Inhoudsopgave
Advertenties
iii. Gebruik een multimeter om de spanning op elk signaalgevers uitgangscircuit te meten. De spanning dient onder normale omstandigheden tussen
de 5 en 8 V te bedragen. Als er elementen zijn omgekeerd, wordt een waarde tussen de 1 en 2 V aangegeven.
3 Als de signaalgever circuits zijn aangesloten, kunnen de signaalgevers worden getest met de knop 'HERSTART SIGNAALGEVERS / ONTRUIMING'.
6.4.7 Storingsrelais aansluiting
De markeringen voor de storingsrelaisconnector TB9 op de basisprint
hebben betrekking op een niet-geactiveerd relais. Dit is in storing. Het
relais is geactiveerd in de ruststand of normale staat van de centrale.
Beide staten zijn hier afgebeeld. In de illustratie ziet u (tussen de tekst
en NO, C en NC voor normaal open, gemeenschappelijk en normaal
gesloten) de printplaatafbeeldingen voor het storingsrelais als het niet is
geactiveerd. Gebruik de NC- en C-contacten voor een storingsuitgang.
6.4.8 Brandrelais aansluiting
De markeringen voor de brandrelaisconnector TB8 op de basisprint
hebben betrekking op een niet-geactiveerd relais. Dit is de situatie
"Geen brand". Het relais is niet geactiveerd in de ruststand of normale
staat van de centrale - de omgekeerde logica van storingsrelais. Het
relais werkt echter alleen als er een alarm is gedetecteerd. Gebruik de
NO- en C-contacten voor een brandalarmuitgang.
997-669-002-2
www.notifier.nl
Inbedrijfstelling
Installatie & inbedrijfstelling handleiding
Deel 6 - 7
Advertenties
Inhoudsopgave
