4 Sluit de batterijen in serie aan (positieve van de ene op negatieve van de andere) met de meegeleverde verbindingskabel (G).
Opmerking: Als de batterijen zijn verbonden, voert de centrale een test uit van de integriteit van de batterij bedrading. Als de batterij de test niet doorstaat,
wordt BATTERIJ STORING (BATTERIJ TEST NIET DOORSTAAN) weergegeven op de LCD. Controleer de batterij-aansluitingen en
corrigeer eventuele verbindingen. Als de batterijen moeten worden opgeladen, wordt de test 12 uur uitgesteld. Als de batterijen na die
periode niet voldoende zijn opgeladen (de vereiste minimumspanning hebben bereikt), wordt er in een waarschuwing op gewezen dat
de batterijen wellicht aan vervanging toe zijn.
Herstel de centrale opnieuw en controleer of de status terugkeert naar 'NORMAAL'.
5
6.5.3 Batterijen afvoeren
Vervang de batterijen om de vier jaar, zo niet eerder.
Voer gebruikte batterijen altijd af in overeenstemming met de lokale wet- en regelgeving en aanbevelingen van de fabrikant van de batterij.