitmap-lettertypen, definitie 245 Config.menu afs. 112 breedtegeleider, afstellen Fabriekswaarden 112 invoerladen 8, 10, 132, 134 Opdrachtbuffers 111 universeellader 135, 137, 150 Paneelmenu's 111 briefhoofd SMAL PAPIER 112...
  • Pagina 305 Gereed, printerwerkstand 162 gereserveerde afdruktaak 114 Fabr.instelling Menu Extra 56 Fabriekswaarden Config menu 112 fabriekswaarden handelsmerken xiii definitie 34 handmatig dubbelzijdig afdrukken 142 herstellen 56, 112 vanuit de universeellader 143 fabriekswaarden herstellen 56 vanuit laden 143 herhaalde afdruktaak 114 hardware kiezen 207 herstellen, fabriekswaarden 112 Hex Trace (Menu Extra) 58 installeren 208...
  • Pagina 306 Werkstand NPA 99 interne lettertypen 246 Infraroodpoort (Infraroodmenu) 98 interne netwerkadapter INIT honoreren (Parallelmenu) 90 Raadpleeg interne printerserver inschakelen, menu's op het bedieningspaneel 38 interne printerserver 221 installeren installeren 226 bedieningspaneeloverlay 21 verwijderen 229 cartridge 4 interventieberichten 33, 166 fax 208 34 Papier te kort 166 interne printerserver 226 35 Res Save UIT Onvoldoende geheugen 166...
  • Pagina 307 Open achterklep 180 Operation Failed Faxes on Disk 180 Operation Failed Jobs on Disk 180 laadrolkit bestellen 206 Sluit kappen of Plaats cartridge 176 lade Taken in geheug. mogelk verloren. Start/Stop? capaciteit 122 koppelen 44, 142 Typ opdrachtPIN 176 lade 1 laden 130 Verb.
  • Pagina 308 bitmap 245 online documentatie x gewicht en stijl 241 OS/2 Warp 25 interne 246 Sun Systems 25 laadbare 252 UNIX-netwerken 25 laden 252 Windows 25 lijst met voorbeelden afdrukken 55, 253 Max afdruktaken (Menu Extra) 81 pitch 83, 242 Max. baud-snelh. (Infraroodmenu) 100 puntformaat 82, 242 mediarichtlijnen schaalbaar 245...
  • Pagina 309 bedieningspaneel 34 Werkstand NPA 97 Config 111 Niet gereed, printerwerkstand 160 Extra 55 NIEUW NR. LADE (PCL Emul-menu) 85 Fax 107 NPA-Hosts (LocalTalk-menu) 102 Infrarood 98 numerieke waarden selecteren 31 inschakelen 38 Instelling 74 instellingen afdrukken 35, 55 wijzigen 36 onderhoudsberichten 34 instellingen wijzigen 36 900-999 174...
  • Pagina 310 instellen als doel voor laden 75 storingen verwijderen 220 correctie 78 optioneel printergeheugen 216 vastlopen installeren 217 voorkomen 143 verwijderen 220 papierbaan 194 optionele kaart papierbeugel, installeren 11 installeren 226 Papierbron (Papiermenu) 40 verwijderen 229 papierbron, verkeerde 185 optionele kaart voor parallelle interface en USB- papierbronnen 121, 122 interface capaciteit 122...
  • Pagina 311 Parallelbuffer (Parallelmenu) 89 Raadpleeg personal identification number parallelle kabel pitch 83 aansluiten 12 Pitch (PCL Emul-Menu) 242 artikelnummer 12, 184 Pitch (PCL Emul-menu) 83 Parallelmenu Polarit. RS-422 (Serieelmenu) 94 INIT honoreren 90 PostScript 3-emulatie Parallelbuffer 89 interne lettertypen 246 PCL SmartSwitch 88 printertaal selecteren 74 Protocol 90 PostScriptmenu...
  • Pagina 312 printerberichten oneven randen 187 interventie onjuiste linker- en bovenmarge 188 Raadpleeg interventieberichten rafelig onderhoud tekens 187 Raadpleeg onderhoudsberichten slechte kwaliteit van afbeeldingen 187 status strepen 187 Raadpleeg statusberichten te donker 186 waarschuwingsberichten toner geeft af 186 Raadpleeg waarschuwingsberichten toner op achterzijde van pagina 186 printerinstallatie witte pagina 186 afstand tot de printer 1...
  • Pagina 313 USB-poort 184 onjuiste tekens 190 verkeerde papierbron 185 taak is niet afgedrukt 190 verkeerde soort afdrukmateriaal 185 scheidingspagina's gebruiken 51 verschuiving van de stapel 185 seriële kabel aansluiten 191 afdruktaak annuleren 60 universeellader 146 afgedrukte tekens, gekartelde of onregelmatige vastgelopen pagina's opnieuw afdrukken 78 randen 73 vastgelopen papier bedieningspaneel...
  • Pagina 314 wijzigen 72 Seriebuffer 93 Resolutie (Kwaliteitmenu) 72 Serieel protocol 94 Return, knop 32 Werkstand NPA 93 richtlijnen seriële interface 222 afdrukken met briefhoofd 141 signaal, printer 79 briefhoofd 125 Signaalinstell. (Instellingmenu) 79 enveloppen 125 sluiten etiketten 126 bovenste voorklep 5 karton 128 klep van achterste uitvoerlade 141 online documentatie xi...
  • Pagina 315 Menu's inschakelen 159 USB-menu 106 Menu's uitgeschakeld 160 taakbuffer Menu's uitschakelen 159 geheugen toewijzen 80 Menu-instellingen worden afgedrukt 161 parallelle poort 90 Netwerkkaart bezig 160 USB-poort 106 Niet gereed 160 taal van beeldscherm wijzigen 79 Ongeldige netwerk 1-code 160 te donker 186 Opdr.
  • Pagina 316 standaard 138 vertrouwelijke taken universeellader aantal afdrukken 65 bedieningspaneel, instellingen 155 afdrukken 60, 62 capaciteit 145 exemplaren afdrukken 60 configureren 45 verwijderen 60, 63 één vel invoeren 40, 42, 44, 45 vervangen, cartridge 204 laden verwijderen afdrukmateriaal 149 cartridge 2 briefhoofd 152 interne printerserver 229 enveloppen 151, 153...
  • Pagina 317 USB-menu 105 werkstanden printer Bezig 158 Windows, MarkVision-ondersteuning 25 witte pagina 186 zijklep opnieuw bevestigen 230 verwijderen 211 zwart, gedeelte van pagina 188 Index...