Parkeerremklepje
Om de parkeerrem in te schakelen, trapt u
het rempedaal in en drukt u vervolgens het
parkeerremklepje in
(Figuur
werking te stellen. U schakelt het klepje uit door
het rempedaal in te trappen. Stel de parkeerrem in
werking voordat u de machine verlaat.
Gashendel
Met de gashendel
(Figuur
van de motor regelen. U verhoogt het toerental van
de motor door de gashendel naar de stand S
bewegen; u verlaagt het toerental van de motor door
de gashendel naar de stand L
maar hierdoor schakelt u de motor niet uit.
Figuur 17
1. Gashendel
2. Chokehendel
3. Locatie van
lichtschakelaar
Chokehendel
Om een koude motor te starten sluit u de choke van
de carburator door de chokehendel naar voren te
bewegen
(Figuur
17), naar de G
de motor loopt stelt u de chokehendel zo in dat de
motor regelmatig loopt. Zet de choke zo snel mogelijk
open door de hendel naar achteren te bewegen naar
O
. Als de motor warm is, hoeft de choke niet of
PEN
nauwelijks te worden gebruikt.
Testschakelaar lekdetectie
Gebruik de schakelaar
van het alarm van de lekdetector en de tijdvertraging
te controleren.
Urenteller
De urenteller
(Figuur
17) toont het totale aantal uren
dat de machine in bedrijf is geweest. Hij gaat lopen
als u de contactschakelaar op A
15) om de remmen in
17) kunt u de snelheid
NEL
te bewegen,
ANGZAAM
4. Testschakelaar lekdetectie
5. Urenteller
-stand. Nadat
ESLOTEN
(Figuur
17) om de werking
zet.
AN
Instelhendel bestuurdersstoel
De instelhendel van de bestuurdersstoel bevindt zich
links van de stoel
bewegen wordt de stoel ontgrendelt. U kunt de stoel
dan 10 cm naar voren of naar achteren verstellen.
te
1. Instelhendel bestuurdersstoel
Bedieningshendel van hefin-
richting (voor omhoog/omlaag
g032582
brengen van maaidekken)
Als u de bedieningshendel van de hefinrichting
19) tijdens het maaien naar voren beweegt, laat u de
maai-eenheden neer en start u de messenkooien.
Om de messenkooien tot stilstand te brengen en
de maaidekken omhoog te brengen, moet u de
hendel naar achteren trekken. Om de messenkooien
tot stilstand te brengen zonder de maai-eenheden
omhoog te brengen, moet u de hendel eventjes
naar achteren trekken en dan loslaten. Start de
messenkooien opnieuw door de hendel naar voren
te bewegen.
1. Schakelhendel
2. Contactschakelaar
17
(Figuur
18). Door deze hendel te
Figuur 18
Figuur 19
3. Maai-/hefhendel
g005503
(Figuur
g005504