4. Als de geheugenmodule in het geheugencompartiment is geïnstalleerd, verwijdert
klemmetjes aan weerszijden van de aansluiting tegelijkertijd naar buiten te duwen
vervolgens de geheugenmodule. Bewaar de oude verwijderde geheugenmodule voor toekomstig
gebruik.
5. In de contactrand van de geheugenmodule, die u installeert, zit een uitsparing.
Attentie: Als u beschadiging van de geheugenmodule wilt voorkomen, dient u de contactrand ervan
nooit aan te raken.
6. Plaats de geheugenmodule met de uitsparing in de richting van de contactrand van de aansluiting onder
een hoek van 20 graden in de aansluiting
Opmerking: Als u in slechts één van de twee aansluitingen een geheugenmodule installeert, gebruik
daarvoor dan altijd de onderste aansluiting.
1
en druk hem stevig aan
2
u deze door de
1
en verwijdert
2
.
.
Hoofdstuk 6
Apparaten vervangen
75