7
Inbedrijfstelling
7.1
Bijzondere personeelskwalificatie
Het personeel voor inbedrijfstelling moet adequaat gekwalificeerd zijn voor deze
werkzaamheden. Zie hiervoor ook Gedeelte 2.6, pagina 13.
7.2
Veiligheidsvoorschriften inbedrijfstelling
7.3
Inbedrijfstelling / eerste start
7.3.1
Toepassingscondities controleren
Gegevens van de volgende documenten met de geplande toepassingscondities
van de pomp vergelijken:
–
–
–
–
–
7.3.2
Inbedrijfstelling van de pomp
Volgende stappen uitvoeren:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
BA.H2A.KYY.001.NL_1
07.12.2017
Let op
Gevaar door oververhitting en drukoverbelasting!
► Nooit langer dan 30 seconden tegen een gesloten afsluitklep vervoeren.
Het vervoer tegen een gesloten afsluitklep leidt tot snelle opwarming van
het vervoermedium en tot drukverhoging
► Toegestane bedrijfscondities niet overschrijden.
Besteldocumenten (opdrachtbevestiging)
Typeplaatje
Gebruiksaanwijzingen
Teststandafname
Controleren of de pomp alleen onder de aangegeven toepassingscondities
geëxploiteerd wordt. Deze voorwaarden betreffen bijv. druk, temperatuur en
vervoermedium.
Alle aansluitingen op goed vastzitten controleren.
Controleren of alle veiligheidsinrichtingen geïnstalleerd zijn.
Controleren of de elektrische aansluitingen correct zijn.
Afsluitventielen in de installatie openen.
Pomp gemeenschappelijk met de installatie vullen.
Pomp gemeenschappelijk met de installatie ontluchten.
Bij dubbele glijringafdichting tandem / quench-uitvoering het spoelmedium
aansluiten. Zie hiervoor Gedeelte 6.3.5.2, pagina 29.
Afsluitventiel aan zuigzijde volledig openen.
Afsluitventiel aan drukzijde sluiten.
Pomp inschakelen.
Inbedrijfstelling
Bijzondere personeelskwalificatie
33