18.2 Systeemkniegewricht
Probleem
Het systeemgewricht
wordt niet ontgrendeld.
Oorzaak
De proximale, achterste bovenbeenband
brengt in de backward lean de flexielast
over.
De besturingseenheid is op een systeem-
kniegewricht NEURO TRONIC ingesteld.
De patiënt heeft een opvallend gangbeeld.
De patiënt bereikt door zijn korte sta-
plengte bij het loskomen van de grond
door de hiel niet de dorsaalaanslag.
Daardoor bereikt hij geen kniestrekkend
moment voor de ontgrendeling.
De hefboomwerking van de voorvoet
van het voetgedeelte bereikt niet zijn
kniestrekkende werking.
De patiënt maakt onfysiologische
rotatiebewegingen naar binnen of naar
buiten.
De zuigergeleidering van de functie-
eenheid is te ver uitgedraaid.
Maatregel
Kort de bovenste rand van de bovenbeen-
schaal parallel aan de bilplooi in, zodat de
bilspieren vrij liggen.
Selecteer in het menu van de Expert-app
het systeemkniegewricht NEURO HiTRONIC.
Verander met de Expert-app de instel-
lingen voor het ontgrendelen in mid
stance. Hoe eerder het moment wordt
gekozen, des te gemakkelijker verloopt het
ontgrendelen. Daarbij wordt de lengte van
de periode van de standfasevergrendeling
gereduceerd.
Controleer de opbouw van de orthese
- op de werkbank;
- statisch bij de patiënt;
- dynamisch bij de patiënt.
Pas de opbouw eventueel aan.
Controleer de basisopbouw van de orthese.
Als het systeemenkelgewricht over een dy-
namische dorsaalaanslag beschikt, plaatst
u evt. een sterkere veereenheid. Controleer
bovendien de stijfheid van het laminaat.
Verander met de Expert-app de instelling
voor de rotatieveiligheid.
Stel de zuigergeleidering van de functie-
eenheid met een platte schroevendraaier
af, zodat in uitgerekte toestand een kleine
spleet tussen de rolleneenheid en de
flexieaanslagschijf te zien is.
25