74
Instellingen
APN:
Adres van de provider
invoeren.
Login-naam:
Gebruikersnaam (login-
naam) invoeren.
Password:
Wachtwoord invoeren
(wordt onherkenbaar
weergegeven).
DNS1/DNS 2:
(optioneel).
Instellingen opslaan.
§Opslaan§
KmK
§Menu§
K
functie selecteren.
HTTP-profiel
I
Profiel selecteren.
Fax/data
Fax-/datagebruik met PC
Met uw telefoon en een aangesloten
PC kunt u faxberichten en data ver-
zenden en ontvangen. Wel moet uw
PC dan over de geschikte software
voor data-/faxcommunicatie
beschikken en verbinding hebben
met de telefoon.
Het gebruik van fax- en dataservices
moet door uw provider vrijgegeven
zijn. Afhankelijk van het netwerk zijn
er varianten bij de fax-/dataont-
vangst mogelijk. Raadpleeg uw pro-
vider voor meer informatie hierover.
E
De gewenste modus
instellen.
Verbinding
Spr./fax verz.
Stel deze functie vóór het verzenden
op de telefoon in, om van de voice-
naar de faxmodus te schakelen.
Tijdens het tot stand brengen van de
verbinding wordt nu gedurende
twee seconden de volgende functie
aangeboden:
U schakelt naar de modus
§Spr./fax§
Spr./fax verz.
een faxbericht versturen.
Spr/fax ontv.
(Alleen indien geen speciaal fax- of
datanummer beschikbaar is.)
Start het gewenste communicatie-
programma op de PC en schakel op
de telefoon de functie tijdens het
gesprek in (de PC neemt de verbin-
ding over).
Transmissie beëindigen
De transmissie met de PC-software
beëindigen en/of op
Ontv.fax/data
Van uw provider heeft u een tele-
foonnummer voor de telefoon en
fax/data ontvangen.
Het gesprek wordt door een speciale
beltoon aangekondigd en op het dis-
play van de telefoon wordt de soort
communicatie (fax of data) weerge-
geven.
Start nu het communicatiepro-
gramma op uw PC om de fax/data te
ontvangen.
b
en kunt nu
B
drukken.
b