Figuur 25
1. Beschermvinger
5.
Monteer een tandenklem losjes op elke
tandenhouder
(Figuur
1½"). Draai de bouten niet aan.
Figuur 26
1. Tandenklem
6.
Monteer de tanden in de houders 2 en 5
27). Draai de bouten vast.
Figuur 27
1. Tandenhouder nr. 5
g010039
2. Klem voor
beschermvingers
26) met 4 bouten (⅜" x
g010041
2. Tand
(Figuur
g010040
2. Tandenhouder nr. 2
7.
Controleer of de tanden zich in het midden
van de openingen in de beschermvingers
bevinden
(Figuur
beschermvingers en draai de moeren vast.
1. Openingen in de beschermvingers
8.
Monteer de overige tanden in de tandenhouder
1, 3, 4 en 6. Draai alle bouten van de
tandenhouder vast met 40,6 N·m..
Tanden vervangen
Raadpleeg
Tandenhouders, beschermvingers en
tanden monteren (bladz. 24)
1.
Breng de beluchtingskop op en zet deze vast
met de onderhoudsvergrendeling.
2.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
zet de motor af, stel de parkeerrem in werking
en verwijder het sleuteltje.
3.
Maak de bouten van de tandenhouder los en
verwijder de oude tanden.
4.
Steek de nieuwe tanden in de tandenhouder.
5.
Draai de bouten vast met de aanbevolen torsie.
6.
Herhaal deze procedure bij de overige armen.
Gewichtsverplaatsing
instellen
De machine verplaatst gewicht van de tractie-eenheid
naar de beluchtingskop, zodat de insteekdiepte
hetzelfde blijft, ongeacht de structuur van de bodem.
Indien de structuur van de bodem echter hard
genoeg is zodat de volledige beluchtingsdiepte
niet kan worden bereikt, heeft de beluchtingskop
misschien bijkomende gewichtsverplaatsing nodig.
Om de neerwaartse druk van de veren voor de
gewichtsverplaatsing te verhogen, gaat u als volgt te
werk:
25
28). Verstel indien nodig de
Figuur 28
voor afbeeldingen.
g010042