Toerental van de
messenkooien instellen
Om een constante, hoge maaikwaliteit te verkrijgen
en een uniform aanzicht na het maaien, moet u de
snelheid van de messenkooi (op het verdeelblok,
onder de afdekking links van de stoel) juist instellen.
U stelt de toerentalregeling van de messenkooien als
volgt in:
1.
Kies de maaihoogte waarop de maai-eenheden
zijn ingesteld.
2.
Kies de rijsnelheid die het meest geschikt is voor
de omstandigheden.
3.
Gebruik de volgende tabel om het gewenste
toerental van de messenkooien te bepalen voor
uw maai-eenheden met 5, 8, 11 of 14 messen
(Figuur
61).
Figuur 61
4.
Kantel de bestuurdersstoel naar voren en
ondersteun hem met de steunstang
Figuur 62
5.
Stel het toerental van de messenkooi in door
de knop voor de toerentalregeling van de
messenkooien te draaien
indicatorpijl het nummer aanwijst dat u bepaald
hebt in stap 3.
1. Knop (toerentalregeling
van messenkooien)
2. Handgreep (wethendel)
g014736
Opmerking:
messenkooien verhogen of verlagen om te
(Figuur
62).
compenseren voor de veranderingen in de
gazonomstandigheden.
g229847
48
(Figuur
63) tot de de
Figuur 63
3. Indicatorpijl
U kunt het toerental van de
g229849
g229880