Reiniging
Vuil van de machine
verwijderen
Belangrijk:
Als u de motor gebruikt met
een verstopt grasscherm, vuile of verstopte
koelribben, en/of verwijderde koelschermen, zal
dit leiden tot beschadiging van de motor als
gevolg van oververhitting.
1. Laat de graafarm zakken en stel de parkeerrem
in werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3. Veeg het vuil van het luchtfilter.
4. Gebruik een borstel of een blazer om opgehoopt
vuil op de motor te verwijderen.
Belangrijk:
U kunt vuil beter eruit blazen dan
eruit wassen. Als u toch water gebruikt, zorg
er dan voor dat er geen water in de buurt van
het elektrische en het hydraulische systeem
komt. Gebruik geen hogedrukreiniger.
Hogedrukreiniging kan het elektrische en
hydraulische systeem beschadigen of de
smering aantasten.
5. Verwijder vuil van de oliekoeler.
Stalling
1. Laat de graafarm zakken en stel de parkeerrem
in werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3. Verwijder vuil en roet van de buitenkant van
de gehele machine, met name van de motor.
Verwijder vuil en kaf van buitenkant van de
cilinder, de koelribben van de cilinderkop en de
ventilatorbehuizing.
Belangrijk:
mild reinigingsmiddel en water wassen. Was
de machine nooit met een hogedrukreiniger.
Gebruik niet te veel water, vooral niet in de
buurt van het bedieningspaneel, de motor,
de hydraulische pompen en de accu.
4. Geef het luchtfilter een onderhoudsbeurt, zie
Onderhoud van het luchtfilter (Model 22972
en 22973) (bladz. 28)
luchtfilter (Model 22974) (bladz.
5. Smeer het voertuig; zie
(bladz.
26).
6. Ververs de olie in het carter; zie
(bladz.
30).
7. Verwijder de bougie en controleer de toestand
ervan; zie
Onderhoud van de bougie (bladz.
8. Wanneer de machine langer dan 30 dagen
niet wordt gebruikt, moet ze als volgt worden
voorbereid op stalling:
A. Voeg een stabilizer/conditioner op oliebasis
toe aan de brandstof in de tank. Volg de
mengvoorschriften van de fabrikant van de
stabilizer op. (8 ml per liter). Gebruik geen
stabilizer op alcoholbasis (ethanol of
methanol).
Opmerking:
werkt het best als het met verse benzine
wordt vermengd en altijd wordt gebruikt.
B. Laat de motor vijf minuten lopen
om de stabilizer/conditioner door het
brandstofsysteem te verspreiden.
C. Zet de motor af, wacht totdat deze is
afgekoeld en laat de benzine uit de tank
lopen met behulp van een sifonpomp.
D. Motor opnieuw starten en laten lopen totdat
deze afslaat.
E. Choke de motor.
F. Start de motor totdat deze niet meer start.
47
U kunt het voertuig met een
en
Onderhoud van het
29).
De machine smeren
Olie verversen
Een stabilizer/conditioner
31).