Interventiebericht
Laden <invoerbron>
<Naam Aangepast>
<formaat>
<type><formaat>
178
Hoofdstuk 6: Printerberichten
Betekenis en te ondernemen actie
De printer probeert afdrukmateriaal te laden uit een invoerbron die leeg is.
Op regel 1 wordt de invoerbron weergegeven (
volgende mogelijkheden voor:
• Lade 1
• Lade 2
• MF-lader
Opmerking:
wordt alleen weergegeven als u de optionele lade voor 500 vel
Lade 2
hebt geïnstalleerd.
Op regel 2 wordt het volgende weergegeven:
•
Een door de gebruiker gedefinieerde naam voor Aangepast 1
<Naam Aangepast>
tot en met 6. De naam is ingekort zodat deze op de display past. Namen voor
Aangepast maakt u met het hulpprogramma MarkVision. Raadpleeg "MarkVision -
inleiding" op pagina 26 voor meer informatie.
•
: Als het gewenste type overeenkomt met het type dat zich in de lade
<formaat>
bevindt en de naam voor Aangepast niet door u is gedefinieerd, wordt alleen het
formaat van het afdrukmateriaal of van de envelop weergegeven. De naam is
ingekort zodat deze op de display past.
•
: Het gewenste type (
<type><formaat>
Aangepast. Het gewenste formaat (
envelop wordt weergegeven. De namen van het type en het formaat zijn ingekort
zodat deze op de display passen.
Als u gebruikmaakt van Lade 1 of Lade 2 wanneer dit bericht wordt weergegeven,
hebt u de volgende mogelijkheden:
• Laad het gewenste formaat en type afdrukmateriaal in de invoerbron. Druk op
om door te gaan met afdrukken.
• Annuleer de huidige taak. Druk op
weergegeven. Druk op
de display wordt weergegeven. Druk op
• Stel de printer opnieuw in. Druk op
weergegeven. Druk op
display wordt weergegeven. Druk op
Als u gebruikmaakt van de universeellader wanneer dit bericht wordt weergegeven,
hebt u de volgende mogelijkheden:
• Laad het gewenste formaat en type afdrukmateriaal in de universeellader. De
printer zal het bericht wissen en automatisch doorgaan met afdrukken.
• Als het juiste afdrukmateriaal zich al in de universeellader bevindt, drukt u op
• Annuleer de huidige taak. Druk op
weergegeven. Druk op
de display wordt weergegeven. Druk op
• Stel de printer opnieuw in. Druk op
weergegeven. Druk op
de display wordt weergegeven. Druk op
Opmerking: Als de printer opnieuw wordt ingesteld, worden alle huidige gegevens uit
de afdrukbuffer verwijderd, inclusief alle afdruk- en wachtstandtaken. Raadpleeg
op pagina 71 voor meer informatie.
Reset printer
<invoerbron>
) is een ander type dan het type
<type>
) van het afdrukmateriaal of van de
<formaat>
of
Menu>
<Menu
of
tot
Menu>
<Menu
Taak annuleren
Selecteren
of
Menu>
<Menu
of
tot
Menu>
<Menu
Rest printer
Selecteren
of
Menu>
<Menu
of
tot
Menu>
<Menu
Taak annuleren
Selecteren
of
Menu>
<Menu
of
tot
Menu>
<Menu
Reset printer
Selecteren
). Hierbij komen de
. Het
wordt
JOB-MENU
op de tweede regel van
.
. Het
wordt
JOB-MENU
op de tweede regel van de
.
. Het
wordt
JOB-MENU
op de tweede regel van
.
. Het
wordt
JOB-MENU
op de tweede regel van
.
Start
.
Start