6
U heeft de netwerkinstellingen geïnitialiseerd en start het apparaat opnieuw.
Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan.
Initialiseren met de Wi-Fi-toets
U kunt de toets
(Wi-Fi) gebruiken om de systeembeheerinstellingen van het apparaat te initialiseren. Als u de printer
uitschakelt en weer inschakelt terwijl u de toets
(Wi-Fi) ingedrukt houdt, dan worden alle instellingen in het [System
Management Settings] menu (
Overzicht van menuopties) van de Remote UI in één keer geïnitialiseerd. Maar de [System
Manager Name], [Device Name] en [Location] instellingen van [System Management] worden niet geïnitialiseerd.