Inhoudsopgave
Advertenties
11.6.4.9
Waarde uitgangsobject bij logisch waar
Opties:
Uitgang wordt op 1 gezet:
■
–
Op het moment dat aan de logische functie is voldaan, is op de uitgang een logische "1"
aanwezig. Dit is ook het geval als de parameter "Objecttype uitgang" op "1 byte"
ingesteld is.
Gedefinieerd door uitgang-instelwaarde waar:
■
–
De waarde die op de uitgang aanwezig is als aan de logische functie is voldaan, kan
met de parameter "Uitgang-instelwaarde waar" worden ingesteld.
Met de parameter wordt vastgelegd welke waarde het uitgangsobject in de logische toestand
"Waar" heeft.
11.6.4.10
Uitgang-instelwaarde waar
Opties:
Waar = 0:
■
–
Als aan de logische functie is voldaan, is de waarde "0" op het communicatieobject
"GFx: Uitgang" aanwezig.
Waar = 1:
■
–
Als aan de logische functie is voldaan, is de waarde "1" op het communicatieobject
"GFx: Uitgang" aanwezig.
Met de parameter wordt vastgelegd met welke waarde het 1-bit-communicatieobject "GFx:
Uitgang" wordt verzonden als aan de voorwaarden voldaan is (waar).
Opmerking
De parameter kan alleen worden ingesteld als de parameter "Objecttype
uitgang" op "1 bit" en de parameter "Waarde uitgangsobject bij logisch waar" op
"Gedefinieerd door uitgang-instelwaarde waar" is ingesteld.
11.6.4.11
Uitgang-instelwaarde waar
Opties:
Met de parameter wordt ingesteld met welke waarde het 1-byte-communicatieobject "GFx:
Uitgang" wordt verzonden als aan de voorwaarden voldaan is (waar).
Opmerking
De parameter kan alleen worden ingesteld als de parameter "Objecttype
uitgang" op "1 byte" en de parameter "Waarde uitgangsobject bij logisch waar"
op "Gedefinieerd door uitgang-instelwaarde waar" is ingesteld.
Producthandboek 2CKA002273B9440
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
Uitgang wordt op 1 gezet
Gedefinieerd door uitgang-instelwaarde waar
Waar = 0
Waar = 1
Instelmogelijkheid van 0 tot 255
Applicatie 'Algemene functies'
│152
Advertenties
Inhoudsopgave
