Inhoudsopgave
Advertenties
Diepte meting met Sonde / signaalhaspel (eindpunt meting)
1. Pinpoint de exacte plaats van de Sonde zoals beschreven in het 'Niet metalen geleiders'
hoofdstuk. Let goed op dat de kabeldetector zich direct boven de Sonde bevind, en niet
één van de twee neven signalen meet.
2. Houdt de kabeldetector verticaal tegen de grond aan, IN LIJN met de Sonde.
3. Druk de diepte knop twee maal in, en houdt deze bij de tweede keer ingedrukt, om
zodoende de Sonde zoekstand te selecteren. In het display zal het woord Sonde knip-
perend worden aangegeven, evenals de diepte. Als het woord Sonde niet in beeld komt zal
de diepte aanduiding niet nauwkeurig zijn.
OPMERKING De diepte die wordt aangegeven is de diepte van de Sonde, en niet van de
leiding. De nauwkeurigheid is tot op 15cm. Het totale bereik is van 80 cm. tot 5 meter.
Dieptemeting: fout aanduidingen
De kabeldetector AT XD kan de volgende foutmeldingen geven indien een diepte
meting wordt uitgevoerd.
1. 000 De geleider zit te ondiep (minder dan 20 cm.) voor de kabeldetector, en
kan zodoende geen nauwkeurige diepte vaststellen. Het zou mogelijk moeten zijn
de diepte te bepalen door de kabeldetector omhoog te bewegen, en vervolgens de
diepte opnieuw uit te lezen.
2. 888 De geleider zit te diep voor de kabeldetector om de diepte te bepalen of er is geen signaal.
3. L0
Het signaal van de signaalgenerator op de ondergrondse geleider is niet sterk genoeg voor de kabeldetector om
een betrouwbare diepte aanduiding te krijgen. Verhogen van het uitgangssignaal van de signaalgenerator, of een andere
plaats kiezen voor de signaalgenerator kan dit probleem oplossen.
4. OL OverLoad (te sterk) Het signaal is te sterk voor de kabeldetector om een betrouwbare uitlezing te krijgen.
Verminderen van de sterkte van het uitgangssignaal kan dit probleem oplossen.
3.
33
kHz
SONDE
4.15
m
f
mA
x
38
Advertenties
Inhoudsopgave
