De ketel start de inschakelprocedure en blijft vervolgens
werken tot de ingestelde temperaturen bereikt zijn. Latere
start- en onderbrekingsfasen verlopen automatisch op
grond van de gewenste temperatuur, zonder dat verder
ingrijpen nodig is.
Wanneer er tijdens de inschakeling of werking storingen
optreden voert het toestel "BLOKKERING" uit, hetgeen
gemeld wordt door de rode "lichtknop" op de brander
en het waarschuwingslampje op het bedieningspaneel.
TIJDELIJKE UITSCHAKELING
Ga als volgt te werk om de installatie voor korte tijd uit te
schakelen:
- De hoofdschakelaar op het bedieningspaneel op 0
"uit" zetten en controleren of het groene lampje dooft
(indien aanwezig).
- De hoofdschakelaar van de installatie op "uit" zetten.
b
Wanneer de buitentemperatuur onder NUL daalt
(vorstgevaar) MAG bovenstaande procedure NIET
opgevolgd worden.
In dat geval:
- De ketelthermostaat op de minimumwaarde instellen
(60°C)
- Controleren of warmteregeling of klokthermostaat(ta-
ten)/omgevingsthermostaat actief is(zijn) of op "anti-
vries" staat(staan).
12
BEHEERDER VAN DE INSTALLATIE
b
Wacht na een geval van "BLOKKERING" ongeveer
30 seconden alvorens de startcondities weer te her-
stellen.
Voor herstel van de startcondities de "lichtknop" op de
brander indrukken en wachten tot de vlam oplaait.
Er mogen maximaal 2-3 pogingen tot reset plaatsvinden,
roep daarna de hulp in van de Technische Klantenservice
van r.
60
40
80
20
100
0
120
40
20
60
80
100
0
120