1. Omloopklep
Belangrijk:
Draai het omloopventiel niet
meer dan 1 slag. Dit voorkomt dat het ventiel
uit de behuizing valt en de vloeistof naar
buiten stroomt.
Belangrijk:
Duw/trek de machine niet meer
dan 30,5 meter of sneller dan 0,6 km per
uur omdat dit schade aan het hydraulische
systeem kan veroorzaken.
4.
Zet de parkeerrem vrij voordat u de machine
gaat duwen/trekken.
Belangrijk:
Laat de motor met een geopend
omloopventiel niet langer dan 10 tot
15 seconden lopen.
5.
Als u de machine weer wilt gaan bedienen, moet
u het omloopventiel 1 slag rechtsom draaien
(Figuur
31).
Opmerking:
Draai het omloopventiel niet te
vast.
Opmerking:
U moet het omloopventiel sluiten
om met de machine te rijden. Probeer het
tractiesysteem niet in werking te stellen als het
omloopventiel is geopend.
Het regelcircuit van
systeem terugstellen
Als de beluchtingskop in de beluchtingsstand is blijft
(brandstoftank leeg, onderhoudsvergrendeling niet
gemonteerd voor opslag, mechanisch defect aan
motor/pomp, enz.), wordt het elektrische systeem
dat de solenoïdes van het hydraulische systeem en
de elektrische koppeling regelt, uitgeschakeld om
te voorkomen dat de beluchtingskop per ongeluk
Figuur 31
in beweging komt zonder dat het systeem eerst
opzettelijk wordt teruggesteld.
1.
Start de motor.
2.
Druk op de resetknop van het systeem
32).
De beluchtingskop gaat omhoog en het
elektrisch controlecircuit wordt teruggesteld.
Opmerking:
lopen, start de motor dan met de startmotor
terwijl u de resetknop van het systeem indrukt
totdat de beluchtingskop van de grond komt.
g010045
1. Resetknop van het systeem
Met de machine rijden
wanneer de beluchtingskop
is neergelaten
Als de motor niet werkt, of u kunt hem niet starten met
de neergelaten beluchtingskop en de tanden in de
bodem, moet u de volgende stappen uitvoeren:
1.
Verwijder de tandenhouders uit de armen.
2.
Draai het omloopventiel 1 slag open.
3.
Trek/duw de machine naar een nabijgelegen
plaats om de onderhoudswerkzaamheden voort
te zetten of de machine op een aanhanger te
laden.
Belangrijk:
U mag de machine niet meer
dan 30,5 meter of sneller dan 1,6 km per
uur trekken/duwen omdat dit schade aan het
hydraulische systeem kan veroorzaken.
27
Als u de motor niet kunt laten
Figuur 32
(Figuur
g010046