Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruik van de signaalgenerator:
6. Sluit de zwarte kabel aan op de aardpen (of alternatief
aardpunt) door middel van de krokodillenklem. Indien het
aardpunt zich te ver bevindt van de geleider, gebruik dan
de gele kabel in plaats van de zwarte kabel.
7. Als de aarddraad is aangesloten op de aardpen, zal het
audiosignaal veranderen. Hoe groter het toonhoogteverschil,
des te beter zal het signaal op de geleider zijn.
Indien er geen verandering van toonhoogte is, kan dit
veroorzaakt worden door vuil, roest, of verf welke een goed
contact niet mogelijk maakt. Anderzijds kan het mogelijk zijn,
dat het aardpunt niet goed is. Verplaats de aardpen, of kies
een ander aardpunt.
De Signaalgenerator geeft tevens een visuele controle van de
kwaliteit van de aansluiting als aanvulling op de audio toon die
verandert. Hoe lager de toon, des te beter is het signaal welke
aan de geleider wordt toegevoerd.
8. Stel het uitgangsvermogen in.
OPMERKING Als het niet mogelijk is, de aardpen te gebruiken, gebruik dan een staander van een hekwerk, een mangat,
of een put deksel. Gebruik niet iets, wat reeds een andere toegevoegde functie heeft, zoals een straatlantaarn.
OPMERKING Indien de toon van de signaalgenerator niet verandert, is er geen goede signaaloverdracht op de geleider.
19
Directe aansluiting
Advertenties
Inhoudsopgave
