Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Canon LBP6030w Handleiding pagina 97

Inhoudsopgave

Advertenties

[Read Only]
Hiermee kan de speciale community de MIB-objecten alleen bekijken.
6
Geef instellingen voor SNMPv3 op.
Als u de SNMPv3-instellingen niet hoeft te wijzigen, gaat u verder met de volgende stap.
[Use SNMPv3]
Schakel dit selectievakje in om SNMPv3 in te schakelen. De overige instellingen voor SNMPv3 kunt u alleen opgeven als dit
selectievakje is ingeschakeld.
[Enable User]
Schakel dit selectievakje in om [User Settings 1]/[User Settings 2]/[User Settings 3] in te schakelen. Schakel een selectievakje uit
om de desbetreffende gebruikersinstellingen uit te schakelen.
[User Name]
Gebruik maximaal 32 alfanumerieke tekens voor de gebruikersnaam.
[MIB Access Permission]
Selecteer [Read/Write] of [Read Only] om de toegangsrechten voor MIB-objecten te bepalen.
[Read/Write]
Hiermee kunnen de waarden van MIB-objecten worden weergegeven en worden gewijzigd.
[Read Only]
Hiermee kunnen de waarden van MIB-objecten alleen worden weergegeven.
[Security Settings]
Selecteer [Authentication On/Encryption On], [Authentication On/Encryption Off] of [Authentication Off/Encryption Off] om de
gewenste combinatie van verificatie- en coderingsinstellingen te kiezen.
[Authentication Algorithm]
Als [Security Settings] is ingesteld op [Authentication On/Encryption On] of [Authentication On/Encryption Off], selecteert u [MD5]
of [SHA1] als het verificatiealgoritme afhankelijk van uw omgeving.
[Encryption Algorithm]
Als [Security Settings] is ingesteld op [Authentication On/Encryption On], selecteer dan [DES] of [AES] als het coderingsalgoritme
afhankelijk van uw omgeving.
[Set/Change Password]
Als u het wachtwoord wilt instellen of wijzigen, schakelt u het selectievakje in en typt u tussen 6 en 16 alfanumerieke tekens voor
het wachtwoord in het vak [Authentication Password]/[Encryption Password]. Typ het wachtwoord ter bevestiging in het vak
[Confirm]. U kunt afzonderlijke wachtwoorden instellen voor verificatie- en coderingsalgoritmen.
[Context Name 1]/[Context Name 2]/[Context Name 3]
Gebruik maximaal 32 alfanumerieke tekens voor de contextnaam. U kunt maximaal drie contextnamen registreren.
7
Geef instellingen op voor het verkrijgen van informatie voor het beheren van printers.
Met SNMP kunt u gegevens voor het beheren van printers, zoals afdrukprotocollen en printerpoorten, controleren en periodiek
opvragen bij een computer in het netwerk.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Lbp6030bLbp6030

Inhoudsopgave