11.3.2
Nadering — applicatie
Opties:
Inactief:
■
–
Applicatie is niet actief.
Naderingsapplicatie
■
–
Applicatie is actief.
Met de applicatie wordt vastgelegd of wordt herkend dat een gebruiker het apparaat nadert. De
applicatie kan ervoor gebruikt worden dat bijvoorbeeld het display en de leds pas inschakelen
als de gebruiker voor het apparaat staat.
De volgende communicatieobjecten zijn beschikbaar:
"NARX: Nadering"
■
"NARX: Interne naderingstoestand"
■
De communicatieobjecten worden vrijgeschakeld in de bijbehorende parameter.
Opmerking
De volgende parameters kunnen alleen worden ingesteld, als de functie
"Nadering" op "Naderingsapplicatie" is ingesteld.
De parameters voor de applicatie "Nadering" kunnen via Algemene parameters
worden opgeroepen.
11.3.2.1
Externe nadering via object
Opties:
Gedeactiveerd:
■
–
Communicatieobject is niet vrijgeschakeld.
Geactiveerd:
■
–
Communicatieobject is vrijgeschakeld.
Met de parameter kan een 1-bit-communicatieobject "NARX: Nadering" worden vrijgeschakeld.
Als op dit object een aan-telegram wordt ontvangen, is de benaderingsfunctie actief. Als op dit
object een uit-telegram wordt ontvangen, is de benadering geblokkeerd.
Producthandboek 2CKA002273B9440
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
Inactief
Naderingsapplicatie
Gedeactiveerd
geactiveerd
Applicatie "Apparaatinstellingen"
│58