De verwarmingsketel RTQ 3S r moet voor het eerst in bedrijf worden gesteld door de Technische Klantenservice
r, daarna kan de ketel automatisch werken.
Het kan echter voorkomen dat de beheerder van de installatie genoodzaakt is de ketel zelf in werking te stellen, zonder
tussenkomst van de Technische Klantendienst, bijvoorbeeld na langdurige afwezigheid.
In dit geval moet degene die belast is met het beheer van de installatie de volgende controles en handelingen uitvoeren:
- Controleren of de brandstof- en waterkraan van de
verwarmingsinstallatie open staan
- Controleren of de druk van de koude hydraulische
installatie altijd meer bedraagt dan 1 bar en minder
dan de voor het apparaat bepaalde max.limiet
- Wanneer de installatie over warmteregeling of klokther-
mostaat(taten) beschikt controleren of die geactiveerd
is(zijn)
- De klokthermostaat(taten)/omgevingsthermostaat(ta-
ten) of warmteregeling afstellen op de gewenste tem-
peratuur (~20°C)
- De hoofdschakelaar van de installatie op "aan" zetten
- De ketelthermostaat op het bedieningspaneel regelen
- De hoofdschakelaar op het bedieningspaneel op 1
"aan" zetten en controleren of het groene lampje gaat
branden (indien aanwezig).
INBEDRIJFSTELLING
60
40
80
20
100
0
120
60
40
80
20
100
0
120
BEHEERDER VAN DE INSTALLATIE
11