Inhoudsopgave
Advertenties
13 Bedrijfsstoringen
Probleem
103
104
110
111
113
114
124
125
126
127
74
Mogelijke oorzaken
De steriele filter is vervuild/verstopt.
zie probleem 103
a) De autoclaaf is overladen of de lading is
ongunstig geplaatst.
b) De netspanning is te laag, slechte
stroomvoorziening in het gebouw (bij te
kleine installatie, beschadigd stopcontact,
meerdere apparaten aan een stopcontact
resp. zekering).
zie probleem 110
a) De autoclaaf werd tijdens een lopend
programma aan de netschakelaar
uitgeschakeld.
b) Het netsnoer werd uitgetrokken of steekt
niet correct in het stopcontact.
c) Stroomuitval in het gebouw of de FI-
veiligheidsschakelaar van het gebouw
veroorzaakt.
zie probleem 102
a) De autoclaaf is overladen.
b) De autoclaaf werd zonder inzet gebruikt
zodat de lading (vooral textiel) direct contact
met de kamerwand heeft.
c) De ketelfilters "Vacuüm" in de bodem van
de steriliseerkamer zijn vuil/verstopt.
d) Het koelwater in de autoclaaf is te warm.
zie probleem 124
zie probleem 124
zie probleem 124
Wat kunt u doen?
1. Controleer of de aanzuigopening
(middelste opening) van de steriele filter aan
de achterzijde van de autoclaaf verstopt is.
Indien ja, vervang deze dan door een nieuwe
steriele filter.
2. Als er langs buiten niets te zien is,
verwijder dan de steriele filter aan de
achterzijde van de autoclaaf en voer u een
programma zonder lading uit. Als het
programma succesvol wordt beëindigd, is de
steriele filter verstopt. Vervang in dit geval de
steriele filter door een nieuwe.
a) Neem de maximaal toegelaten
laadhoeveelheden in acht (zie
laden
[} pagina 23]. Let er op dat de lading
geen direct contact met de
stoominlaatknoppen heeft of deze afdekt.
b) Controleer de installatie in het gebouw
(bijv. de zekeringkast), of test de autoclaaf
aan een ander stopcontact of een ander
stroomkringloop.
a) Schakel de autoclaaf nooit tijdens een
lopend programma uit aan de netschakelaar.
b) Controleer of het netsnoer ingestoken is,
de netleiding beschadigingen vertoont of
eventuele slechte contacten/losse stekkers
de oorzaak zijn. Steek het netsnoer opnieuw
in.
c) Laat de installatie van het gebouw
controleren (bv. automatische zekeringen),
test de autoclaaf aan een ander stopcontact
resp. een ander stroomcircuit.
a) Neem de maximaal toegelaten
laadhoeveelheden in acht (zie
selecteren
[} pagina 27]). Voer ev. een
vacuümtest uit.
b) Gebruik de autoclaaf altijd met een inzet
en neem de aanwijzingen over laden in acht
(zie
Autoclaaf laden
[} pagina 23]).
c) Neem de ketelfilters "Vacuüm" (achteraan
in de steriliseerkamer) en controleer op ze
bijv. door verpakkingsresten vervuild/verstopt
zijn. Reinig de ketelfilters ev.
d) Controleer of de koelwatertoevoerslang
tijdens het bedrijf opwarmt. Indien ja,
controleer of de slang per vergissing aan de
warmwateraansluiting aangesloten werd.
TIP: In de zomer kan het water ook door
warmteophoping in de toevoerleiding
opwarmen. Start het programma opnieuw
zodat nieuw, koud water nagespoeld wordt.
Autoclaaf
Programma
Advertenties
Inhoudsopgave
