Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Toro Greensmaster 3150 Gebruikershandleiding pagina 25

Tractie-eenheid met tweewielaandrijving
Verberg thumbnails Zie ook voor Greensmaster 3150:
Inhoudsopgave

Advertenties

gaan liggen en daardoor moeilijker tussen de messen
van de messenkooi en het ondermes kunnen komen.
De green maaien
1.
Rij naar de green met de schakelhendel in de
M
en de gashendel op vol gas.
AAISTAND
2.
Begin aan 1 rand van de green zodat u kunt
maaien in banen.
Opmerking:
Dit beperkt de verdichting tot
een minimum en zorgt voor een verzorgd en
aantrekkelijk maaipatroon op de greens.
3.
Druk de bedieningshendel van de hefinrichting
naar voren op het moment dat de voorste
randen van de grasvangers over de buitenrand
van de green komen.
Opmerking:
Hiermee laat u de maaidekken
neer op de grasmat en start u de messenkooien.
Belangrijk:
De middelste maai-eenheid
komt iets later omhoog en omlaag dan de
voorste maai-eenheden; daarom moet u
zich de timing eigen maken die nodig is om
het maaien van overgebleven gras tot een
minimum te beperken.
Opmerking:
De vertraging bij het omhoog en
omlaag komen hangt af van de temperatuur van
de hydraulische vloeistof. Koude hydraulische
vloeistof leidt tot een grotere vertraging.
Naarmate de vloeistoftemperatuur stijgt, zal de
vertragingstijd korter worden.
4.
Zorg ervoor dat een nieuwe maaibaan de vorige
maaibaan zo weinig mogelijk overlapt.
Opmerking:
Om ervoor te zorgen dat u de
green in een rechte lijn maait en de machine
op een gelijke afstand van de rand van de
vorige maaibaan blijft, moet u uitgaan van een
denkbeeldige zichtlijn, ongeveer 1,8 tot 3 m vóór
de machine tot de rand van het ongemaaide deel
van de green
(Figuur
van het stuurwiel deel uitmaken van de zichtlijn;
d.w.z. houd de rand van het stuurwiel in een
rechte lijn ten opzichte van een punt dat altijd
op dezelfde afstand van de voorkant van de
machine blijft.
5.
Als de voorste randen van de grasvangers over
de rand van de green komen, moet u de hendel
van de hefinrichting naar achteren houden tot
alle maai-eenheden opgetild zijn. Hiermee
brengt u de messenkooien tot stilstand en brengt
u de maaidekken omhoog.
Belangrijk:
Doe deze stap op het juiste
moment zodat u de boord niet maait maar
wel zo veel mogelijk gazon maait. Zo moet
26). Laat de buitenrand
u later minder gras rond de buitenste rand
maaien.
6.
U kunt de werktijd bekorten en de machine
eenvoudiger voor de volgende maaibaan
opstellen door de machine een ogenblik in de
tegenovergestelde richting te draaien en daarna
in de richting van het ongemaaide deel. Met
zo'n druppelvormige bocht
de machine snel in positie brengen voor uw
volgende maaibaan.
Opmerking:
te draaien, behalve bij warmer weer.
Dan minimaliseert een bredere bocht de
beschadiging van het gazon.
25
(Figuur
25) kunt u
Figuur 25
Probeer zo kort mogelijk
g229671

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

04358

Inhoudsopgave