Advertenties
De universeellader
Opmerking:
De instellingen
in de software kunnen de
instellingen op het
bedieningspaneel opheffen.
Nadat u het afdrukmateriaal in de universeellader hebt
geladen, selecteert u de papierbron vanuit de toepassing.
Vervolgens selecteert u het papierformaat en de
papiersoort zowel in de toepassing als op het
bedieningspaneel.
U stelt het bedieningspaneel als volgt in:
1
Zorg ervoor dat het
universeellader (
het juiste formaat voor het afdrukmateriaal dat u
wilt laden.
2
Zorg ervoor dat de
universeellader (
juiste waarde voor het afdrukmateriaal dat u wilt
laden.
3
Zorg ervoor dat de
PAPIERSOORT
de juiste waarde voor het afdrukmateriaal dat u
wilt laden.
Afdrukmateriaal met een lengte van 152,4 mm of
minder moet worden uitgevoerd naar de achterste
uitvoerlade. Raadpleeg "De achterste uitvoerlade"
op pagina 139 voor meer informatie.
4
Druk op
Start
te zetten.
Gereed
PAPIERFORMAAT
) is ingesteld op
Formaat MF-lader
voor de
PAPIERSOORT
) is ingesteld op de
Papsrt MF-lader
PAPIERLENGTE
in de universeellader is ingesteld op
om de printer weer in de werkstand
De universeellader
voor de
voor de
155
Advertenties
