Plaats geen spuitbussen bij de airconditioner
en vermijd het gebruik ervan.
Dit om brandgevaar te voorkomen.
Schakel de airconditioner uit voordat u hem
schoonmaakt en trek de stekker uit het stop-
contact.
Dit om gevaar op elektrische schokken te voorko-
men.
Bedien de airconditioner niet met natte handen.
Dit om schokgevaar te voorkomen.
Plaats nooit objecten onder de binnenunit die
niet bestand zijn tegen water.
In de binnenunit kan water condenseren en uit de
binnenunit druppelen wanneer de luchtvochtig-
heid hoger wordt dan 80% of wanneer de afvoero-
pening verstopt is geraakt.
Plaats geen verbrandingstoestellen in de
luchtstroom van de airconditioner.
Dit om onvolledige verbranding te voorkomen.
Laat geen kinderen op de unit klimmen en
plaats er geen voorwerpen op.
Dit om ongevallen en indeuken te voorkomen.
Stel uw huisdieren en kamerplanten niet aan
de koude luchtstroom bloot.
Dit is niet bevorderlijk voor hun gezondheid.
Reinig de airconditioner niet met water.
Hierdoor kan gevaar voor elektrische schokken of
brand ontstaan.
Installeer de airconditioner niet op plaatsen
waar ontvlambare gassen kunnen voorkomen.
Als er een gaslek optreedt en gas in de aircondi-
tioner komt, kan brand ontstaan.
Installeer afvoerleidingen om voor goede
afvoer te zorgen.
Het op verkeerde wijze aanleggen van de afvoer
kan waterlekkage tot gevoliiig hebben.
Het apparaat mag niet zonder toezicht door
jonge kinderen of instabiele personen worden
bediend.
Let op dat kinderen en zorg ervoor dat ze niet
met het apparaat spelen.
Neem contact op met de installatiemonteur om
de binnenkant van de airconditioning te laten
reinigen.
Bij verkeerd reinigen kunnen de plastic onder-
delen beschadigd raken of bestaat er kans op
waterlekkage of een elektrische schok.
Raak de luchtinlaat of de aluminiumlamel van
de airconditioning niet aan.
Dit kan namelijk resulteren in letsel.
Zet geen voorwerpen vlakbij de buitenunit en
laat geen bladeren en ander afval zich rond de
unit ophopen.
Bladeren trekken kleine dieren aan die in de unit
kunnen binnendringen. In de unit kunnen
dergelijke dieren storingen, rook of brand vero-
orzaken wanneer ze in contact komen met elek-
trische onderdelen.
Nederlands
3. BEREIK
3-1. FUQ
Indien de temperatuur of de vochtigheid buiten de
volgende limieten valt, kan de veiligheidsapparatuur
in bedrijf komen en de airconditioning afslaan, en
soms kan er water uit de binnenunit lekken.
KOELEN
BINNEN
BUITENUNIT
TEMPERA-
TUUR
D
18 t/m 37
B
RZQ71, 100,
125, 140
W
12 t/m 28
B
D
18 t/m 37
B
RQ71, 100, 125
W
12 t/m 28
B
D
18 t/m 37
B
RR71, 100, 125
W
12 t/m 28
B
VERWARMEN
BINNEN-TEMPER-
BUITENUNIT
ATUUR
RZQ71, 100,
D
10 t/m 27
125, 140
B
D
RQ71, 100, 125
10 t/m 27
B
D B: droge-bol-temperatuur (°C)
WB: natte-bol-temperatuur (°C)
Het insteltemperatuurbereik van de afstandsbedien-
ing is 16°C – 32°C.
3-2. FXUQ
Indien de temperatuur of de vochtigheid buiten de
volgende limieten valt, kan de veiligheidsapparatuur
in bedrijf komen en de airconditioning afslaan, en
soms kan er water uit de binnenunit lekken.
BUITEN-
VOCH-
TEMPERA-
TIGHEID
TUUR
80% of
D
–15 t/m 50
minder
B
80% of
D
–5 t/m 46
minder
B
80% of
D
–15 t/m 46
minder
B
BUITEN-TEM-
PERATUUR
D
–19,5 t/m
B
21
W
–20 t/m
B
15,5
D
–9 t/m 21
B
W
–10 t/m 15
B
4