neer te laten. De maaidekken moeten omlaag
bewegen, maar mogen niet gaan draaien.
Als ze beginnen te draaien werkt het
veiligheidssysteem niet naar behoren; verhelp
het probleem voordat u de machine gebruikt.
Met de machine rijden
zonder te maaien
Verzeker dat de maaidekken volledig zijn geheven.
Zet de schakelhendel op T
remmen om de machine langzamer te laten rijden
als u een steile helling afrijdt om te voorkomen dat u
de macht over het stuur verliest. Verminder altijd uw
snelheid als u oneffen terrein nadert en rij voorzichtig
in sterk glooiend gebied. Zorg ervoor dat u vertrouwd
raakt met de breedte van het voertuig. Probeer niet
tussen objecten te rijden die dicht bij elkaar staan,
teneinde dure schade en uitvaltijd te voorkomen.
Maaien
Voordat u greens gaat maaien, moet u een open
ruimte zoeken om het starten en stoppen van de
machine, het omhoog en omlaag brengen van de
maaidekken en het nemen van bochten te oefenen.
Controleer of er vuil op het gazon ligt, verwijder de
vlag van de cup, en bepaal in welke richting u het
beste kunt maaien. Ga hierbij uit van de voorgaande
maairichting. Maai altijd in een ander maaipatroon
dan het vorige, zodat de grassprieten minder snel plat
gaan liggen en daardoor moeilijker tussen de messen
van de messenkooi en het ondermes kunnen komen.
1.
Rij naar de green met de schakelhendel in de
M
en de gashendel op vol gas.
AAISTAND
2.
Begin aan 1 rand van de green zodat u kunt
maaien in banen.
Opmerking:
Dit beperkt de verdichting tot
een minimum en zorgt voor een verzorgd en
aantrekkelijk maaipatroon op de greens.
3.
Activeer de bedieningshendel van de
hefinrichting op het moment dat de voorste
randen van de grasmanden over de buitenrand
van de green komen.
Opmerking:
Hiermee laat u de maaidekken
neer op de grasmat en start u de messenkooien.
Belangrijk:
Maaidek 1 heeft een vertraging,
en daarom moet u zich de timing eigen
maken die nodig is om het maaien van
overgebleven gras tot een minimum te
beperken.
4.
Zorg ervoor dat een nieuwe maaibaan de vorige
maaibaan zo weinig mogelijk overlapt.
. Gebruik de
RANSPORT
Opmerking:
gazon in een rechte lijn maait en de machine
op een gelijke afstand van de rand van de
vorige maaibaan blijft, moet u uitgaan van een
denkbeeldige zichtlijn, ongeveer 1,8 tot 3 m vóór
de machine tot de rand van het ongemaaide
deel van de green
bestuurders vinden het handig de buitenrand
van het stuurwiel deel te laten uitmaken van de
zichtlijn; d.w.z. de rand van het stuurwiel in een
rechte lijn te houden ten opzichte van een punt
dat altijd op dezelfde afstand van de voorkant
van de machine blijft.
5.
Als de voorste randen van de manden over de
rand van het gazon komen, moet u de hendel
van de hefinrichting naar achteren houden tot
alle maaidekken opgetild zijn. Hiermee brengt
u de messenkooien tot stilstand en brengt u de
maaidekken omhoog.
Opmerking:
juiste moment te doen zodat u de boord niet
maait maar wel zo veel mogelijk gazon maait.
Zo moet u later minder gras rond de buitenrand
maaien.
6.
U kunt de werktijd bekorten en de machine
eenvoudig voor de volgende maaibaan
opstellen door de machine een ogenblik in de
tegenovergestelde richting te draaien en daarna
in de richting van het ongemaaide deel; d.w.z.
als u naar rechts wilt draaien, draait u eerst iets
naar links en dan naar rechts.
Opmerking:
machine sneller richten voor de volgende
maaibaan. Probeer zo kort mogelijk te draaien,
behalve bij warmer weer. Dan minimaliseert een
bredere bocht de beschadiging van het gazon.
23
Om ervoor te zorgen dat u het
(Figuur
21). Sommige
Het is belangrijk om dit op het
Op deze manier kunt u de