INSTALTEST
XB
Lijnimpedantie
Isc is afhankelijk van Z, Un en schaalfactor
❑
De stroomlimiet is afhankelijk van het zekeringtype, stroomlimiet en uitschakeltijd van
❑
de zekering.
De gespecificeerde nauwkeurigheid van geteste parameters is alleen geldig als de
❑
netspanning stabiel is tijdens de meting.
2.2 Batterijen
Indien aangesloten op een elektrische installatie, kan het batterijcompartiment van het
instrument gevaarlijke spanning bevatten! Koppel bij het vervangen van batterijcellen of voordat
u het deksel van de batterij/zekeringsruimte opent, alle meetaccessoires los die op het
instrument zijn aangesloten en schakel het instrument uit.
Zorg ervoor dat de batterijcellen correct zijn geplaatst, anders werkt het instrument
❑
niet en kunnen de batterijen worden ontladen.
Als het instrument lange tijd niet wordt gebruikt, verwijder dan alle batterijen uit het
❑
batterijcompartiment.
Oplaadbare Ni-MH batterijen (maat AA) kunnen worden gebruikt. Het wordt
❑
aanbevolen om alleen oplaadbare batterijen te gebruiken met een capaciteit van 2300
mAh of meer.
Laad geen alkaline batterijcellen op!
❑
2.3 Opladen
De batterijen beginnen met opladen wanneer de voedingsadapter op het instrument is
aangesloten. De ingebouwde beveiligingscircuits regelen de laadprocedure en garanderen een
maximale levensduur van de batterij. De polariteit van het voedingscontactdoos is weergegeven
in figuur 2.1.
:
Opmerking
Gebruik alleen de voedingsadapter die is geleverd door de fabrikant of distributeur van de
testapparatuur om mogelijke brand of elektrische schokken te voorkomen!
2.4 Voorzorgsmaatregelen
Onvoorspelbare chemische processen kunnen optreden tijdens het opladen van nieuwe
batterijcellen of cellen die gedurende lange tijd (meer dan 3 maanden) ongebruikt zijn
gebleven.
Bij gebruik van een externe intelligente acculader kan één volledige ontlaad-/oplaadcyclus
-
Figuur 2.1: Polariteit van het voedingscontactdoos
Veiligheids- en operationele
overwegingen
+
7