Advertenties
Voer 0 sec. in als de registratie niet
periodiek moet worden herhaald.
NAT-verversen
Geef aan met welke tussenpozen het
toestel de vermelding in de routing-
tabel van de NAT moet verversen. Voer
een tijdsinterval in seconden in dat iets
kleiner is dan de session-timeout van
de NAT.
De waarde die is voorgeprogrammeerd
voor de
NAT-verversen
gesproken niet te wijzigen.
Outbound proxy-mode
Geef aan wanneer de outbound proxy
moet worden gebruikt.
Altijd
Alle door het toestel verzonden
signalerings- en spraakgegevens
worden naar de outbound proxy
verzonden.
Auto
De door het toestel verzonden
gegevens worden alleen naar de
outbound proxy verzonden als het
toestel op een router met
symmetrische NAT of blokkerende
firewall is aangesloten. Als de telefoon
zich achter een asymmetrische NAT
bevindt, wordt de STUN-server
gebruikt.
Als u
STUN gebruiken
ingesteld of geen STUN-server heeft
ingevoerd, wordt altijd de outbound
proxy gebruikt.
Nooit
De outbound proxy wordt niet
gebruikt.
Als u in het veld
Outbound proxy
opgeeft, gedraagt het toestel zich,
ongeacht de gekozen modus, altijd
zoals bij Nooit.
Outbound proxy
Voer de (fully qualified) DNS-naam of
het IP-adres van de outbound proxy van
uw provider in.
hoeft u normaal
=
heeft
Nee
niets
Opmerking:
Bij veel providers is de outbound proxy
identiek aan de SIP proxy.
Outbound proxy-poort
Voer het nummer van de door de
outbound proxy gebruikte
communicatiepoorten in. De
standaardpoort is 5060.
Onderdeel:
Spraak-codecs
Met de parameters in het onderdeel
Spraak-codecs
kunt u de kwaliteit van uw
VoIP-verbindingen aanpassen.Naast de
gebruikte spraakcodecs kunt u de
"Onderdrukking van spreekpauzes"
(Silence Suppression) in-/uitschakelen en
de versterking van het volume van spraak
en de hoorn (VoIP-volume) vastleggen.
Uw toestel ondersteunt verschillende
spraakcodecs voor het digitaliseren
(coderen en decoderen) van de
spraakgegevens. De spraakcodec die bij
een telefoonverbinding wordt gebruikt,
heeft een groot effect op de
spraakkwaliteit, bijvoorbeeld door de tijd
die wordt gebruikt voor coderen/
decoderen (spraakvertraging). De keuze
van de spraakcodec is een compromis
tussen spraakkwaliteit en benodigde
bandbreedte.
Aan beide zijden van de
telefoonverbinding (beller-/
verzenderszijde en ontvangerszijde) moet
dezelfde spraakcodec worden gebruikt.
De spraakcodec wordt bepaald bij het tot
stand brengen van de verbinding tussen
verzender en ontvanger
Leg de spraakcodec vast die uw toestel bij
het tot stand brengen van een VoIP-
verbinding moet voorstellen.
De volgende spraakcodecs worden door
uw toestel ondersteund en kunnen
worden gekozen:
G729
Gemiddelde spraakkwaliteit. De
vereiste bandbreedte is kleiner dan of
Webconfigurator
89
Advertenties
