9. Controleer het oliepeil; zie
controleren (bladz.
10. Giet langzaam vloeistof bij totdat het peil de
VOL-markering bereikt.
Motoroliefilter vervangen
1. Laat de olie uit de motor lopen; raadpleeg
verversen (bladz.
2. Verwijder het oude filter
1. Oliefilter
3. Smeer een dun laagje schone olie op de
rubberen pakking van het nieuwe filter
37).
4. Plaats het nieuwe filter op het filtertussenstuk,
draai het oliefilter rechtsom totdat de rubberen
pakking contact maakt met het filtertussenstuk.
Draai het filter vervolgens nog een extra 3/4 slag
vast
(Figuur
37).
5. Vul het carter met het juiste type nieuwe olie; zie
Motoroliepeil controleren (bladz.
6. Laat de motor ongeveer drie minuten draaien,
zet de motor af en controleer op olielekken rond
het oliefilter en de aftapplug.
7. Controleer nogmaals het oliepeil en vul indien
nodig olie bij.
8. Neem eventueel gemorste olie op.
Onderhoud van de bougie
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsu-
ren—Controleer de bougies.
Controleer of de elektrodenafstand tussen de centrale
elektrode en de massa-elektrode correct is voordat u
de bougie monteert. Gebruik een bougiesleutel voor
het (de)monteren van de bougie en een voelermaat
voor het meten en afstellen van de elektrodenafstand.
Monteer een nieuwe bougie indien dit nodig is.
Het motoroliepeil
19).
30).
(Figuur
37).
Figuur 37
2. Adapter
29).
Type: – NGK BPR4Es of gelijkwaardig;
elektrodenafstand: 0,75 mm
Bougie verwijderen
1. Laat de graafarm zakken en stel de parkeerrem
in werking.
Olie
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3. Verwijder de bougiekabel van de bougie
38).
g001465
(Figuur
1. Bougiekabel/bougie
4. Maak de omgeving van de bougie schoon om
te voorkomen dat er vuil in de motor komt, wat
beschadiging kan veroorzaken.
Opmerking:
weg aan de rechterkant; indien nodig kunt u het
verwijderen en na afloop opnieuw monteren.
5. Verwijder de bougie en de metalen pakkingring.
Bougie controleren
1. Bekijk de binnenkant van de bougie
39). Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt
de motor naar behoren. Een zwarte laag op de
isolator duidt meestal op een vuil luchtfilter.
2. Reinig indien nodig de bougie met een
staalborstel om koolstofaanslag te verwijderen.
31
Figuur 38
Mogelijk zit het hittescherm in de
(Figuur
1
g001469
(Figuur