8. Zet de gaffelpen vast met de borgpen die met de
ketting is meegeleverd.
9. Plaats de graafketting over de aandrijfas van de
schroef en op het aandrijf-tandwiel, verzeker
dat de graaftanden op de bovenkant van de
graafarm naar voren wijzen.
10. Plaats het bovenste deel van de ketting op de
graafarm, trek de ketting dan om de rol aan het
uiteinde van de graafarm.
11. Schroef de instelbout in de graafarm totdat de
ketting aan de onderkant van de graafarm 3,8
tot 6,3 cm speling heeft.
12. Draai de contramoer tegen de instelbout en
draai deze vast tegen de graafarm.
13. Draai de 2 bouten en moeren van de graafarm
aan met 183 tot 223 N·m.
14. Monteer de afvoerschroef met de bout, 2
speciale onderlegringen, en moer die u eerder
hebt verwijderd.
15. Draai de bout en de moer aan met 101 N·m.
2
Vloeistofpeil controleren
Geen onderdelen vereist
Procedure
Voordat u de motor voor het eerst start, dient u het
peil van de motorolie en de hydraulische vloeistof
te controleren; zie
Het motoroliepeil controleren
(bladz. 19)
en
Het peil van de hydraulische vloeistof
controleren (bladz.
19).
3
Accu opladen (alleen voor
modellen met elektrisch
startsysteem)
Geen onderdelen vereist
Procedure
Laad de accu op; zie
Accu opladen (bladz. 36)
meer informatie.
Algemeen overzicht
van de machine
1. Bedieningspaneel
2. Motor
3. Afvoerschroef
4. Ketting-beschermkap
5. Ketting
Bedieningsorganen
Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen
(Figuur
6) voordat u de motor start en de machine
gebruikt.
6
5
1. Tractiebediening
2. Graafarm omhoog/omlaag
3. Graafhendel
4. Referentiebalk
Contactschakelaar, Model 22972
De contactschakelaar heeft 2 standen: Uit en Lopen.
voor
Start van de motor: draai het sleuteltje naar Lopen,
trek dan aan het startkoord van de motor.
14
Figuur 5
6. Graaftanden
7. Graafarm
8. Graafkop
9. Rupsband
10. Veiligheidsplaat voor
achteruit
7
3
1
8
4
Figuur 6
5. Gashendel
6. Chokehendel
7. Contactschakelaar
8. Urenteller
g015375
2
G007801
g007801