ONDERHOUDSPLAN
Taak
Reinig of vervang filters: wegwerp
of met metalen frame.
Visuele controle van het oliepeil
Controle van de positie van de
compressor van de
carterverwarming
Controle van de riemspanning
Controleer de riemspanning (info
in de IOM) en vervang indien
noodzakelijk de riem
Controle van de geabsorbeerde
ampères
Controle van de rookdetector
Controle van de Climatic-
besturing, instelpunten en
variabelen.
Controle van de klokinstellingen
Controle van de positie en de
stevigheid van de koelonderdelen.
Controle van de (eventuele)
veiligheidsschakelaar van de
luchthoeveelheidwaarde.
Controle van de vorstbescherming
van de warmwaterbatterij.
Controle van de driewegklep op
de warmwaterbatterij
Controle van de werking
van de aandrijving economiser.
Controle van de vierwegklep
van het koelsysteem.
Controle van de stevigheid
van de elektrische aansluitingen.
FLEXYII-WSHP-IOM-0110-D
Bedrijfsstand
Vervang filters door nieuwe in geval van wegwerpfilters. Vuil
verwijderen met een stofzuiger of blazer. Voorzichtig wassen
en drogen.
Vervang ze indien nodig.
Een verstopt filter heeft nadelige gevolgen voor de werking
van de unit.
DE UNIT MAG NIET ZONDER FILTERS WORDEN
GEBRUIKT..
Controleer het oliepeil door het kijkglas aan de zijkant
van de compressor
Controleer of de hitteweerstand goed en strak rond
de behuizing van de compressor is aangebracht
Controleer de riemspanning (info in de IOM) en vervang
indien noodzakelijk de riem.
Isoleer de unit van de netspanning. Verdraai de ventilator
met de hand en controleer op abnormale geluiden. De lagers
zijn gesmeerd voor de hele levensduur, maar na 10.000 uur
kan vervangen nodig zijn.
Controleer de geabsorbeerde ampères op alle drie de fasen.
Vergelijk de waarden met de nominale waarde in het
schema van de elektrische bedrading.
Start de unit. Activeer de rookdetector door met een
magneet rond de kop van de detector te gaan. Reset de unit
en de regelaar.
Zie het inbedrijfstellingsrapport. Controleer of alle
instellingen conform dit document zijn ingesteld.
Controleer de tijd en datum van de besturing
Controleer systematisch alle aansluitingen en bevestigingen
in het koelcircuit. Controleer op oliesporen en voer
uiteindelijk een lektest uit. Controleer of de werkdrukken
overeenkomen met die op het verslag
van de inbedrijfstelling.
Zet de toevoerventilator stil. De fout moet binnen
5 seconden worden gedetecteerd.
Verhoog het setpoint voor de ruimte naar 10°C boven de
feitelijke kamertemperatuur. Controleer de goede werking
van de zuiger. De zuiger moet zich van de klepkop af
bewegen.
Reset de regelaar.
Controleer alle bevestigingen en de transmissie. Stop de unit
m.b.v. de regelaar. De verseluchtklep moet dicht gaan. Start
de unit, de verseluchtklep moet open gaan.
Verhoog de instelling voor de kamertemperatuur
met 10°Cwanneer de unit in de koelingmodus draait.
De unit moet overschakelen naar de warmtepompmodus.
Reset de regelaar.
Schakel de unit uit en controleer of alle schroeven
nog goed zijn aangedraaid, controleer de aansluitpunten en
de elektrische aansluitingen en let vooral goed
op de stroomkabels en de laagspanningsdraden
van de bediening
O
O
O
O
O
[]
[]
[]
O
[]
O
[]
[]
[]
[]
O
Pagina 113
20
2
2
10
10
15
5
15
5
30
5
5
5
5
30