452235.66.06 · 05/2012 · Rei
Montage- en bedieningsrichtlijnen
WWP S 6 ID - WWP S 18 ID
1
Direct lezen a.u.b.
1.1
Belangrijke aanwijzingen
OPGELET!
Voor het gebruik en onderhoud van een warmtepomp moeten de wettelijke eisen van
het land worden opgevolgd, waarin de warmtepomp wordt gebruikt. Afhankelijk van de
koelmiddelhoeveelheid moet de dichtheid van de warmtepomp met regelmatige
tussenpozen door overeenkomstig opgeleid personeel worden gecontroleerd en
vastgelegd.
OPGELET!
Bij een externe besturing van de warmtepomp resp. de circulatiepomp moet in een
additionele debietschakelaar worden voorzien, die het inschakelen van de compressor
bij afwezige volume debiet voorkomt.
OPGELET!
De warmtepomp is niet aan de transportpallet bevestigd.
OPGELET!
De warmtepomp mag max. 45° worden gekanteld (in iedere richting).
OPGELET!
Het apparaat niet aan de boorgaten in de afdekplaten oplichten!
OPGELET!
Spoel de verwarmingsinstallatie voordat de warmtepomp aangesloten wordt.
OPGELET!
De maximale testdruk bedraagt verwarmings- en glycolwaterzijdig 6,0 bar(ü). Deze
waarde mag niet worden overschreden.
OPGELET!
In de warmtebroningang van de warmtepomp moet het bijgevoegde filter worden
gemonteerd om de verdamper tegen verontreiniging te beschermen.
OPGELET!
Het glycolwater moet ten minste voor 25 % uit een vorstbeveiliging op mono-
ethyleenglycol- of propyleenglycolbasis bestaan en moet voor het vullen worden
gemengd.
OPGELET!
Let op het rechtsdraaiende veld: Bij een verkeerde bedrading wordt het opstarten van
de warmtepomp verhinderd. Een desbetreffende aanwijzing wordt in de
warmtepompmanager weergegeven (bedrading aanpassen).
OPGELET!
De inbedrijfstelling van de warmtepomp moet volgens de montage- en
gebruiksaanwijzing van de warmtepompmanager worden uitgevoerd.
2