Com-10. Ook wel 10 Envelop genoemd. Een envelop van
het formaat 104,8 x 241,3 mm.
configuratie. (1) De instelling van een computersysteem,
printer of netwerk. (2) De apparatuur en programma's
waaruit een systeem, een subsysteem of een netwerk is
samengesteld.
coronadraad. Een dunne draad in de printer waarmee het
afdrukmateriaal elektrisch wordt geladen, zodat toner uit
de fotoconductor wordt aangetrokken.
Data Set Ready (DSR). Een handshaking-signaal van een
seriële interface dat aangeeft dat het apparaat gereed is
om informatie uit te wisselen.
Data Terminal Ready (DTR). Een handshaking-signaal
van een seriële interface dat aangeeft dat het apparaat
gereed is om informatie uit te wisselen.
display. Zie display van bedieningspaneel.
display van bedieningspaneel. Het LCD-scherm op het
bedieningspaneel van de printer waarop menu's en
berichten worden weergegeven.
DL. Een envelop van het formaat 110 x 220 mm.
dpi. Dots per inch. Zie resolutie.
DRAM. Zie Dynamic Random Access Memory.
DSR. Zie Data Set Ready.
DTR. Zie Data Terminal Ready.
dubbelzijdig. Afdrukken op beide zijden van een vel
afdrukmateriaal.
Dynamic Random Access Memory (DRAM). Geheugen
waarin snel gegevens kunnen worden opgeslagen en
waaruit snel gegevens kunnen worden opgehaald. De
inhoud van het DRAM wordt gewist als de voeding wordt
uitgeschakeld.
274
Definities