Probleem
Mogelijke oorzaken
131
a) De afvoerslang is geknikt of met groot
verdiepingen geplaatst.
b) De sifon is verstopt of de afvoerleiding van
het gebouw werkt niet goed.
c) Er zijn diverse sifons aangesloten aan
dezelfde sifon en hinderen elkaar bij de
afvoer.
d) De ketelfilter "Drukafvoer" is verstopt.
132
De autoclaaf is overladen of de lading is
ongunstig geplaatst.
133
zie probleem 124
135
a) De waterkraan voor de
koelwatervoorziening is niet opengedraaid.
b) De koelwaterslang is geknikt.
c) De watervoorziening in de praktijk is
onderbroken.
Als er een lekwatermelder (waterstop)
geïnstalleerd is:
d) De lekwatermelder werkt niet.
e) De toevoerzeef in de lekwatermelder is
door vuil in de gebouwtoevoer verstopt.
136
a) De autoclaaf staat in een te warme
omgeving.
b) De verluchtingsspleten in de zijwanden
zijn dichtgemaakt of er staat iets tegen.
c) De autoclaaf is ingebouwd. De minimale
afstanden tot de omgevingsvlakken werden
niet gerespecteerd.
d) De deur werd na het laden of uitladen
open gelaten en er is hete stoom uit de
steriliseerkamer ontsnapt.
Wat kunt u doen?
a) Controleer de ligging van de afvoerslang.
Deze moet ongeknikt, met constant verval en
zonder verdiepingen geplaatst zijn.
b) Controleer of de sifon van het gebouw of
de afvoerleiding verstopt zijn.
c) Als u meer apparaten tegelijkertijd
gebruikt, wordt aangeraden om een extra
sifon te installeren.
d) Neem de ketelfilter "Drukontlasting" uit het
apparaat en controleer of deze bijv. door
verpakkingsrestanten vervuild/verstopt zijn.
Reinig eventueel de ketelfilters.
Neem de maximaal toegelaten
laadhoeveelheden in acht, (zie
laden
[} pagina 23]). Let erop dat de lading
geen direct contact met de
stoominlaatkoppen heeft of deze afdekt.
a) Draai de waterkraan volledig open en
controleer of de centrale waterkraan
geopend is.
b) Controleer de plaatsing van de
watertoevoerslang. Deze moet knikvrij
geplaatst zijn en mag niet geplet zijn.
c) Controleer de afsluitkraan van de
leidingwateraansluiting.
d) Trek het stuurapparaat van de
lekwatermelder uit het stopcontact en steek
het er na ca. 30 s weer in. Er moet een
schakelgeluid aan het lekwaterventiel
(zwarte kast aan de waterkraan) hoorbaar
zijn.
e) Reinig de toevoerzeef in het ventiel van
de lekwatermelder als volgt:
1. Draai de waterkraan toe en start een
vacuümtest.
2. Wacht tot het apparaat een
storingsmelding weergeeft en schakelt het
dan uit.
3. Schroef het ventiel van de
lekwaterwatermelder van de waterkraan af
en controleer de toevoerzeef, reinig deze ev.
Schakel de autoclaaf uit en laat hem
ongeveer 1 uur afkoelen.
a) Let op de richtlijnen voor de
installatieplaats en op de maximale
omgevingstemperatuur (zie technisch
handboek [Technical Manual]).
b) Reinig de verluchtingsspleten en verwijder
eventuele voorwerpende die de spleten
afdekken.
c) Behoud de minimumafstand tot
omgevingsvlakken (zie technisch handboek
[Technical Manual]).
d) Sluit de deur telkens na in- en uitladen.
13 Bedrijfsstoringen
Autoclaaf
75