Figuur 10
1. Tractiepedaal – vooruit
2. Tractiepedaal – achteruit
Figuur 11
De rijsnelheden zijn als volgt:
•
Maaisnelheid vooruit: 3,2 tot 8 km/u
•
Maximale transportsnelheid: 16 km/u
•
Snelheid achteruit: 4 km/u
Vergrendelingspedaal van
stuurarm
Druk het pedaal in
(Figuur
omhoog of omlaag tot een comfortabele positie en
laat het pedaal los om de arm te vergrendelen.
Gashendel
Met de gashendel
(Figuur
van de motor regelen. Als u de gashendel in de
S
-stand zet zal de motorsnelheid toenemen; als
NEL
u de gashendel in de L
motorsnelheid afnemen.
3. Vergrendelingspedaal van
stuurarm
10) en breng de stuurarm
12) kunt u de snelheid
-stand zet zal de
ANGZAAM
Opmerking:
gashendel.
g014603
1. Gashendel
2. Maai-/hefhendel
3. Schakelhendel
4. Contactschakelaar
5. Lampje motoroliedruk
Bedieningshendel van hefin-
richting (voor omhoog/omlaag
brengen van maaidekken)
g005105
Als u de hendel
voren beweegt, laat u de maaidekken neer en start u
de messenkooien. Om de messenkooien tot stilstand
te brengen en de maaidekken omhoog te brengen,
moet u de hendel naar achteren trekken. Tijdens het
maaien kunt u de messenkooien tot stilstand brengen
door de hendel eventjes naar achteren te trekken en
dan los te laten. U stelt de messenkooien in werking
door de hendel naar voren te bewegen.
Schakelhendel
De schakelhendel
plus een neutraalstand. U kunt van maaien naar
transport en van transport naar maaien schakelen (niet
naar de neutraalstand) als de machine in beweging is;
hierdoor wordt de machine niet beschadigd.
•
A
CHTERSTE
•
M
IDDELSTE
•
V
stand – transport
OORSTE
15
U kunt de motor niet stoppen met de
Figuur 12
6. Waarschuwingslampje
accu
7. Indicatielampje voor
onderhoud
8. Indicatielampje van
gloeibougies
9. Lampje watertemperatuur
(Figuur
12) tijdens het gebruik naar
(Figuur
12) heeft 2 tractiestanden
stand – neutraalstand en wetten
stand – maaien
g032816