Knop Fn:Witbalans
Knop Fn:Witbalans
De persoonlijke witbalans gebruiken
De instellingen voor de witbalans kunnen enigszins variëren, afhankelijk
van de opnameomgeving. U kunt de meest geschikte witbalansinstelling
kiezen voor een bepaalde opnameomgeving door de persoonlijke
witbalans in te stellen.
1. Kies het menu AANGEP. (
witbalans en plaats een vel wit papier
voor de camera, zodat het LCD scherm
uitsluitend de kleur wit laat zien.
2. MENU/OK knop: Kiest de vorige
aangepaste
witbalans.
Sluiter knop: slaat de nieuwe
aangepaste witbalans op.
– De waarde van de persoonlijke witbalans wordt gebruikt vanaf de
volgende foto die u maakt.
– De door de gebruiker ingestelde witbalans blijft effectief totdat deze
wordt overschreven.
[042]
) van de
Wit papier
Knop Fn:Belichtingscorrectie
Knop Fn:Belichtingscorrectie
Deze camera past de belichting automatisch aan de situatie van het
omgevingslicht aan.
U kunt de belichtingswaarde ook met de Fn knop kiezen.
Belichting corrigeren
1. Druk op de Fn knop en gebruikt
vervolgens de Omhoog/Omlaag knop
om het pictogram belichtingscorrectie
(
) te kiezen. De menubalk voor de
belichtingscorrectie wordt weergegeven,
zoals hiernaast te zien is.
2. Gebruik de Links/Rechts knop om de
gewenste belichtingscorrectiefactor in te
stellen.
3. Druk nogmaals op de Fn knop. De waarde die u instelt wordt
opgeslagen en de instellingsmodus belichtingscorrectie sluit. Als
u de belichtingswaarde wijzigt, wordt het belichtingslampje (
weergegeven aan de onderzijde van het LCD scherm.
Een negatieve belichtingscorrectiewaarde vermindert de belichting.
Let erop dat een positieve belichtingscorrectiewaarde de belichting
verhoogt en dat het LCD scherm wit dient te zijn - anders krijgt u
misschien geen mooie foto's.
BELICHTINGSWAARDE
-2
-1
0
+1
+2
0
)