Inhoudsopgave Inhoudsopgave Opmerkingen over de handleiding ......................6 Veiligheid ..............................7 Gebruikte aanwijzing en symbolen ....................7 Beoogd gebruik ..........................8 Beoogd gebruik ..........................8 Doelgroep / personeelskwalificatie ....................8 2.4.1 Installatie, inbedrijfname en onderhoud ................... 8 Veiligheidsinstructies ........................9 Opmerkingen over milieubescherming .....................
Pagina 3
Inhoudsopgave ® 8.4.1.2 Busch-ControlTouch via myBUSCH-JAEGER registreren en inrichten ..30 8.4.2 Eerste inbedrijfname apparaat (directe toegang) ................32 8.4.3 Uitnodiging aan klant verzenden ....................34 ® 8.4.4 Aanmelding nieuwe Busch-ControlTouch bij myBUSCH-JAEGER met bestaande toegang ..35 Een project-systeemconfiguratie maken ..................36 8.5.1 Algemene aanwijzingen .........................36 8.5.2 Project maken ..........................37...
Pagina 4
Inhoudsopgave 8.6.10.13 Luchtdruk weergeven ..................88 8.6.10.14 Luchtvochtigheid weergeven ................89 8.6.10.15 RGB-bediening ....................90 8.6.10.16 Schakelaar ......................91 8.6.10.17 Paginalink .......................92 8.6.10.18 Statische tekst ....................92 8.6.10.19 Scène ......................93 8.6.10.20 Impulsdrukkerreeks ..................94 8.6.10.21 Temperatuur weergeven ................96 8.6.10.22 Temperatuur wijzigen ..................97 8.6.10.23 UPnP-schuifschakelaar ..................99 8.6.10.24 Variabele tekst .....................
Voor schade die ontstaat door het niet in acht nemen van het handboek aanvaardt Busch- Jaeger geen aansprakelijkheid. Als u meer informatie nodig heeft of vragen heeft over het apparaat, wendt u zich tot Busch- Jaeger of bezoekt ons op internet: www.BUSCH-JAEGER.de KNX Technisch Handboek 2CKA002273B8902 │6...
Toch bestaan er restrisico's. Om gevaren te vermijden, dient u de veiligheidsinstructies te lezen en op te volgen. Voor schade die ontstaat door het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies aanvaardt Busch-Jaeger geen aansprakelijkheid. Gebruikte aanwijzing en symbolen De volgende aanwijzingen wijzen op bijzondere gevaren in de omgang met het apparaat of...
Ieder gebruik dat niet wordt genoemd in Hoofdstuk 2.2 “Beoogd gebruik“ op pagina 8 geldt als niet beoogd en kan leiden tot letsel en materiële schade. Busch-Jaeger is niet aansprakelijk voor schade die door niet beoogd gebruik van het apparaat ontstaat. Het risico draagt uitsluitend de gebruiker / exploitant.
Veiligheid Veiligheidsinstructies Gevaar – Elektrische spanning! Elektrische spanning! Levensgevaar en brandgevaar door elektrische spanning van 100 … 240 V. Bij direct of indirect contact met spanningsgeleidende delen ontstaat een gevaarlijke doorstroming van het lichaam. Elektrische schok, brandwonden of de dood kunnen het gevolg zijn. Werkzaamheden aan het 100 …...
Opmerkingen over milieubescherming Opmerkingen over milieubescherming Milieu Denk aan de bescherming van het milieu! Oude elektrische en elektronische apparaten mogen niet bij het huishoudelijke afval worden gegooid. – Het apparaat bevat waardevolle grondstoffen die kunnen worden hergebruikt. Geef het apparaat daarom af bij een verzamelpunt voor afgedankte apparatuur.
Opbouw en functie Opbouw en functie Apparaatoverzicht Afb. 1: Apparaatoverzicht [A] Aansluiting hulpspanning 5 ... 36 V DC [B] Aansluitbus 5 V DC [C] Resetknop [D] UTP-aansluiting (LAN) [E] Indicatie bedrijfsstatus (leds) [F] Aansluiting KNX-bus De Busch-ControlTouch ® is uitsluitend geschikt voor gebruik binnen gebouwen. De apparaten bieden een eenvoudige en directe bediening van huisautomatiseringssystemen met Apple- (ook Apple SmartWatch), Android-toestellen of laptop/desktop.
Opbouw en functie Meer productkenmerken: Eenvoudige visualisering via lijstmenu en kleurconcept ■ Wijzigingen kunnen online worden aangebracht ■ Eenvoudige app-afstandsbediening voor kNX (ook via VPN-verbinding) ■ Eenvoudige besturing van KNX-functie in huis ■ Integratie van UPnP-apparaten (bijv. Sonos) ■ Integratie van Philips Hue-lampen ■...
Opbouw en functie Functies 4.4.1 Functieoverzicht De onderstaande tabellen geven een overzicht van de bedieningselementen, mogelijke functies en toepassingen van het apparaat. Bedieningselementen Schakelaar Luchtvochtigheidsindicatie Dimmer Windsnelheidsindicatie Jaloezie Overige indicaties Scène starten Waardezender Datum / tijd RTR temperatuur verstellen Goto account RTR bedrijfsmodus Goto menu Regelaar...
Opbouw en functie Met de uPnP-functie ‘UPNP COMMANDS’ kunnen verschillende commando's worden geactiveerd, bijvoorbeeld voor Sonos-functies. Deze commando's verschijnen automatisch als een geschikt uPnP-apparaat (bijv. Sonos-luidspreker) wordt aangesloten dat deze functies ondersteunt. De extra functies (commando's) kunnen door een scène, een tijdprogramma, een actie (trigger) of een ander script worden getriggerd.
Aansluiting, inbouw / montage Aansluiting, inbouw / montage Gevaar – Elektrische spanning! Levensgevaar door elektrische spanning van 100 … 240 V bij kortsluiting op de laagspanningsleiding. – Laagspannings- en 100 … 240 V-kabels mogen niet samen in een inbouwdoos worden gelegd! Eisen aan de installateur Gevaar –...
Aansluiting, inbouw / montage Montage Het apparaat voor montage op DIN-rail mag uitsluitend op DIN-rails volgens DIN EN 500022 / DIN 60715 TH 35 (inclusief industriële uitvoering) worden gemonteerd. Monteren Om het apparaat te monteren, gaat u als volgt te werk: 1.
Bediening Bediening Bediening uitgebreid bedrijf Afb. 7: Impulsdrukkers en leds op het apparaat [A] Impulsdrukker: R1 [B] Impulsdrukker: R2 [C] Led: OK [D] Led: Network 7.1.1 RESETOPTIES Opmerking Met de 2 impulsdrukkers kan ofwel een soft-herstart (resetten van de toepassing) of een complete herstart worden uitgevoerd. Impulsdruk Handeling Functie...
Bediening 7.1.2 Bedrijfsstatus Opmerking De 2 leds geven één van de volgende toestanden aan: – Klaar voor gebruik – Status LAN-verbinding – Status KNX-verbinding Weergavemod Functie Kleur knippert Opstarten of afsluiten ‘OK’ Groen langzaam Groen continu Toepassing is startklaar knippert Normaal bedrijf –...
Inbedrijfname Inbedrijfname Korte handleiding typische inbedrijfname 8.1.1.1 Uitvoering door installateur / vakkundige klant Aanmelding bij myBUSCH-JAEGER Apparaat voor de toegang (account) myBUSCH-JAEGER registreren (invoer serienummer) App-toegang (account) maken Toewijzen naam en wachtwoord Overnemen projectgegevens uit ETS (groepsadressen instellen) Visualisering maken Apparaat bij eindklant installeren (+ netwerkverbinding) Apparaat in het netwerk vinden met IP-Finder...
Inbedrijfname 8.1.1.2 Uitvoering door eindgebruiker (vervolg vorige weergave) Ontvangst e-mail = aanmelding bij myBUSCH-JAEGER Apparaat voor de toegang (account) myBUSCH-JAEGER registreren (invoer serienummer) personaliseren App-toegang (account) maken Toewijzen naam en wachtwoord Visualisering maken App op eindapparaat van eindgebruiker installeren Gegevens voor app-toegang (zie boven) invullen Startklaar 2.
Pagina 25
Inbedrijfname Overzicht systeem Busch-ControlTouch ® Toegang via myBUSCH-JAEGER Toegang met eigen wachtwoord Toegang voor alle componenten met een wachtwoord App-toegang (account) → bewerking profielen en visualiseringen Wachtwoord voor apparaat bij Apparaat → bewerking o.a. van scènes registratie (wachtwoord ook voor en tijdprogramma's directe toegang apparaat en app)! Wachtwoord van app-toegang!
Inbedrijfname Voorbereidende stappen Opmerking De apparaten vormen een product in het KNX-systeem en voldoen aan de KNX- richtlijnen. Gedetailleerde vakkennis door KNX-scholingen wordt verondersteld. Bovendien moet men ook over voldoende kennis beschikken over verdere componenten van de huisautomatisering (bijvoorbeeld Philips Hue) als deze in het systeem worden gebruikt.
Inbedrijfname Opmerking Alle apparaten in het systeem moeten correct bedraad en op de buslijn aangesloten zijn! De Busch-ControlTouch moet in het netwerk geïntegreerd zijn. Pas dan mag het apparaat onder spanning worden gezet. 4. Inbedrijfname van het apparaat door directe toegang tot het apparaat. 5.
Inbedrijfname Opmerking De installateur (vakkundige klant) kan het project maken en op het apparaat zetten. Natuurlijk kan de installateur (vakkundige klant) met een account meerdere projecten en apparaten beheren. Hij heeft ook toegang tot de configuratieomgeving van de eindklant. Let op! De eindklant kan met zijn persoonlijke toegang via de myBUSCH-JAEGER de toegang tot de profielen voor de vakkundige klant laten blokkeren.
Inbedrijfname 8.4.1 Eerste aanmelding Busch-ControlTouch ® bij myBUSCH-JAEGER zonder bestaand account 8.4.1.1 Registreren en aanmelden 1. Open de pagina myBUSCH-JAEGER en registreer u als nieuwe gebruiker. De wizard leidt u door de registratie. Opmerking Als u de inbedrijfname uitvoert is het absoluut belangrijk dat u ‘Vakkundige klant’ selecteert.
Inbedrijfname 8.4.1.2 Busch-ControlTouch ® via myBUSCH-JAEGER registreren en inrichten Afb. 10: Menupunt ‘Mijn installatie’ 1. Open na de aanmelding ‘Mijn installaties’. ® 2. Klik/tik daarna op ‘Busch-ControlTouch ’ ® 3. Klik/tik daarna op ‘Busch-ControlTouch oproepen’ Afb. 11: Apparaat registreren 4. Voer het serienummer (zie sticker op zijkant van apparaat) van het apparaat in. Bevestig de invoer met ‘Volgende’.
Pagina 31
Inbedrijfname 6. Bevestigen met ‘Volgende’. Nu kunt u beginnen met het maken van het project (zie hoofdstuk “Een project-systeemconfiguratie maken“ op pagina 36) KNX Technisch Handboek 2CKA002273B8902 │31...
Het programma ‘IP-Finder’ (extra software: vind je Busch-ControlTouch ® ■ moet vooraf worden geïnstalleerd. Dit programma kan via de softwaredownload-pagina van de e-catalogus (www.busch-jaeger- catalogus.nl) worden gedownload. Volg tijdens de installatie van aanwijzingen van de installatiewizard. Voor de koppeling moet een internverbinding aanwezig zijn. Bovendien moet ■...
Pagina 33
Inbedrijfname 5. Selecteer een taal. Afb. 14: Menu Taal 6. Voer de gegevens over de locatie in. Afb. 15: Menu Locatie-instelling 7. Voer nu de gebruikersnaam en het wachtwoord voor de persoonlijke toegang tot de Busch-ControlTouch ® in, die voor de app-toegang is toegewezen (zie hoofdstuk “Eerste aanmelding Busch-ControlTouch ®...
Inbedrijfname 8. Controleer daarna de netwerkinstellingen voor het aangesloten apparaat. Afb. 17: Menu Netwerkinstelling 9. Sluit de eerste inbedrijfname af. De directe toegangspagina op het apparaat wordt geopend (zie hoofdstuk “Verdere instellingen voor het apparaat (configuratiepagina)“ op pagina 112). Afb. 18: Installatie voltooid 8.4.3 Uitnodiging aan klant verzenden...
Inbedrijfname 8.4.4 Aanmelding nieuwe Busch-ControlTouch ® bij myBUSCH-JAEGER met bestaande toegang In myBUSCH-JAEGER portaal aanmelden Opmerking De installateur (vakkundige klant) kan één toegang hebben via welke hij meerdere apparaten beheerd! 1. Open de pagina myBUSCH-JAEGER. 2. Meld u aan op het portaal met uw gebruikersnaam en wachtwoord. 3.
Inbedrijfname Een project-systeemconfiguratie maken 8.5.1 Algemene aanwijzingen Ieder project bestaat uit de componenten van het huisautomatiseringssysteem. Iedere component bestaat uit een combinatie van type, naam en groepsadres, om de component eenduidig te identificeren. Het type (gegevenstype) van de component moet overeenkomen met de eigenschappen van de huisautomatiseringscomponent waarvoor deze moet worden gebruikt (bijvoorbeeld schakelaar voor ‘licht inschakelen’).
Inbedrijfname Scènes kunnen op de actuele waarden van de in de scène opgenomen componenten worden gezet. Hiervoor wordt een KNX-leertelegram met de waardewijziging naar de KNX-bus voor het groepsadres verzonden. Opmerking Er moet lang op de toets van een scène-element (apparaatvisualisering ■...
Pagina 38
Inbedrijfname De beschikbare eindapparaten worden weergegeven. 3. Klik op het pictogram. Afb. 21: Pictogram Afb. 22: Configuratiepagina De configuratiepagina verschijnt. Opmerking De gebruiker kan apparaten en projecten archiveren, door op het activeringschakelvlak (pijl wijst naar archief) te klikken. Daardoor wordt het apparaat of project onder ‘Archief’...
Pagina 39
Inbedrijfname Afb. 23: Projectoverzicht 3. Tik op ‘+Nieuw project toevoegen’. Er wordt een nieuw project gemaakt. Opmerking Bij de registratie wordt automatisch een standaardproject [Standaardproject (apparaatnummer)] gemaakt. Dit kan ook worden gebruikt om te bewerken. 4. Vul de invoervelden correct in. Opmerking De velden voor de groepsadressen hoeven niet te worden ingevuld.
Inbedrijfname 8.5.3 Groepsadressen Opmerking De groepsadressen en gebouwgegevens moeten vooraf in de ETS worden aangemaakt en als projectbestand worden opgeslagen. Dit kan ook vooraf worden gedaan zonder dat alle KNX-apparaten reeds op het systeem aangesloten zijn. Via het menupunt ‘Groepsadressen’ kunnen groepsadressen uit de ETS in het project worden geïmporteerd.
Pagina 41
Inbedrijfname Afb. 26: >>Groepsadressen<< 4. Tik op het schakelvlak ‘Bestand selecteren’. Via het dialoogventer kan het gewenste projectbestand worden geselecteerd. Dit wordt daarna in het project geïmporteerd. KNX Technisch Handboek 2CKA002273B8902 │41...
Pagina 42
Inbedrijfname Afb. 27: >>Voorbeeld KNXproj import<< 5. Nu kunt u de groepsadressen definiëren die u in de visualisering wilt gebruiken. Dit kunt u op verschillende manieren doen. U selecteert een bepaald groepsadres uit de lijst en voert aan waarvoor u de groepsadressen wilt gebruiken (bijvoorbeeld voor een schakelaar of dimmer).
Pagina 43
Inbedrijfname Afb. 28: Functies De gegevens voor de groepsadressen kunnen in het bovenste blok (tabblad ‘Groepsadressen’) of in het onderste blok worden ingevoerd. Op het tabblad ‘Gebouw’ kunnen geen directe aanpassingen worden uitgevoerd (alleen link naar componenten via ‘Waarde verzonden’ en ‘Waarden ontvangen’).
Inbedrijfname Opmerking De aanpassingen moeten met het schakelvlak ‘Opslaan’ worden ■ opgeslagen. Om bepaalde componenten eenvoudiger te vinden, kunnen ook de ■ filterfuncties worden gebruikt. De componenten kunnen worden toegevoegd aan bestaande groepen. ■ Bovendien kunnen nieuwe groepen worden toegevoegd. Aanpassingen kunnen ook achteraf nog op ieder moment worden ■...
Pagina 45
Inbedrijfname Afb. 30: Camera invoerveld 3. Voer hier de benodigde gegeven in de invoervelden in. De volgende lijst geeft toelichtingen: Naam: Vrij te kiezen naam (bijv. camera huisdeur) ■ Type: Naast Axis/Vapix of Mobotix kunnen ook andere typen worden vastgelegd. ■...
Inbedrijfname De camera wordt in de lijst met de beschikbare camera's opgenomen. Opmerking Aanpassingen kunnen ook achteraf nog op ieder moment worden aangebracht: Gegevens aanpassen: ■ Tik in de lijst op het bewerkingssymbool naast de camera. De bewerkingspagina wordt geopend. Om af te sluiten op schakelvlak ‘Toevoegen’...
Inbedrijfname Opmerking Deze invoer moet met ‘Opslaan’ worden bevestigd. 3. Tik op het schakelvlak ‘Opslaan’. 4. Maak een nieuw HTTP-commando aan. 5. Selecteer daarna het commandotype. 6. Voer bovendien een naam (voor latere toewijzing) en de commandowaarde (hexadecimale waarde) voor het commandotype in. 7.
Pagina 48
Inbedrijfname Afb. 33: Datalogger invoerveld 3. Voer hier een naam in. 4. Leg het tijdvenster voor de opname vast. Er kunnen meerdere parallel geselecteerd zijn. 5. Bepaald het gegevenstype: Gemiddelde waarde, minimum Zender zendt schommelende waarden bijvoorbeeld temperatuur ■ en maximum (normaal opslaan van gegevens) Totalen/verschillen (totaal wordt bijvoorbeeld als een teller een tellerstand (totale waarde)
Inbedrijfname 8.5.7 Aanwezigheidsmelding Opmerking U dient er rekening mee te houden dat bij de aanpassing van een bestaand project of als een extra project moet worden gemaakt, altijd een toegang via de myBUSCH-JAEGER moet worden verkregen. Open hier de toepassing ‘Busch-ControlTouch’ (pad: Startpagina -> Service & ®...
Inbedrijfname De aanwezigheidsmelding wordt o.a. in de lijst met beschikbare aanwezigheidsmeldingen voor de alarmen of triggers opgenomen Opmerking Aanpassingen kunnen ook achteraf nog op ieder moment worden aangebracht: Gegevens aanpassen: ■ Pas de gegevens aan door ofwel een ander groepsadres te kiezen of de tijdsgegevens aan te passen.
Pagina 51
Inbedrijfname Afb. 36: Trigger invoerveld Iedere triggerfunctie kan geactiveerd en gedeactiveerd worden. Deze functie kan ook in de overzichtslijst worden uitgevoerd door op de naam te klikken. 3. Voer hier een naam in. 4. Leg met ‘Voorwaarde’ vast welke triggerfunctie deze start. Op een groepsadressen gebaseerde voorwaarden kunnen ofwel een triggerende voorwaarde zijn of een voorwaarde die bij het triggeren van een andere voorwaarde wordt gevalideerd.
Inbedrijfname De volgende triggerfuncties kunnen worden geselecteerd (afhankelijk van het triggertype zijn verdere instellingen mogelijk om de triggerfunctie verder te variëren): groepsadres (vastleggen van een groepsadres dat wordt getriggerd) ■ scène oproepen ■ script (oproepen van een vastgelegd script; dit script moet eerder aangemaakt worden) ■...
Pagina 53
Inbedrijfname Afb. 37: Scripts toevoegen 1. Tik op het menupunt ‘Scripts’ 2. Tik op het schakelvlak ‘Script toevoegen’ Afb. 38: Scripts invoerveld 3. Ieder script kan geactiveerd en gedeactiveerd worden. Opmerking Een gedeactiveerd script kan niet worden gebruikt. Het kan echter aangemaakt en naar behoefte worden geactiveerd.
Scripts maken Script-editor Opmerking Voorbeeldscripts vindt u onder www.busch-jaeger-katalog.de. Als u een script toevoegt of bewerkt, kunt u kiezen of het script moet worden geactiveerd. U aangeven dat het script voor de eindgebruiker voor gebruik in scène's of de scheduler beschikbaar moet zijn.
Pagina 55
Inbedrijfname het commandogereedschap toevoegt. Als een commando met het commandogereedschap wordt toegevoegd, worden de bijbehorende velden met betrekking to hun configuratie automatisch als links toegevoerd. Daardoor is het mogelijk om correcte commando's snel en eenvoudig met behulp van de editor toe te voegen. Nadat u één of meerdere commando's in de editor heeft ingevoerd, kunt u deze op geldigheid controleren door op het schakelvlak ‘Opslaan en controleren’...
Inbedrijfname Commando's De paragraaf Commando's is in de verschillende beschikbare hoofdtypen van commando's onderverdeeld. Besturingscomponenten SET [component] TO [value] Met dit commando kunt u bit-, byte- en float-(2byte)-componenten op een bepaalde waarde instellen. Gebruik het ‘.’-teken als zwevendekommawaarden. U kunt ook andere componenten als waardedeel van dit commando gebruiken.
Inbedrijfname Besturing van (meer) scripts STOP Dit commando stopt eenvoudig het uitgevoerde script. RESTART Dit commando start het uitgevoerde script opnieuw. Met andere woorden, het script wordt weer van voren af aan uitgevoerd. BELANGRIJK: Met de herstart van een script zonder toepassing van het WAIT-commando (zie volgende paragraaf) voert het script een eindeloze lus uit;...
Inbedrijfname Scène's, alarmen en schedulers Bestaande scène's, alarmen en schedulers kunnen in scripts met de volgende commando's worden gebruikt. CALL [scenario] Daarmee wordt de opgegeven scène opgeroepen. Vervang [scenario] door de daadwerkelijke scène die u wilt oproepen. LEARN [scenario] Het commando modificeert de scène. Alle componenten in de scène worden in de huisbesturingsinstallatie op hun actuele toestand ingesteld.
Zwevendekommawaarden kunnen door het gebruik van de ‘.’ als separator worden gebruikt, bijvoorbeeld 2.42 Houd er rekening dat alle variabelen voor de hele Busch-Jaeger gelden. Als u dus een bepaalde variabele in een script instelt, kan een ander script de waarde ook gebruiken. Als u een bepaalde variabele alleen in één script wilt gebruiken, moet u erop letten dat u niet dezelfde...
Inbedrijfname De volgende operators kunnen worden gebruikt: optellen aftrekken vermenigvuldigen delen modulair (delingsrest) macht & (resultaat = 1, als beide waarden groter dan 0, 0, indien onwaar) resp. (resultaat = 1, als één van de waarden groter dan 0, 0, indien onwaar) is gelijk aan (resultaat = 1, indien waar, 0, indien onwaar)
Pagina 61
Inbedrijfname Tijdfuncties NOW() Geeft de actuele tijd als tijdstempel in seconden weer vanaf 1 januari 1970 (Unix-datum). Deze tijdstempel kan worden vergeleken met een eerdere waarde om vast te stellen hoeveel tijd verstreken is. DAYTIME() of DAYTIME(timestamp) Geeft een 1 weer als de zon is opgekomen en een 0 als de zon is ondergegaan. Als een tijdstempel is ingesteld, wordt deze tijd gebruikt, anders wordt de actuele tijd gebruikt.
Pagina 62
Inbedrijfname Tekstfuncties CONCAT("abc", "def", ..) Teksten kunnen aan elkaar worden gekoppeld. Bijvoorbeeld: CONCAT (‘abc’, ‘def’, ‘ghi’) geeft als resultaat ‘abcdefghi‘ FORMAT(format, parameters..) Met deze functie kan de tekst worden opgemaakt. Daarbij beschrijft ‘format’ hoe dit moet gebeuren. De volgende parameters geven het tekstgedeelte aan waarvoor dit moet worden uitgevoerd.
Inbedrijfname Besturingsstructuren IF en WHILE U kunt IF-statements en WHILE-lussen alleen gebruiken om bepaalde acties uit te voeren als is voldaan aan een bepaalde voorwaarde. De voorwaarde kan zoals hierboven is toegelicht met behulp van alle rekenkundige operators worden gedefinieerd. Bijvoorbeeld: IF $LIGHT >...
Pagina 64
Inbedrijfname BEGIN en END Als u na een IF-, WHILE- of ELSE-statement meer dan één commando moet uitvoeren, kunt u BEGIN- en END-statements gebruiken. Deze zouden eveneens in een aparte regel moeten worden geschreven, bijvoorbeeld: $X = 0 WHILE $X < 11 BEGIN $Y = $X * 10 SET BYTE(22/EXAMPLE BYTE) TO $Y...
Inbedrijfname 8.5.10 Project aan een apparaat toewijzen Er kunnen weliswaar meerdere projecten worden aangemaakt. Er kan echter in één apparaat slechts één project worden gebruikt. Aan ieder apparaat moet dus steeds één project worden toegewezen. Dit gebeurt met de functie ‘Project in apparaat’. Uit de keuzelijst kunnen alle bestaande projecten worden gekozen.
Inbedrijfname 8.5.14 Project (back-up) herstellen U kunt een back-up herstellen. 1. Selecteer in de menukolom het menu Back-up. Daarna selecteert u de gewenste back-up. 2. Tik op het cloud-symbool (met pijl). Het project wordt weer naar de normale lijst gekopieerd. Opmerking De back-up kan echter ook vanuit het menu worden gewist.
Inbedrijfname Een profiel maken Het profiel bevat de vorm van de visualisering (user interface) voor smartphones en tablets voor de bediening van het huisautomatiseringssysteem via de Busch-ControlTouch ® . Bij de ® overdracht van het profiel naar een Busch-ControlTouch wordt de visualisering voor het apparaat vrijgegeven en eraan toegewezen.
Pagina 68
Inbedrijfname De beschikbare eindapparaten worden weergegeven. 3. Klik op het pictogram. Afb. 42: Pictogram Afb. 43: Configuratiepagina De configuratiepagina verschijnt. Opmerking De gebruiker kan apparaten en projecten archiveren, door op het activeringschakelvlak (pijl wijst naar archief) te klikken. Daardoor wordt het apparaat of project onder ‘Archief’...
Inbedrijfname 8.6.1.2 Standaard-profiel oproepen Tik op ‘Profielen’. Het standaardprofiel wordt geopend. Afb. 44: Profielen invoerveld U kunt nu het standaardprofiel direct verder bewerken of een kopie aanmaken (zie hoofdstuk “Profiel kopiëren“ op pagina 71) en die vervolgens wordt bewerkt. 2. Voer een nieuwe naam in voor het profiel. De volgende selecties kunnen worden uitgevoerd.
Pagina 70
Inbedrijfname Opmerking Vaak is het eenvoudiger om eerst een profiel te selecteren, dat moet lijken op het nieuwe profiel dat moet worden aangemaakt. Dit kan dan gekopieerd (zie hoofdstuk “Profiel kopiëren“ op pagina 71) worden waardoor een volledige kopie van het profiel wordt gemaakt. Deze kopie kan vervolgens worden aangepast. Het item ‘Uitgebreide opties’...
Inbedrijfname 8.6.1.3 Nieuw profiel aanmaken De werkwijze is dezelfde als beschreven onder het punt ‘(standaard-)profiel oproepen’. Hier wordt echter het menupunt ‘Nieuw profiel toevoegen’ opgeroepen. Hier wordt dan een nieuw profiel (net als ‘Standaardprofiel’) toegevoegd die in de menukolom wordt weergegeven. Dit profiel kan dan normaal worden aangepast. Opmerking Vaak is het eenvoudiger om eerst een profiel te selecteren, dat moet lijken op het nieuwe profiel dat moet worden aangemaakt.
Inbedrijfname 8.6.5 Profiel (back-up) herstellen U kunt een back-up herstellen. 1. Selecteer in de menukolom het menu Back-up. Daarna selecteert u de gewenste back-up. 2. Tik op het cloud-symbool (met pijl). Het profiel wordt weer naar de normale lijst gekopieerd. Opmerking De back-up kan echter ook vanuit het menu worden gewist.
Inbedrijfname 8.6.9 Pagina's maken Elke zijde kan individueel vormgegeven worden. Het maken van een navigatiepagina verschilt uitsluitend van het maken van een besturingspagina in het selecteren van het paginatype. Daarmee wordt bepaald welke algemene profielinstellingen voor de pagina wordt weergegeven (zie hoofdstuk “Eerste inbedrijfname apparaat (directe toegang)“...
Pagina 74
Inbedrijfname 3. Klik op het pictogram. Afb. 47: Pictogram Afb. 48: Configuratiepagina De configuratiepagina verschijnt. Opmerking De gebruiker kan apparaten en projecten archiveren, door op het activeringschakelvlak (pijl wijst naar archief) te klikken. Daardoor wordt het apparaat of project onder ‘Archief’ in de menubalk verplaatst. Hierdoor verschijnt het apparaat niet meer in de lijst.
Pagina 75
Inbedrijfname 2. Tik op het item ‘Pagina 1’ De pagina wordt geopend. Afb. 50: Pagina 1 invoerveld 3. U kunt nu deze standaardpagina direct verder bewerken of een kopie aanmaken (zie hoofdstuk 8.6.13 “Pagina's kopiëren“ op pagina 108) om deze vervolgens te bewerken. 4.
Pagina 76
Inbedrijfname Het element wordt vervolgens op het beeld van de iPhone weergegeven. Opmerking De zie hoofdstuk 8.6.10 “Lijst profiel(pagina-)elementen (acties)“ op pagina ■ 77 toont de actuele profiel(pagina-)elementen met de instelmogelijkheden. Klik / tik op het element op het beeld van de iPhone. Daarna worden de instelmogelijkheden voor het element weergegeven.
Inbedrijfname 8.6.9.3 Nieuwe pagina maken De werkwijze is dezelfde als beschreven onder het punt ‘(standaard-)pagina oproepen’. Hier wordt echter het menupunt ‘Nieuwe pagina toevoegen’ opgeroepen. Hier wordt dan een nieuwe pagina (net als ‘Pagina 1) toegevoegd die in de menukolom wordt weergegeven.
Inbedrijfname 8.6.10.2 Commandozender Afb. 52: Commandozender Hiermee kunnen commando's naar aangesloten apparaatcomponenten worden verzonden die onder ‘Project → Commando's’ (zie hoofdstuk “Commando's“ op pagina 46) zijn aangemaakt. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam commandozender ■ Commando's Als er commando's beschikbaar zijn, kunnen deze worden ■...
Inbedrijfname 8.6.10.3 Verlichtingssterkte weergeven Afb. 53: Verlichtingssterkte weergeven Hiermee kan de actuele verlichtingssterkte / lichtintensiteit van een geselecteerd element (groepsadres) worden weergegeven. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam statusindicatie verlichtingssterkte ■ Verlichtingssterkte: Toewijzing van een bijbehorend groepsadres. ■ Kleur functielijn: Vastleggen welke kleur de functielijn heeft. ■...
Inbedrijfname 8.6.10.4 Datalogger Afb. 54: Datalogger Via het element ‘Datalogger’ kunnen de gegevens van componenten grafisch worden weergegeven. Als deze componenten via groepsadressen aan sensoren zijn gekoppeld, kunnen bijvoorbeeld het energieverbruik van een huis, de prestatie van een fotovoltaïsch systeem of het peil van een olietank worden gevisualiseerd. De datalogger worden aangemaakt onder ‘Project →...
Inbedrijfname Instellingen voor y-as afdwingen: Bij de instelling ‘Ja’ wordt het aangeven van de minimum- ■ en maximum-waarden op de y-as geactiveerd. Kleur functielijn: Vastleggen welke kleur de functielijn heeft. Voor dit soort ■ functies is eigenlijk grijs gepland. 8.6.10.5 Datum/tijd Afb.
Inbedrijfname 8.6.10.6 Dimmer Afb. 56: Dimmer Via het element ‘Dimmer’ kan een dimmerregeling worden ingericht. Hier kan dan een toegewezen lamp zowel worden gedimd als uit- en ingeschakeld worden. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam dimmer ■ Dimmer: Selecteren van een groepsadres voor een dimmer → de dimmer wordt via ■...
Inbedrijfname 8.6.10.7 Ga naar account Afb. 57: Ga naar account Hiermee kan direct naar een account van de app worden gelinkt. Deze wordt daarmee dus geopend. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam accountlink ■ Account: Als er accounts beschikbaar zijn, kunnen deze worden geselecteerd. ■...
Inbedrijfname 8.6.10.8 Ga naar menu Afb. 58: Ga naar menu Hiermee kan direct naar een menu van de app worden gelinkt. Deze wordt daarmee dus geopend. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam menulink ■ Ga naar menu: De volgende menu's van de app kunnen worden geselecteerd: ■...
Inbedrijfname 8.6.10.9 Groepskop Afb. 59: Groepskop Hier kunnen secties op een pagina worden gemaakt. Daarmee kunnen bijvoorbeeld paginalinks worden samengevat en benoemd worden (bijvoorbeeld begane grond als groepskopnaam → daaronder volgt een lijst met alle paginalinks voor deze etage). Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam groepskop ■...
Inbedrijfname 8.6.10.10 Jaloezie Afb. 60: Jaloezie Via het element ‘Jaloezie’ kan een jaloeziesturing worden ingericht. Hiermee kan dan een jaloezie worden bediend. Hiervoor moeten door de installateur 2 schakelaars worden ingericht. Bij het indrukken [lange bediening → van een impulsdrukker] wordt de beweging van de jaloezie gestart.
Inbedrijfname 8.6.10.11 Camera Afb. 61: >>Camera<< Hierbij kan direct toegang worden gekregen tot geïntegreerde intercomcamera's. De camerabeelden worden afhankelijk van het indicatietype in de app weergegeven. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Cameranaam: Naam van de cameratoepassing ■ Indictietype: Hier kan worden vastgelegd, of er alleen tot één of tot meerdere camera's toegang ■...
Inbedrijfname 8.6.10.12 Lege zone Afb. 62: Lege zone Hier kunnen lege zones (paginadelen zonder inhoud. zogenaamde ‘plaatshouders') op een pagina worden gemaakt. Daarmee kunnen pagina's overzichtelijker gestructureerd worden (zo kunnen delen beter van elkaar onderscheiden worden). Meer instel-/selectiemogelijkheden: Lage hoogte: De hoogte van de zone kan worden verkleind.
Inbedrijfname 8.6.10.14 Luchtvochtigheid weergeven Afb. 64: Luchtvochtigheid weergeven Hiermee kan de actuele luchtvochtigheid van een geselecteerd element (groepsadres) worden weergegeven. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam statusindicatie luchtvochtigheid ■ Luchtdruk: Toewijzing van een bijbehorend groepsadres ■ Kleur Vastleggen welke kleur de functielijn heeft. ■...
Inbedrijfname 8.6.10.15 RGB-bediening Afb. 65: RGB-bediening Hiermee kan een RGB-bedieningselementen voor geschikte lampen (leds, Philips Hue etc.) worden ingericht. De toewijzing vindt plaats met geselecteerde elementen (groepsadressen). Voor de lampen kunnen dan bepaalde instellingen worden aangepast. Zo kunnen bijvoorbeeld de kleuren gewisseld of het aandeel warm wit aangepast worden. De volgende afbeeldingen tonen een voorbeeld.
Inbedrijfname 8.6.10.16 Schakelaar Afb. 67: Schakelaar Via het element ‘Schakelaar’ kan een lichtbesturing worden ingericht. Hier kan dan een toegewezen lamp uit- en ingeschakeld worden. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam schakelaar (bijvoorbeeld naam van lamp die wordt geschakeld) ■ Schakelaar: Toewijzing van een bijbehorend groepsadres van een lichtaktor. ■...
Inbedrijfname 8.6.10.17 Paginalink AFb. 68: Paginalink Hiermee kan direct naar een aangemaakte pagina worden gelinkt. Deze wordt daarmee geopend. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Op pagina: Selecteren van de pagina waarnaar moet worden gelinkt. Deze pagina's moeten ■ vooraf worden aangemaakt. Pas dan worden ze weergegeven. De selectie wordt dan als naam weergegeven.
Inbedrijfname 8.6.10.19 Scène Afb. 70: Scène Via het element ‘Scène’ kan een scène worden toegewezen. Door op dit element te klikken/tikken wordt de scène gestart. De scènes moeten vooraf door de installateur worden aangemaakt. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam scène (bijvoorbeeld wekken) ■...
Inbedrijfname 8.6.10.20 Impulsdrukkerreeks Afb. 71: Impulsdrukkerreeks Bij een impulsdrukkerreeks kunnen tot 6 individuele impulsdrukkers worden weergegeven. Iedere impulsdrukker kan een andere functie activeren of verschillende waarden versturen. De symbolen kunnen verschillen afhankelijk van de toestand. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Aantal Selecteren hoeveel impulsdrukkers (tot 6) in een reeks moeten worden ■...
Pagina 95
Inbedrijfname Status GA Toewijzing van een bijbehorend status-groepsadres. De volgende mogelijkheden ■ zijn er: – Schakelaar (DPT 1.x) – Dimmer (DPT 5.001) – 1-bit-waarde (DPT 1.x) – 1-byte-waarde (DPT 5.010) – 2-byte-waarde (DPT 9.x float) – 2-byte-waarde (DPT 7.x) – 2-byte-waarde (DPT 8.x) –...
Inbedrijfname 8.6.10.21 Temperatuur weergeven Afb. 72: Temperatuur weergeven Hiermee kan de actueel gemeten temperatuurwaarde van een geselecteerd element (groepsadres) worden weergegeven. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam statusindicatie temperatuur ■ Temperatuur: Toewijzing van een bijbehorend groepsadres ■ Aantal Hiermee kan worden vastgelegd hoeveel cijfers achter het decimale teken ■...
Inbedrijfname 8.6.10.22 Temperatuur wijzigen Afb. 73: Temperatuur wijzigen Via het element ‘Temperatuur wijzigen’ kan een temperatuurregeling worden ingesteld. Hiermee kan dan bij een toegewezen temperatuurregelaar (thermostaat) de temperatuur verlaagd of verhoogd worden. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam van thermostaat (bijvoorbeeld naam van de RTR die wordt ■...
Pagina 98
Inbedrijfname Afb. 74: Objecten / groepsadressen (De nummer van de groepsadressen zijn slechts voorbeelden) 2. Deze groepsadressen moeten dan in een project Busch-ControlTouch ® worden aangemaakt: Afb. 75: Groepsadressen 3. De aangemaakte functies moeten dan met het bedieningselement ‘Temperatuur wijzigen’ worden verbonden: Afb.
Inbedrijfname 8.6.10.23 UPnP-schuifschakelaar Afb. 77: UPnP-schuifschakelaar Hiermee kunnen commando's (bijvoorbeeld volume aanpassing) naar aangesloten uPnP- apparaatcomponenten worden verzonden die onder ‘Project → Commando's’ (zie hoofdstuk “Commando's“ op pagina 46) zijn aangemaakt. In dit geval vindt de besturing plaats via een schuifschakelaar / toetsregelaar als bedieningselement.
Inbedrijfname 8.6.10.24 Variabele tekst Afb. 78: Variabele tekst Hiermee kunnen variabele teksten van KNX- of uPnP-apparaten worden weergegeven. Zo kan bijvoorbeeld de actuele artiest worden weergegeven van het lied dat op dat moment wordt afgespeeld. Bij het wisselen van het lied verschijnt dan ook een andere tekst. Voor deze functie moeten geschikte apparaten in het systeem beschikbaar zijn, zodat deze kunnen worden toegewezen.
Inbedrijfname 8.6.10.25 Website Afb. 79: Website Hiermee kan een directe link worden gemaakt naar een website (internetsite). Deze wordt daarmee geopend. Deze functie kan bijvoorbeeld ook voor de bediening van een alarmsysteem of een audioserver via het internet worden gebruikt. Via deze link kan echter ook bijvoorbeeld een app worden geopend.
Inbedrijfname 8.6.10.26 Waarde weergeven Afb. 80: Waarde weergeven Hiermee kunnen actueel verzonden waarden van een geselecteerd element (groepsadres) worden weergegeven. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam waarde-indicatie: ■ Waarden: Toewijzing van een bijbehorend status-groepsadres. De volgende ■ mogelijkheden zijn beschikbaar: – Schakelaar (DPT 1.x) –...
Inbedrijfname Opmerking U kunt de volgende speciale combinaties in het veld voor de eenheden gebruiken: [deg] voor ° - [2] voor ² - [3] voor ³ Als geen weergavewaarde wordt geselecteerd, wordt niets weergegeven. Waardefactor: = alle waarden worden met de aangegeven factor vermenigvuldig en het ■...
Pagina 104
Inbedrijfname Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam van waarderegelaar (bijvoorbeeld beschrijving van apparaat). ■ Waardeobject: Toewijzing van een bijbehorend groepsadres. Waarden worden verzonden. ■ De volgende mogelijkheden zijn beschikbaar: – Schakelaar (DPT 1.x) – Dimmer (DPT 5.001) – 1-bit-waarde (DPT 1.x) – 1-byte-waarde (DPT 5.010) –...
Inbedrijfname Factor: Alle waarden worden met de aangegeven factor vermenigvuldig en het ■ resultaat weergegeven (bijvoorbeeld wissel van W naar KW), Waardeverschuiving: Alle waarden wordt in de aangegeven eenheid gewijzigd en het resultaat ■ wordt weergegeven (bijvoorbeeld wijziging van F naar °C). Minimaal: Hiermee kan worden vastgelegd welke waarde als minimum wordt ■...
Inbedrijfname 8.6.10.29 Waardetaster Afb. 83: Waarde-impulsdrukker Hiermee kunnen waarden naar een geselecteerd element (groepsadres) via een impulsdrukker worden verzonden. Het is mogelijk dat bij het indrukken van de impulsdrukker andere waarden worden verstuurd dan bij het loslaten van de impulsdrukker. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam van waarde-impulsdrukker (bijvoorbeeld beschrijving van apparaat).
Inbedrijfname Symbool: Kies desgewenst een symbool voor dit element. Dit symbool wordt dan ■ weergegeven. Bovendien kan worden bepaald of het symbool rechts of links van de tekst wordt weergegeven. Kleur functielijn: Voor functies van dit type is grijs gepland. ■...
Inbedrijfname 8.6.12 Pagina-element kopiëren Ieder profiel(pagina-)element kan ook met alle instellingen worden gekopieerd. 1. Selecteer in de menukolom het profiel. Het profiel wordt geopend. 2. Selecteer daarna in de rechter menukolom de pagina met het element dat moet worden gekopieerd. De pagina wordt geopend.
Inbedrijfname 8.6.15 Alarmen Alarmmeldingen kunnen via push-notificatie of e-mail naar vermelde ontvangers / mobiele toestellen worden verstuurd. De alarmmeldingen kunnen worden geconfigureerd. Hieronder wordt in het algemeen toegelicht hoe de functie ‘Alarmen’ wordt geopend en aangepast kan worden. De verschillende aanpassingsmogelijkheden worden in de onderstaande paragrafen beschreven.
Pagina 110
Inbedrijfname Afb. 88: Configuratiepagina De configuratiepagina verschijnt. Opmerking De gebruiker kan apparaten en projecten archiveren, door op het activeringschakelvlak (pijl wijst naar archief) te klikken. Daardoor wordt het apparaat of project onder ‘Archief’ in de menubalk verplaatst. Hierdoor verschijnt het apparaat niet meer in de lijst. Gearchiveerde apparaten en projecten kunnen nog steeds worden bewerkt.
Inbedrijfname Het profiel wordt geopend. Afb. 90: Overzicht alarmen 2. Tik op ‘Alarmen’ in de menukolom. Het overzicht van de aangemaakte alarmen en de ontvangers ervan worden in een overzichtslijst weergegeven. 8.6.15.2 Alarmoverzicht Het overzicht over alle aangemaakte alarmen en de ontvangers ervan wordt opgeroepen op de in het vorige hoofdstuk beschreven wijze.
Inbedrijfname Max. 1 Hier kan een tijdinterval worden vastgelegd, waarin het alarm opnieuw moet worden ■ melding om verzonden. Ontvanger: ■ – Type Selecteren of het alarm als e-mail of push-notificatie wordt verzonden. – Aan Bij e-mail → invoer e-mailadres: bij push-notificatie → selecteren van een mobiel toestel Voorwaarde (alle triggeren een alarm): ■...
Inbedrijfname Configuratiepagina openen 8.7.1.1 Open de pagina myBUSCH-JAEGER en meld u aan. 1. Klik op ‘Mijn installaties’ 2. Klik op ‘Busch-ControlTouch’ Afb. 92: Mijn installaties Afb. 93: Eindapparatuur De beschikbare eindapparaten worden weergegeven. 3. Klik op het pictogram. Afb. 94: Pictogram Afb.
Inbedrijfname Opmerking De gebruiker kan apparaten en projecten archiveren, door op het activeringschakelvlak (pijl wijst naar archief) te klikken. Daardoor wordt het apparaat of project onder ‘Archief’ in de menubalk verplaatst. Hierdoor verschijnt het apparaat niet meer in de lijst. Gearchiveerde apparaten en projecten kunnen nog steeds worden bewerkt.
Inbedrijfname De verbindingsparameters van de gebruiker worden weergegeven. Een QR-code wordt automatisch gegenereerd. 8.7.3 Lokale gebruiker Op de configuratiepagina kan worden bepaald, welke gebruiker van het apparaat en de app welke toegangsrechten heeft. Om deze reden kunnen gebruikers aangemaakt en beheerd worden.
Inbedrijfname 8.7.3.2 Gebruiker maken en toevoegen Er kunnen op ieder moment extra gebruikers worden aangemaakt en toegevoegd. 1. Open de functie ‘Lokale gebruiker’. Ga hiervoor te werk zoals beschreven in Hoofdstuk 8.7.3 “Lokale gebruiker“ op pagina 115. 2. Klik/tik in de rechter menukolom op ‘Nieuwe toevoegen’. Afb.
Inbedrijfname 8.7.3.3 Gebruiker aanpassen Bestaande gebruikers kunnen op ieder moment worden aangepast. 1. Open de functie ‘Lokale gebruiker’. 2. Tik in de menukolom op de gebruiker die moet worden aangepast. De gebruiker wordt geopend. U kunt nu de instellingen aanpassen. 3.
Inbedrijfname 8.7.4.2 Rollen maken en toevoegen Er kunnen op ieder moment extra gebruikers worden aangemaakt en toegevoegd. Opmerking De rol ‘Standaard' wordt automatisch aangemaakt. Deze bevat de belangrijkste basisinstellingen en kan niet worden gewist. Deze kan echter met het ‘kopieersymbool’ rechtsboven worden gekopieerd en dan als een nieuwe rol worden bewerkt.
Inbedrijfname 8.7.4.3 Rollen aanpassen Bestaande rollen kunnen op ieder moment worden aangepast. 1. Open de functie ‘Toegangsrechten’. 2. Tik in de menukolom op de rol die moet worden aangepast. De rol wordt geopend. U kunt nu de instellingen aanpassen. 3. Tik ter afsluiting op het schakelvlak ‘Opslaan’. 8.7.4.4 Rollen wissen Bestaande rollen kunnen op ieder moment worden gewist.
Inbedrijfname 8.7.6 Installateursaccount afmelden Aanmelding van installateur bevestigen Via de configuratiepagina van het apparaat kan de eindgebruiker dwingend vastleggen dat het account van een installateur van een apparaat wordt afgemeld (echter alleen als de eindgebruiker en de installateur niet dezelfde persoon zijn). Als het apparaat afgemeld wordt, wordt het project gekopieerd.
Pagina 121
Inbedrijfname 1. Open de functie ‘iOS Widget’. Afb. 100: iOS Widget 2. Daarna klikt/tikt u op ‘+’ om een impulsdrukker toe te voegen. 3. Kies een impulsdrukker. Pas de instellingen van het type impulsdrukker aan (zie soortgelijke elementen). 4. Klik/tik ter afsluiting op het schakelvlak ‘Opslaan’. De impulsdrukker wordt vervolgens op het beeld van de iPhone weergegeven.
Het programma ‘IP-Finder’ (extra software: vind je Busch-ControlTouch ■ moet vooraf worden geïnstalleerd. Dit programma kan via de softwaredownload-pagina van de e-catalogus (www.busch-jaeger- catalogus.nl) worden gedownload. Volg tijdens de installatie van aanwijzingen van de installatiewizard. Voor de koppeling moet een internverbinding aanwezig zijn. Bovendien moet ■...
Inbedrijfname Instellingen in het apparaat (directe toegang) Enkele instellingen kunnen alleen via een directe toegang op het apparaat worden aangepast. Deze instellingen zijn dan ook alleen speciaal voor dit apparaat beschikbaar. Voor dit doel met een verbinding met het apparaat bestaan. Deze verbinding wordt reeds bij het laden van de configuratie op het apparaat gemaakt.
Pagina 124
Inbedrijfname Informatie over de inbouwplaats van het apparaat (aanpassingen na de eerste inbedrijfname, bijvoorbeeld na locatiewissel van apparaat) Taal: Vastleggen in welke taal de teksten worden weergegeven ■ Tijdzone: Vastleggen van de tijdzone. ■ Europese Vastleggen of er automatisch moet worden gewisseld van zomer- naar ■...
Inbedrijfname Logboekbestanden naar support- De logboekbestanden worden automatisch via de server ■ helpdesk sturen naar een serviceadres doorgestuurd. Configuratie naar support-helpdesk De configuratiebestanden worden automatisch via de server ■ sturen naar een serviceadres doorgestuurd. 8.9.2 Statusindicaties Via ‘Status’ kan de actuele systeemstatus worden ingezien. Bovendien kan via het schakelvlak ‘Internetverbinding controleren’...
Inbedrijfname 8.9.3 Optioneel scènes maken Via ‘Scènes’ kunnen scènes worden gemaakt en beheerd. Opmerking De groepsadressen en componenten voor de scènes moeten vooraf in de ETS zijn aangemaakt. Scène aanmaken In de onderste lijst worden alle componenten weergegeven waaraan scènes zijn toegewezen. Afb.
Inbedrijfname ’Alles selecteren’ wordt gebruikt, kunnen bijvoorbeeld ook alle bestanddelen in één keer worden geactiveerd. 4. Bestanddelen van een scène kunnen ook met het vuilnisbaksymbool worden gewist. 5. Sla de aanpassingen op met het schakelvlak ‘Wijzigingen toepassen’. 6. Voor deze scène worden dan de geactiveerde scènebestanddelen weergegeven. 7.
Inbedrijfname 8.9.4 Optioneel maken van tijdprogramma's (tijdschakelklok) Via ‘Tijdschakelklok’ kunnen tijdprogramma's worden gemaakt en beheerd. Opmerking De tijdprogramma's kunnen ook in de app worden gemaakt en aangepast! Tijdprogramma aanmaken Afb. 107: Tijdschakelklok Hieronder worden de instelmogelijkheden voor de tijdprogramma's beschreven: Naam: Voer een naam in voor het tijdprogramma dat wordt gemaakt.
Inbedrijfname Actie: Vastleggen welke actie door de start van het tijdprogramma moet worden ■ getriggerd. De volgende opties kunnen worden bepaald. – Datum/tijd wordt verzonden – Er kan een scène worden geselecteerd – Groepsadres Afhankelijk van de geselecteerde actie kunnen verdere instellingen (bijvoorbeeld aan of uit) plaatsvinden.
Inbedrijfname 8.9.5 Proxy-instellingen – internetverbinding (poorttoewijzing) Met ‘Instellingen – basis’ kunnen de proxy-instellingen worden gewijzigd. Opmerking De proxy-instellingen zouden alleen moeten worden aangepast als het echt nodig is! Afb. 108: Netwerkinstellingen De DHCP-functie kan hier worden gedeactiveerd/geactiveerd. Bovendien kunnen ook uitgebreide netwerkinstellingen worden aangepast.
Inbedrijfname Het deactiveren van HTTP deactiveert ook de secundaire HTTP-poort (standaardpoort 8000). De HTTP-portforwarding (8001) wordt door deze functie niet beïnvloed en blijft bestaan. De HTTPS-poort kan op dezelfde wijze worden gewijzigd. De gebruiker kan het openbare deel van het HTTPS-certificaat hier downloaden om het handmatig in een browser of een besturingssysteem te importeren.
Inbedrijfname 8.9.7 KNX-instellingen aanpassen Met ‘Instellingen – protocollen’ kunnen de KNX-instellingen worden aangepast. Afb. 111: KNX-instelling De volgende instellingen kunnen worden aangepast: KNX-protocol: De-/activering mogelijk. Bij activering wordt het protocolverkeer ■ ook onder ‘Status’ weergegeven. Fysiek adres KNX> Dit geeft het actuele fysieke adres van het apparaat aan. Onder ■...
Inbedrijfname 8.9.8 Gebruikersprotocollen Met ‘Instellingen protocollen’ kunnen de gebruikersprotocollen geactiveerd/gedeactiveerd worden. Bij activering wordt het protocolverkeer ook onder ‘Status’ weergegeven. Afb. 112: Gebruikersprotocol 1. Ter afsluiting worden de aanpassingen met het schakelvlak ‘Toepassen’ opgeslagen. Opmerking Het protocolvenster (zie onder ‘Status’) wordt na enkele seconden vernieuwd. Bovendien worden twee schakelvlakken weergegeven waarmee de vernieuwing kan worden gestopt of weer worden gestart.
Inbedrijfname 8.9.11 Configuratie Philips Hue Via ‘Instellingen – protocollen’ kan een configuratie met Philips Hue worden gemaakt. Afb. 114: Instelling protocollen 1. Voer het IP/adres van de Hue Bridge in. [1] Impulsdrukker Afb. 115: Impulsdrukker Phillips HUE 2. Druk daarna op de impulsdrukker van de Hue Bridge. 3.
Inbedrijfname De volgende configuratievereisten moeten worden opgevolgd. Alle Hue-componenten moeten vooraf via het Hue-systeem correct geconfigureerd zijn. ■ Een Hue-component moet zowel een zendend groepsadres als een statusgroepsadres ■ afbeelden. Dit vindt volgens het onderstaande schema plaats: ‘HUE:’ gevolgd door het lampnummer, a ‘/’ en het gewenste commando. Voorbeeld: ‘HUE:1/S’...
Inbedrijfname 8.9.14 Apparaat opnieuw starten Afb. 116: Apparaat opnieuw starten Met ‘Instellingen – Systeem’ kan een apparaat opnieuw worden gestart. 8.9.15 Resetten op fabrieksinstellingen Afb. 117: Fabrieksinstellingen Met ‘Instellingen – systeem’ kan het apparaat worden gereset op de fabrieksinstellingen. Het .xec-exportbestand bevat ook de gegevens en instellingen van de aanwezigheidssimulatie. Als een apparaat op de fabrieksinstellingen wordt gereset en vervolgens het .xec-bestand wordt geladen, worden ook de gegevens voor de aanwezigheidssimulatie geladen.
Inbedrijfname 8.9.16 Remote-toegang (toegang op afstand) via myBUSCH-JAEGER activeren Opmerking De functie kan worden gebruikt zonder portforwarding of VPN. Voor de activering is een registratie vereist. Registreert u zich eerst voor deze service (registratie via myBUSCH-JAEGER) voor de activering op het apparaat en in de app. Voor activering van de remote-toegang zijn er drie belangrijke instellingen.
Inbedrijfname 8.9.17 Aanwezigheidssimulatie – zelfleerfunctie Op de pagina ‘Aanwezigheidssimulatie’ kan de simulatiestatus worden gewijzigd (met schakel:vlakken: afspelen/opnemen/stoppen). Verdere functies: ■ Het aantal per dag opgenomen telegrammen wordt weergegeven. ■ Bovendien kunnen opgenomen telegrammen geëxporteerd (csv-formaat) en opgenomen telegrammen verwijderd worden. ■...
Inbedrijfname 8.10 App installeren en instellen Via de app kan het huisautomatiseringssysteem direct worden bestuurd. Hiermee kunnen bijvoorbeeld lampen handmatig in- of uitgeschakeld worden. Opmerking Als het apparaat in het lokale netwerk geïntegreerd is, is voor de bedienen ■ via de app geen internetverbinding nodig. Deze is alleen nodig als het eindapparaat met de app zicht buiten het lokale netwerk bevindt.
Inbedrijfname 8.10.3 Instellingen Opmerking Het apparaat moet in bedrijf worden genomen en in het netwerk geïntegreerd zijn. Voor de toegang is een internetverbinding nodig. In de regel wordt de verbinding met het apparaat automatisch gemaakt. Gevraagd wordt dan welk profiel moet worden gebruikt. Anders moeten de verbindingsparameters ingevuld worden. In de volgende werkstappen wordt beschreven hoe de verbindingsparameters handmatig kunnen worden ingevoerd.
Pagina 141
Inbedrijfname 4. Activeer ‘Meerdere configuraties’ zodat tot 5 accounts (configuraties) kunnen worden geselecteerd. Daarmee kunnen bijvoorbeeld tot 5 apparaten met de app worden bediend. De apparaten bevinden zich als voorbeeld in 5 verschillende gebouwen. 5. Selecteer nu het account. Hiervoor zijn meerdere mogelijkheden beschikbaar: Selecteren door scrollen van rechts naar links (via menupagina ‘Configuratie’) ■...
Pagina 142
Inbedrijfname 6. Selecteer nu het profiel. Klik/tik op ‘Profiel’. 7. Bepaal nu een profiel dat de app moet toepassen. De invoer moet hier met het vinkje worden bevestigd. 8. Laad nu het configuratieprofiel (→ ‘Configuratieprofiel laden’) KNX Technisch Handboek 2CKA002273B8902 │142...
Inbedrijfname Verdere instellingen: PIN Via ‘PIN’ kan worden bepaald of voor de aanpassing van functie in de app een wachtwoord moet worden ingevoerd. Het volgende venster verschijnt: 1. Voer een pincode in. 2. Bepaal bovendien voor welke functie een pincode moet worden ingevoerd. 3.
Pagina 144
Inbedrijfname Verdere instellingen: toegang op afstand Via ‘Toegang op afstand’ kan worden bepaald of de KNX-toegang op afstand gedeactiveerd/geactiveerd wordt. Bij activering wordt de KNX-interface vrijgegeven. Dan is voor de afstandsbediening geen VPN-tunnel nodig. De vrijschakeling voor de toegang via de app wordt voor 8 uur gegeven.
Inbedrijfname 8.10.4 Voorinstellingen Via ‘Voorinstellingen’ kunnen instellingen voor de weergave en andere waarden worden aangepast. 1. Open de app. 2. Klik/tik op het gereedschapssymbool. Het volgende venster verschijnt: 3. Klik/tik op ‘Voorinstellingen’. Het volgende venster verschijnt: KNX Technisch Handboek 2CKA002273B8902 │145...
Pagina 146
Inbedrijfname 4. De volgende instellingen kunnen voor de weergave worden aangepast (aanpassingen worden meteen toegepast): Uitlijning: Hier wordt vastgelegd of de uitlijning van de app horizontaal of ■ verticaal is. Paginaschaal: Hier wordt vastgelegd in welke schaal de app wordt weergegeven ■...
Inbedrijfname 8.10.5 Scènes Opmerking Toegang kan worden beveiligd met een pincode (zie hoofdstuk “Instellingen“ op pagina 140). Met scènes kan de eindklant een hele reeks van acties activeren door bijvoorbeeld slechts één keer een schakelaar te bedienen. De eindklant kan de scènes zelf in de app samenstellen. Hiervoor moet de installateur (vakkundige klant) vooraf echter een basisconstructie met scènes gemaakt heffen waarop de Busch-ControlTouch ®...
Inbedrijfname In de overzichtslijst van de scène kunnen de toegevoegde scènebestanddelen nu door direct tikken worden gedeactiveerd/geactiveerd. Geactiveerd Gedeactiveerd Scène aanpassen 1. Om de naam te wijzigen, tikt u direct op de naam van de scène. De naam kan nu worden gewijzigd. 2.
Inbedrijfname Leerfunctie Normaal kan een scène via het instellingenmilieu worden gewijzigd. Met de leerfunctie (zenden van een KNX-leertelegram) kan de actuele scène via de reguliere visualisering worden vernieuwd. Bij het lang indrukken van een scène-element in de visualisering wordt aan de gebruiker gevraagd of hij de scène met de huidige waarden wil vernieuwen.
Pagina 150
Inbedrijfname De tekstkleur geeft aan of het tijdprogramma geactiveerd of gedeactiveerd is. Rood Gedeactiveerd Groen Actief Tijdprogramma toevoegen 1. Klik/tik op ‘Tijdschakelklok toevoegen’. In het venster kan het tijdprogramma worden gemaakt. De instelmogelijkheden zijn zoals beschreven in Hoofdstuk 8.9.4 “Optioneel maken van tijdprogramma's (tijdschakelklok)“...
Inbedrijfname 8.10.7 Alarmenlijst Opmerking Toegang kan worden beveiligd met een pincode (zie hoofdstuk “Instellingen“ op pagina 140). 1. Open de app. 2. Tik op het gereedschapssymbool. Het volgende venster verschijnt: 1. Om de alarmenlijst te openen tikt u op ‘Alarmenlijst’. In het venster worden alle gemelde alarmmeldingen weergegeven.
Inbedrijfname 8.10.8 Configuratieprofiel laden 1. Open de app. 2. Tik op het gereedschapssymbool. Het volgende venster verschijnt: 3. Laad nu het configuratieprofiel (→ ‘Configuratieprofiel laden’) Opmerking Het profiel kan op ieder moment worden vernieuwd, door de menuweergave naar onderen te trekken. Afb.
Inbedrijfname QR-codescanner 8.10.9 In het configuratiemenu kan de functie QR-scanner worden geopend. Met deze functie kunnen gebruikers direct een ControlTouch configuratie-QR-code voor het instellen van een account scannen. Na het scannen wordt het wachtwoord gevraagd en het beeldscherm voor het instellen van het gebruikersaccount weergegeven.
Inbedrijfname 8.10.11 Aanwezigheidssimulatie Opmerking Toegang kan worden beveiligd met een pincode (zie hoofdstuk “Instellingen“ op pagina 140). In het menu ‘Aanwezigheidssimulatie’ kan de gebruiker componenten (groepsadressen) aan de aanwezigheidssimulatie toevoegen die later moeten worden opgenomen en afgespeeld. Alle voor scènes en tijdschakelklokken beschikbare KNX-componenten worden hier weergegeven. 1.
Inbedrijfname 8.11.1.1 Installatieproces 1. Laat de app uit de store uw smartphone. 2. Na de installatie wordt het pictogram voor de app op de desktop van de Apple Watch weergegeven. 8.11.1.2 Voorinstellingen in profiel Om ervoor te zorgen dat de in het KNX-bussysteem geïntegreerde apparaten ook direct met de app voor de Apple Watch bediend kunnen worden, moeten in het profiel de gewenste functies voor de Apple Watch geactiveerd zijn (standaardinstelling).
Inbedrijfname 8.11.2 Complicaties voor Apple Watch (snelstart) Voor de Apple Watch kan een complicatie worden gemaakt die later wordt toegevoegd aan het cijferblad. De complicatie heeft hetzelfde symbool als de app (in zwart en wit). Door op het symbool te tikken wordt de klokapp gestart. Opmerking De instellingen worden aangepast in de Apple Watch (via het menu ‘Complicaties’).
Updatemogelijkheden Updatemogelijkheden Firmware-update Opmerking Hiervoor is toegang tot het apparaat nodig (zie hoofdstuk “Instellingen in het apparaat (directe toegang)“ op pagina 123). Met ‘Instellingen – systeem’ kan de firmware worden geüpdatet. Afb. 122: Firmware-update 1. Tik op het schakelvlak ‘Zoeken’. Het zoeken wordt gestart.
Onderhoud Onderhoud Het apparaat is onderhoudsvrij. Bij beschadiging, bijvoorbeeld bij transport of opslag, mogen geen reparaties worden verricht. Als het apparaat wordt geopend, vervalt de aanspraak op garantie! Het apparaat moet toegankelijk zijn om een correcte werking, keuring, visuele controle, onderhoud en reparaties mogelijk te maken (volgens DIN VDE 0100-520).
Index Index Eisen aan de installateur ............17 Elektrische aansluiting ...........19, 26 Aanmelding ................35 Aanmelding / registratie ........23, 24, 26, 28 Aanmelding van installateur bevestigen ......123 Firmware-update ..............160 Aansluiting, inbouw / montage ..........17 Functiebeschrijving ..............14 Aanwezige alarmmeldingen weergeven ......138 Functieoverzicht ..............13 Aanwezige scripts weergeven Aanwezige scripts weergeven Functies ................13...
Pagina 160
Index Scènes ................150 Schakelaar ................94 Onderhoud ................. 161 Scripts ..................52 Opbouw en functie ............... 11 Scripts maken ..............54 Opmerkingen over de handleiding ......... 6 Standaard-pagina oproepen ..........74 Opmerkingen over milieubescherming ........ 10 Standaard-profiel oproepen ..........69 Optioneel maken van tijdprogramma's (tijdschakelklok) ... 131, Statische tekst ..............95 Statusindicaties ..............128 Optioneel scènes maken ...........