1. Markeringsstrook
2. Ongeveer 12,7 cm
Opmerking:
Het stuurwiel zal niet terugkeren
in zijn oorspronkelijke stand nadat u de machine
hebt gedraaid.
Belangrijk:
U mag de machine nooit tot
stilstand brengen op een green terwijl de
maai-eenheden ingeschakeld zijn, omdat
hierdoor het gras kan worden beschadigd.
Laat de machine ook niet stoppen op een
natte green omdat de wielen van de machine
dan sporen of afdrukken kunnen achterlaten.
De buitenste rand maaien en het
werk voltooien
1.
Maak het werk af door de buitenste rand van de
green te maaien. Maai in een andere richting
dan de voorgaande keer.
Opmerking:
Gebruik de gashendel om de
snelheid van de machine aan te passen als
u de buitenste rand maait. Dit zorgt voor een
maairesultaat dat soortgelijk is met de green en
'triplex ring' beperkt.
Opmerking:
Let altijd op het weer en de
gazonomstandigheden en zorg ervoor dat u in
een andere richting maait dan de voorgaande
keer.
2.
Wanneer u de buitenste rand gemaaid hebt,
tikt u de hendel van de hefinrichting even naar
achteren om de messenkooien te stoppen.
Rij vervolgens van het gazon. Wanneer alle
Figuur 26
3. Gemaaid gras aan de
linkerkant.
4. Blijf u richten op een punt
op 2 tot 3 m vóór de
machine.
maai-eenheden van het gazon af zijn, laat u de
maai-eenheden omhoog komen.
Opmerking:
green tot een minimum beperkt.
3.
Plaats de vlag terug.
4.
Verwijder al het maaisel uit de grasmanden
voordat u de machine naar een volgende green
rijdt.
Opmerking:
een overmatige belasting voor de manden en
voegt onnodig gewicht toe aan de machine,
waardoor de systemen van de machine (motor,
het hydraulische systeem, de remmen, enz.)
zwaarder worden belast.
g005116
Veiligheid na het werk
Algemene veiligheid
•
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het
contact. Wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen en laat de machine
afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of
repareert.
•
Verwijder gras en vuil van de maaidekken,
de aandrijvingen, de geluiddempers, de
koelschermen en de motor om brand te
voorkomen. Veeg gemorste olie en brandstof op.
•
Zorg ervoor dat de brandstofafsluitklep is gesloten
als u de machine stalt of transporteert.
•
Schakel de aandrijving van het werktuig uit als u
de machine transporteert of niet gebruikt.
•
Laat de motor afkoelen voordat u de machine in
een afgesloten ruimte stalt.
•
Onderhoud en reinig de veiligheidsgordel(s) indien
nodig.
•
Stal de machine of het brandstofvat nooit in de
buurt van een open vuur, vonken of een waakvlam
zoals die van een boiler of een ander apparaat.
Veiligheid tijdens het slepen
•
Sleep uitsluitend met een machine die is voorzien
van een trekhaak. Bevestig materiaal dat wordt
gesleept, uitsluitend aan het sleeppunt.
•
Volg de aanwijzing van de fabrikant op
met betrekking tot de gewichtslimiet voor
sleepwerktuigen en slepen op hellingen. Op een
helling kan het gewicht van een gesleept werktuig
ertoe leiden dat de wielen hun grip verliezen en de
bestuurder de controle over de machine verliest.
26
Zo worden graskluiten op de
Zwaar en vochtig maaisel vormt