Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Onderhoud / Reiniging; Onderhoud & Reiniging; Onderhoud; Reiniging Verwarmingskant - Weishaupt WWP S 6 ID Montage- En Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

452235.66.06 · 05/2012 · Rei
Montage- en bedieningsrichtlijnen
WWP S 6 ID - WWP S 18 ID
9

Onderhoud / reiniging

9.1

Onderhoud

Om bedrijfsstoringen door opeenhoping van vuil in de warmtewisselaars te voorkomen,
moet ervoor gezorgd worden, dat er geen vuil in het warmtebron- en verwarmingsin-
stallatie terecht kan komen. Indien er zich toch dergelijke bedrijfsstoringen voordoen,
moet de installatie worden gereinigd, zoals hieronder beschreven wordt.
9.2

Reiniging verwarmingskant

Vooral bij het gebruik van stalen componenten kan zuurstof in de verwarmingswater-
kringloop oxidatieproducten (roest) veroorzaken. De roest komt via ventielen, circulatie-
pompen of kunststof buizen in het verwarmingssysteem terecht. Daarom dient er –
vooral bij de buizen van de vloerverwarming – op een diffusiedichte installatie te wor-
den gelet.
OPMERKING
Om afzettingen in de condensor van de warmtepomp te voorkomen (bijv. roest) wordt
aanbevolen, een geschikt systeem als corrosiebescherming te gebruiken.
Ook resten van smeer- en afdichtingsmiddelen kunnen het warme water vervuilen.
Indien de vervuiling zo groot is dat het de prestaties van de condensor in de warmte-
pomp belemmert, moet een installateur de installatie reinigen.
Volgens de huidige stand van kennis adviseren wij om te reinigen met een fosforzuur
van 5% of, indien er vaker moet worden gereinigd, met een mierenzuur van 5%.
In beide gevallen moet de reinigingsvloeistof op kamertemperatuur zijn. Het is raad-
zaam de warmtewisselaar tegen de normale doorstroomrichting in uit te spoelen.
Om te voorkomen, dat zuurhoudend reinigingsmiddel in de kringloop van de verwar-
mingsinstallatie terechtkomt, raden wij aan, het spoelapparaat direct op het vertrek en
de terugloop van de condensor aan te sluiten. Daarna moet er met geschikte, neutrali-
serende middelen nogmaals grondig gespoeld worden, zodat beschadigingen door
eventueel in het systeem achtergebleven resten van een reinigingsmiddel worden
voorkomen.
De zuren moeten voorzichtig worden gebruikt en de desbetreffende voorschriften moe-
ten in acht genomen worden.
In geval van twijfel moet met de fabrikant van het reinigingsmiddel worden overlegd!
9.3

Reiniging aan de kant van de warmtebron

OPGELET!
In de warmtebroningang van de warmtepomp moet het bijgevoegde filter worden
gemonteerd om de verdamper tegen verontreiniging te beschermen.
Een dag na de inbedrijfstelling moet de filterzeef van de filter worden gereinigd. Ver-
dere controles moeten afhankelijk van de mate van vervuiling worden bepaald. Is er
geen vervuiling meer zichtbaar, dan kan de zeef van de filter worden gedemonteerd, om
het drukverlies te reduceren.
16

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Wwp s 8 idWwp s 11 idWwp s 14 idWwp s 18 id

Inhoudsopgave