• Het systeem wordt niet direct in werking gest-
eld als de TEMPERATUURINSTELLING-toets
in de vorige stand wordt teruggezet nadat de
toets is ingedrukt.
Als de BEDRIJFS-indicator gaat branden, func-
tioneert het systeem normaal.
Het systeem wordt niet direct in werking gesteld
omdat er een beveiliging is geactiveerd om over-
belasting te voorkomen. Het systeem wordt na 3
minuten automatisch in werking gesteld.
• Het systeem start niet wanneer het display
"
" (GECENTRALISEERDE BESTUR-
ING) toont en enkele seconden knippert nadat
een bedieningstoets is ingedrukt.
Dit komt doordat het systeem centraal bestuurd
wordt. Wanneer het display knippert betekent dit
dat het systeem niet met de afstandsbediening
bestuurd kan worden.
• Het systeem start niet onmiddellijk terug op
wanneer u de voeding inschakelt.
Wacht één minuut totdat de microcomputer klaar
voor gebruik is.
II. UIT HET TOESTEL KOMT WITTE ROOK
• Wanneer de vochtigheid hoog is tijdens koeling
(Op vette of stoffige plaatsen)
Indien de binnenkant van een binnenunit bij-
zonder vervuild is, wordt de temperatuurverspre-
iding in een kamer ongelijk. Het is nodig de
binnenkant van de binnenunit te reinigen.
Vraag uw Daikin dealer om gegevens over het
reinigen van de unit. Dit moet door een ervaren
servicepersoon worden gedaan.
• Wanneer het systeem na ONTDOOIWERKING
in VERWARMWERKING wordt geschakeld.
Het vocht dat bij ONTDOOIEN (ontdooien) werd
gecreëerd, wordt in stoom omgezet en komt vrij.
III. GELUID VAN AIRCONDITIONERS
• Nadat het apparaat is gestart, hoort u een
gonzend geluid.
Dit geluid wordt veroorzaakt door de temperatuur-
regelaar.
Na ongeveer één minuut verdwijnt het geluid.
• Er is een voortdurend laag gesis te horen wan-
neer de systemen in de KOELEN of ONTDOO-
IEN stand zijn.
Dit is het geluid van koelgas dat door de binnen-
en buitenunits stroomt.
• Er is een sisgeluid te horen bij het starten of
onmiddellijk nadat de werking is gestopt, of
dat te horen is aan het begin of onmiddellijk
na het stoppen van het ONTDOOIEN.
Dit is het geluid van koelmiddel, veroorzaakt door
het stoppen en veranderen van de stroom.
9
• Er is een voortdurend laag gesis te horen wan-
neer het systeem in de KOELEN stand is of
wanneer het stopt.
Het geluid is te horen wanneer de afvoerpomp in
bedrijf is.
• Er is een piepgeluid te horen wanneer het
systeem in bedrijf is of nadat het systeem is
gestopt.
Dit geluid wordt veroorzaakt door het uitzetten en
inkrimpen van plastic onderdelen.
IV. STOF VAN DE UNITS
• Wanneer het systeem gestart wordt nadat het
langere tijd niet in gebruik is geweest, kan er
stof uit de unit worden geblazen.
Stof dat in de unit terecht is gekomen wordt naar
buiten geblazen.
V. DE UNITS GEVEN EEN GEUR AF
De unit neemt de geur van de kamer, de meubelen,
sigaretten, enz. op en geeft ze dan weer vrij.
VI.OP HET LCD-DISPLAY VAN DE AFSTANDS-
BEDIENING WORDT "
• Dit gebeurt onmiddellijk nadat de hoofd-
schakelaar is aangezet.
Dit is een normale conditie voor de afstandsbedi-
ening.
Dit duurt enige tijd.
9. IN GEVAL VAN PROBLEMEN
I. Als één van onderstaande storingen zich
voordoet, dan neemt u de betreffende
maatregelen en neemt u contact op met uw
Daikin dealer.
Het systeem moet door een erkend onderhouds-
monteur worden gerepareerd.
WAARSCHUWING
Haal, wanneer u iets abnormaals merkt aan
de airconditioner (een brandlucht e.d.) direct
de stekker uit het stopcontact en neem con-
tact op met de leverancier
Wanneer u het apparaat gewoon ingeschakeld
laat, kan het defect raken, gevaar voor elektrische
schokken of brand ontstaan.
• Als een veiligheidsfunctie, zoals bijvoorbeeld een
zekering, een stroomonderbreker of een aardfout-
stroomonderbreker, vaak wordt geactiveerd:
Maatregel: de hoofdschakelaar niet aanzetten.
• Als de AAN/UIT-schakelaar niet goed werkt:
Maatregel: de hoofdschakelaar uitzetten.
• Als water uit de unit lekt.
Maatregel: de werking stilzetten.
" GETOOND.
Nederlands