3
1
Stof
2
Naaivoetdruk
3
Naaitechniek
4
Steek
5
Naaivoet
6
Draadspanning
7
Steeklengte
8
Steekbreedte
1
4
5
6
7
Naaigids referentiekaart
Raadpleeg de naaigids referentiekaart voor
de gemakkelijkste manier om de beste
steek, steeklengte, steekbreedte, draadspan-
ning, naaivoet en naaivoetdruk voor uw
naaitechniek en stof te bepalen.
Kijk in de kolom voor uw type stof:
GEWEVEN STOFFEN
fen die niet rekken. Normaal geweven.
STRETCHSTOFFEN
rekken. Elastische stof.
/
LEER
voor kunstleer en -suède.
Selecteer de steek voor de naaitechniek die
u wilt gebruiken:
NAAIEN
elkaar.
LET OP:
de naaigids referentiekaart aan om een
zigzagsteek met een lengte tot 1.5 en
steekbreedte tot 1.5 in te stellen voor
een naad die met de stof mee rekt.
AFWERKEN
stof af om rafelen te voorkomen en
zorgt ervoor dat de stof plat blijft.
2
NAAIEN
afwerken van de naden vindt in één
keer plaats.
RIJGEN
in elkaar zetten van kledingstukken,
het maken van plooien en doorslaan.
Gebruik de maximale steeklengte.
LET OP:
nente gaten in leder en vinyl.
8
BLINDZOMEN
zichtbare zoom in kledingstukken.
Wordt niet aanbevolen voor dunne
stoffen of leder/vinyl.
ZOOM
steek voor een doorgestikte zoom
voor het stoftype dat u heeft gekozen.
KNOOPSGAT
het beste bij uw stof past.
: voor stevige stof-
: voor stoffen die
: voor suède, echt leer en
VINYL
: naait twee stukken stof aan
Voor stretchstoffen beveelt
: werkt de randen van de
/
: het naaien en
AFWERKEN
: het tijdelijk naaien voor het
door rijgen ontstaan perma-
: zorgt voor een on-
: selecteert de best zichtbare
: naait het knoopsgat dat
9