Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruik van de signaalgenerator:
WAARSCHUWING Sluit de signaalgenerator nooit rechtstreeks aan op stroomvoerende leidingen.
WAARSCHUWING Vraag toestemming aan de eigenaar van de leidingen voor u de signaalgenerator op de leidingen aansluit.
De aansluitdraden en aardpen welke meegeleverd zijn met
de signaalgenerator worden gebruikt om een signaal toe te
voegen aan een metalen geleider op een toegankelijk punt
zoals een ontluchting, een kraan, een aftapkraan of de
vermoedelijke geleider.
1. Sluit de 3-polige steker aan, op de voorzijde van de
signaalgenerator.
2. Sluit de rode kabel aan op de leiding door middel van
de krokodillenklem. Zorg voor een zo goed mogelijke
verbinding.
3. Schakel de signaalgenerator in.
4. Selecteer de frequentie welke u wilt gebruiken;
33kHz, 8kHz, of 512Hz.
OPMERKING Bij opnieuw inschakelen zal de laatste instelling opnieuw gekozen worden.
OPMERKING De materiaalsoort van de leiding bepaalt onder meer welk effect deze heeft op het Signaalgenerator signaal.
OPMERKING Als het niet mogelijk is de krokodillenklem te gebruiken, gebruik dan de magneet welke zich aan de achterzijde
van de krokodillenklem bevindt.
WAARSCHUWING raak de krokodillenklemmen niet aan als de signaalgenerator ingeschakeld is.
Directe aansluiting
1.
5. Steek de aardpen in de grond (controleer deze plaats
eerst op kabels op deze plaats door middel van de
ontvanger).
De ideale positie van de aardpen is haaks op de
waarschijnlijke route van de geleider, en een zo groot
mogelijke afstand van de rode aansluiting.
2.
18
Advertenties
Inhoudsopgave
