Papier plaatsen
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe papier in de multifunctionele lade kan worden geplaatst. Raadpleeg
de beschikbare papierformaten.
Papiersoort en Papierinstellingen printerstuurprogramma
Raadpleeg voor het afdrukken de onderstaande tabel en voer in het printerstuurprogramma de juiste papierinstellingen in aan de
hand van de papiersoort die u heeft geladen. Raadpleeg
papierinstellingen en raadpleeg
Papiersoort
60 tot 63 g/m²
*1
Normaal Papier
64 tot 89 g/m²
Dik papier
90 tot 163 g/m²
*3 *4
Transparant
*4
Labels
Envelop
*1
Kringlooppapier kan worden gebruikt.
*2
Als de toner niet volledig gefixeerd is en de afdrukken vaag zijn als u [Zwaar] selecteert, selecteer dan dit.
*3
Gebruik speciale transparanten voor laserprinters.
*4
Gebruik alleen het formaat A4 of Letter.
De volgende papiersoorten mag u niet gebruiken:
Gekreukeld of gevouwen papier
Gekruld of opgerold papier
Gescheurd papier
Vochtig papier
Zeer dun papier
Papier dat is afgedrukt met een thermal-transferprinter
Papier met een grove structuur
Glanzend papier
Behandeling en opslag van papier
Bewaar papier op een vlakke ondergrond.
Bewaar het papier in de originele verpakking om het te beschermen tegen vocht of droogte.
Bewaar het papier niet op een manier waardoor het kan krullen of vouwen.
Bewaar het papier niet verticaal of plaatst niet te veel papier opeen.
Bewaar het papier niet in direct zonlicht, op een plaats die onderhevig is aan hoge vochtigheid of droogte of op een plaats
met grote verschillen in temperatuur of luchtvochtigheid.
Als u gaat afdrukken op papier dat vochtig is geworden
Basisbewerkingen met de printer voor gedetailleerde informatie over
Papier voor informatie over het aantal vellen dat kan worden ingesteld.
[Normaal L]
[Normaal]
[Zwaar]
[Zwaar H]
[Transparant]
[Labels]
[Envelop]
Papierinstelling printerstuurprogramma
*2
0KSJ-00L
Papier voor informatie over