Schakelhendel
De schakelhendel
(Figuur
plus een
NEUTRAALSTAND
transport en van transport naar maaien schakelen (niet
naar de neutraalstand) als de machine in beweging is;
hierdoor wordt de machine niet beschadigd.
•
A
stand – neutraalstand; gebruiken
CHTERSTE
tijdens het wetten van de messenkooien
•
M
stand – gebruiken tijdens het maaien
IDDELSTE
•
V
stand – gebruiken om de machine van
OORSTE
het ene werkgebied naar het andere te rijden
Ontstekingsschakelaar
Steek het sleuteltje in het contact
het naar rechts op S
TART
het sleuteltje direct los als de motor start; het sleuteltje
komt automatisch op A
naar S
om de motor af te zetten.
TOP
Hendel voor stuurwielvergrende-
ling
Draai de hendel
(Figuur
stuurwiel te verstellen en hoger of lager te zetten
overeenkomstig uw wensen, en draai daarna de
hendel naar achteren om het stuurwiel in de gekozen
stand en hoogte te vergrendelen.
Figuur 20
1. Hendel voor stuurwielvergrendeling
Vergrendelknop van
stuurstangarm
Draai de knop los
(Figuur
knop vrijkomt uit de inkepingen in de stuurstangarm.
Zet de stuurstangarm hoger of lager op de gewenste
hoogte terwijl u de borst van de knop recht voor de
inkeping in de stuurstangarm houdt. Draai de knop
vast om de afstelling te borgen.
19) heeft 2 tractiestanden
. U kunt van maaien naar
(Figuur
19) en draai
om de motor te starten. Laat
. Draai het sleuteltje linksom
AN
20) naar voren om het
21) totdat de borst van de
1. Vergrendelknop van stuurstangarm
Brandstofafsluitklep
Sluit de brandstofafsluitklep
de benzinetank voordat u de machine opslaat of
transporteert op een vrachtwagen of een aanhanger.
1. Brandstofafsluitklep (onder de brandstoftank)
Wethendel
Gebruik de wethendel
bedieningshendel van de hefinrichting en de
toerenregelaar van de messenkooien om de
messenkooien te wetten.
g005505
1. Hendel voor
achteruitrijden
18
Figuur 21
(Figuur
22) onder
Figuur 22
(Figuur
23) met de
Figuur 23
2. Toerenregelaar van
messenkooien
g032583
g005109
g007385