Transport
Druk/vacuüm
Gebruik
Inlassokken
Aanhechtend product
VEGASWING 51 • IO-Link
Houdt de VEGASWING 51 niet vast aan de trilvork.
Bij over- of onderdruk in de tank moet u de procesaansluiting afdich-
ten. Controleer vooraf of het afdichtingsmateriaal bestendig is tegen
het product en de procestemperatuur.
De maximaal toelaatbare druk vindt u in het hoofdstuk " Technische
gegevens" of op de typeplaat van de sensor.
De niveauschakelaar is een meetinstrument en moet dienovereen-
komstig worden behandeld. Verbuigen van het trilelement veroorzaakt
schade aan het instrument.
Waarschuwing:
De behuizing mag niet worden gebruikt voor inschroeven van het
instrument! Het vastdraaien kan op die manier schade aan het draai-
mechaniek van de behuizing veroorzaken.
Gebruik voor het inschroeven de zeskant boven het schroefdraad.
4.2
Montage-instructies
Voor schroefdraaduitvoeringen van de VEGASWING 51 in combinatie
met een inlassok met vooraan liggende O-ring en inlasmarkering.
De VEGASWING 51 met schroefdraad ½", ¾" en 1" heeft een gede-
finieerd schroefdraad. Dat betekent dat iedere VEGASWING 51 zich
na het inschroeven altijd in dezelfde stand bevindt. Verwijder daarom
de meegeleverde vlakke pakking van het schroefdraad van de VE-
GASWING 51. Deze vlakke pakking is bij het gebruik van de inlassok
met vlakke pakking niet nodig.
Voor het inlassen moet u de VEGASWING 51 uitschroeven en de
rubberen ring uit de inlassok nemen.
De inlassok is al van een markeringskerf voorzien. Las de inlassok bij
een horizontale montage in met de markering naar boven of beneden;
in leidingen (DN 25 t/m DN 50) in de doorstroomrichting.
Fig. 5: Markering op de inlassok
1
Markering
Bij horizontale montage in aanhechtende en taaivloeibare media
moeten de oppervlakken van de trilvork zo verticaal mogelijk staan
om afzettingen op de trilvork zo gering mogelijk te houden. De stand
van de trilvork is door een markering op de zeskant van de VEGAS-
WING 51 gekenmerkt. Daarmee kunt u de stand van de trilvork bij het
4 Monteren
1
11