2
Druk op de knop 4.
De camera komt in de stand X.
Beweeg de camera 90° naar rechts en bepaal de
compositie van de eerste opname.
Als de camera een gezicht detecteert, wordt de
functie Gezichtsdetectie geactiveerd en verschijnt
het gezichtsdetectiekader (p.72).
3
3
Druk op de ontspanknop om een
opname te maken.
De eerste gemaakte opname wordt tijdelijk
opgeslagen en het scherm voor het maken van de
tweede opname verschijnt.
4
Maak de tweede opname.
Kader op de voorbeeldweergave het beeld voor het maken van de tweede
opname zo uit dat de weergave van de eerste opname links op de monitor
gedeeltelijk wordt overlapt. Herhaal stap 3 om de tweede opname te maken.
Hierdoor worden de eerste en tweede opname gecombineerd.
De gecombineerde opname verschijnt tijdelijk op de monitor (Momentcontrole)
en wordt vervolgens opgeslagen.
• Om bij het maken van de tweede opname vervorming tot een minimum te
beperken, moet u de camera rond de rechterkant van de
voorbeeldweergave op het scherm draaien.
• De opnamen kunnen niet worden gecombineerd als er bewegende
voorwerpen, zich herhalende patronen of als er niets aanwezig is bij het
overlappen van de eerste en de tweede opname in de voorbeeldweergave.
• Als de functie Gezichtsdetectie (p.103) is ingeschakeld, werkt die functie
alleen voor de eerste opname.
• De resolutie voor opnamen in de stand X is vast ingesteld op f.
82
1
38
2 2
Einde
OK