4) Nadere details
De besturingseenheid TT2N herkent naast de zenders uit de serie ERGO, PLANO en NICEWAY andere door Nice vervaardigde typen zen-
ders (paragraaf 4.1 Bruikbare zenders). Bovendien is het via passende procedures voor geheugenopslag van de zenders ook mogelijk een
speciale instructie aan elke toets van de zender te koppelen (paragraafen 4.2.1 Modus I en 4.2.2 Modus II).
4.1) Bruikbare zenders
In de tabel A5 zijn de zenders met bijbehorende coderingtype aan-
gegeven die met de besturingseenheid TT2N kunnen worden
gebruikt.
Tabel "A5"
Codering
ERGO1 - ERGO4 - ERGO6
PLANO1 - PLANO4 - PLANO6 - PLANO TIME
FLOR
Rolling code VOLO S RADIO
FLO1R - FLO2R - FLO4R
VERY VR
SMILO Rolling code SM2 - SM4
FLO1 - FLO2 - FLO4
FLO
Fixed code
VERY VE
Omdat codering voor elke zender anders is en de besturingseenheid ze niet tegelijk kan herkennen, bepaalt de eerste zender die in het
geheugen wordt opgeslagen, het type codering en daarmee de zenders die daarna kunnen worden bewaard. Als u na geheugenopslag van
de eerste zender van type zenders wilt veranderen, dient u alle zenders te wissen (tabel A4).
Het is mogelijk het type codering te controleren door het aantal knipperingen van de led op het moment van inschakeling te tellen.
Knipperingen van de led
1 kortstondige knippering (in totaal 0,2s)
2 kortstondige knipperingen (in totaal 0,4s)
3 kortstondige knipperingen (in totaal 0,6s)
2 langdurige knipperingen (in totaal 1,5s)
4.2) Geheugenopslag van de zenders in Modus I en Modus II
In de tabellen A1, A2 en A3 is de geheugenopslag van zenders in Modus I beschreven, waar de zender en bloque wordt bewaard en er aan
elke toets een precieze instructie is gekoppeld (tabel A6). Modus I is geschikt om een automatisering met de 3 of 4 toetsen van de zenders
aan te sturen. In de besturingseenheid TT2N kunnen de zenders ook in Modus II worden opgeslagen; deze modus biedt een grotere flexibi-
liteit voor wat betreft het gebruik van de toetsen op de zenders. Op één en dezelfde besturingseenheid kunnen er zenders zowel in Modus
I als in Modus II worden opgeslagen.
4.2.1) Modus I
Bij Modus I is de instructie vast aan de toetsen op de zender gekop-
peld (tabel A6). In Modus I wordt voor elke zender één enkele fase
van geheugenopslag uitgevoerd en wordt er één enkele plaats in het
geheugen ingenomen. Bij geheugenopslag in Modus I is het van
geen enkel belang op welke toets op de zender gedrukt
wordt.
4.2.2) Modus II
Bij Modus II is het mogelijk aan elke toets op de zender één van de
mogelijke instructies te koppelen (tabel A7); het is bijvoorbeeld
mogelijk met een enkele opgeslagen toets voor de instructie Stap-
voor-Stap een automatisering te bedienen terwijl de andere toetsen
vrij blijven voor het bedienen van andere automatiseringen. Bij
Modus II wordt er een fase van geheugenopslag voor elke toets uit-
gevoerd en elke toets neemt een plaats in het geheugen in beslag.
Bij opslag in Modus II wordt de ingedrukte toets in het geheu-
gen opgeslagen. Indien u aan een andere toets van dezelfde zen-
der een andere instructie wilt koppelen is er een nieuwe fase voor
geheugenopslag nodig.
Zenders
Type codering van de in het geheugen opgeslagen zenders
Zenders met codering FLO
Zenders met codering FLOR
Zenders met codering SMILO
Geheugen leeg (geen enkele zender in het geheugen opgeslagen)
ERGO
PLANO
FLO4R
VERY
Tabel "A6": geheugenopslag in Modus I
Toets
Instructie
Toets ▲ of 1
Omhoog
Toets ■ of 2
Stop
Toets ▼ of 3
Omlaag
Toets 4
Omlaag met "Er is iemand aanwezig"
Tabel "A7": geheugenopslag in Modus II
N°
Instructie
1
Stap-voor-Stap (Omhoog-Stop-Omlaag-Stop)
2
Omhoog-Stop
3
Omlaag-Stop
4
Stop
5
Omlaag met "Er is iemand aanwezig"
6
Omhoog met "Er is iemand aanwezig"
NICEWAY
VOLO S RADIO
SM4
SM2
53
NL